Marktreglement gemeente Heerlen 2014

Geldend van 26-07-2014 t/m heden

Intitulé

Marktreglement gemeente Heerlen 2014

“Marktreglement gemeente Heerlen 2014”

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Heerlen 2009 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markt

1.De markt wordt, behoudens het bepaalde in het tweede en derde

lid van dit artikel, gehouden op:

* dinsdag: Heerlen-Centrum, Bongerd/Promenade,

08.30 - 15.00 uur

* donderdag: Heerlen-Centrum, Bongerd

08.00 - 14.00 uur

* vrijdag: Hoensbroek, Markt

08.00 - 12.30 uur

* vrijdag: Heerlerheide, Wannerstraat/Corneliusplein

13.00 – 17.00 uur

* zaterdag: Heerlen-Centrum

Bongerd/Promenade/Honingmannstraat

09.00 – 17.00 uur

1

2.Op Nieuwjaarsdag, Carnavalsdinsdag, Hemelvaartsdag, Eerste

Kerstdag en Tweede Kerstdag is er geen markt.

Het college kan de markt welke op een van die dagen valt naar

een andere dag in dezelfde week verplaatsen.

3.Het college kan in geval van weersinvloeden, calamiteiten, dreiging

van gevaar of andere bijzondere of dringende omstandigheden:

  • a.

    de markt afgelasten dan wel onmiddellijk beëindigen;

  • b.

    de vergunninghouder verplichten de nodige

    voorzorgsmaatregelen te treffen;

  • c.

    beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten.

    Van de in dit lid bedoelde situaties is in ieder geval sprake

    indien slechte weersomstandigheden, zoals storm, van

    toepassing zijn dan wel zijn voorspeld.

4. a. Het college kan op grond van dringende redenen c.q. in het

algemeen belang (unieke omstandigheden of evenementen met

een bovenmatige promotionele waarde) tijdelijk een andere

plaats voor het houden van de markt aanwijzen, een andere

marktdag vaststellen, andere begin- en eindtijden vaststellen of

de markt afgelasten.

  • b.

    De zaterdagmarkt in Heerlen-Centrum kan behalve de

    verplaatsing in verband met de voor- en najaarskermis naar de

    Apollollaan, 2x per jaar in zijn geheel verplaatst worden naar

    het Burgemeester van Grunsvenplein.

    De zaterdagmarkt te Heerlen-Centrum kan 3x per jaar eerder

    eindigen, zodat het marktterrein uiterlijk om 18.00 uur

    beschikbaar is.

    • 5.

      Het college gaat tot het nemen van een maatregel zoals bedoeld

      in lid 3 of 4 niet over dan nadat zij over het voornemen daartoe

      overleg heeft gepleegd met de marktcommissie.

Artikel 3. Inrichting van de markt

1.Het aantal standplaatsen is per markt vastgesteld zoals

aangegeven op de bij dit reglement behorende tekeningen van het

marktterrein (bijlage I)

2.De opstelling en indeling van de markt is aangegeven op de bij dit

reglement behorende tekeningen van het marktterrein en kan

worden aangepast door of namens het college.

3.De afmeting van de standplaats is bepaald op vier strekkende

meter of een veelvoud daarvan.

4.Het college kan bij de toewijzing van de plaatsen afwijken van de

standaardmaten.

HOOFDSTUK II VERGUNNINGEN

Artikel 4. Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde op de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 5. Doorhalen van inschrijving op de anciënniteitlijst

De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald indien de vergunning van een houder van een vaste standplaats wordt ingetrokken.

Artikel 6. Registratie op de wachtlijst

1.Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de

wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 3 van de

Marktverordening gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste

standplaats kan worden toegewezen.

  • 2.

    Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het

      adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de

      branche waartoe hij behoort

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil

      gebruiken.

  • 3.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van

    inschrijving.

  • 4.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze

    door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt

    verlengd.

Artikel 7. Doorhalen van registratie op de wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 3 Marktverordening wordt voldaan.

Artikel 8. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1.In geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of

(gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging kan de vergunning voor de

vaste plaats worden overgeschreven op de echtgenoot/echtgenote,

de geregistreerde partner of een ander persoon met wie

vergunninghouder duurzaam samenwoonde.

2.Indien de vaste standplaatsvergunning niet kan worden

overgeschreven op grond van het eerste lid, kan het recht op de

vaste standplaats op de betreffende markt overgaan op een kind

van de vergunninghouder.

3.Het recht op een vaste standplaats op de betreffende markt kan

overgaan op een mede-eigenaar of medewerker, indien deze in

ieder geval drie jaren onafgebroken in deze relatie tot de

vergunninghouder staat.

4.Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen 8 weken

na het overlijden, na het bereiken van de pensioengerechtigde

leeftijd dan wel na de vaststelling van de blijvende

arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder.

HOOFDSTUK III TOEWIJZEN EN BEZETTEN VAN STANDPLAATSEN

Artikel 9. Toewijzing standplaatsen

1.Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, seizoenplaats,

dagplaats of standwerkerplaats.

2.Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en

blijft als zodanig aangemerkt zolang zij niet als vaste plaats of

seizoensplaats is toegewezen.

Artikel 10. Toewijzing van een vaste standplaats

1.Een opengevallen vaste standplaats op de markt kan opnieuw als

vaste standplaats worden uitgegeven met inachtneming van de

voor die markt en locatie geldende indelingen in

afdelingen/branches.

2.Voor een opengevallen standplaats komen achtereenvolgens in

aanmerking:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die schriftelijk

    heeft aangegeven een andere vaste standplaats te willen

    nemen. De toewijzing geschiedt op volgorde van anciënniteit als

    vaste standplaatshouder.

  • b.

    de vergunninghouder van een aangrenzende vaste standplaats,

    die schriftelijk heeft aangegeven een volgende aangrenzende

    plaats ter beschikking te willen krijgen.

    De toewijzing geschiedt op volgorde van anciënniteit als vaste

    standplaatshouder.

  • c.

    degenen die zich op de in artikel 7 bedoelde wachtlijst hebben

    laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze

    lijst, waarbij degenen die reeds een dagplaats innemen

    voorrang genieten.

    • 3.

      Indien een toewijzing wordt geweigerd vervalt iedere aanspraak

      op de standplaats alsmede op de anciënniteit welke bij de

      toewijzing van toepassing is.

Artikel 11. Toewijzing dagplaats

1.Zolang een standplaats niet als vaste plaats is toegewezen kan

deze als dagplaats worden toegewezen.

2.Een als vaste plaats toegewezen standplaats, waarvan de

vergunning is ingetrokken kan als dagplaats worden toegewezen.

  • 3.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt telkens voor 1 dag.

  • 4.

    Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient de

aanvrager op de in artikel 7 bedoelde lijst te zijn ingeschreven.

Toewijzing van dagplaatsen geschiedt op de marktdag bij aanvang

van de markt bij namens het college af te geven vergunning in

volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst, waarbij de

gegadigde met een nog niet of niet gelijksoortig op de

markt ten verkoop aangeboden artikel voorrang geniet.

5.Indien voor de markt een branche-indeling geldt, wordt hiermee

rekening gehouden bij de toewijzing van de dagplaatsen

6.Indien voor de toewijzing van een dagplaats meer dan 1

gegadigde in aanmerking komt, beslist het lot omtrent de

toewijzing.

Artikel 12. Toewijzing standwerkerplaats.

1.De standwerkersplaatsen worden toegewezen door middel van een

openbare loting voor aanvang van de markt ter bepaling

van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen.

2.Voor de dinsdag- en zaterdagmarkt te Heerlen-Centrum worden

per artikel maximaal 2 lotingsplaatsen uitgegeven, waarbij bij

de loting voorrang wordt gegeven aan een artikel waarvoor nog

geen lotingsplaats is uitgegeven.

Voor de andere markten geldt een maximum van 1 lotingsplaats

per artikel.

  • 3.

    Het is verboden te standwerken met:

    • a.

      kleding (uitgezonderd “steunbroekjes” en “steunhemden”)

    • b.

      voedingsartikelen (uitgezonderd “hakhoning”)

    • c.

      huishoudtextiel (uitgezonderd kussens, dekbedden en poetsdoekjes)

    • d.

      horloges, bijouterieën, haarspelden en haarbandjes

    • e.

      wenskaarten

    • f.

      schoeisel en lederwaren

    • g.

      sjaaltjes, handschoenen, mutsen, zonnebrillen en ceinturen

    • h.

      uitzoekhandel (handel waarbij de consument kan kiezen uit meerdere soorten van 1 artikel)

    • i.

      2e hands artikelen

4 Het is verboden gebruik te maken van een maat- of

prijsaanduiding

5.Door deelname aan de loting wordt stilzwijgend verklaard dat de

toe te wijzen standplaats uitsluitend en daadwerkelijk zal worden

gebruikt om te standwerken.

De marktbeheerders kunnen regelmatig beoordelen of de ingelote

standwerkers ook daadwerkelijk standwerken.

6.Indien aan een gegadigde bij de loting een standwerkersplaats is

toegewezen mag niet geweigerd worden en dient deze plaats dus

ook daadwerkelijk te worden ingenomen.

De standwerkersplaats kan pas worden ingenomen nadat het

verschuldigde marktgeld betaald is.

  • 7.

    De standwerker mag

    • a.

      behoudens toestemming van het college slechts het ene

      door hem bij de loting opgegeven artikel verkopen.

      Bij “blindverkoop” kan de marktbeheerder

      eisen dat het artikel vooraf aan hem wordt getoond.

    • b.

      zich op de standwerkersplaats doen bijstaan, mits deze

      bijstand zich niet uitstrekt tot daadwerkelijke verkoop.

Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit

vóór de loting aan de marktbeheerder onder vermelding van

de naam van degene die hem zal bijstaan.

Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam

deelnemen aan de loting.

8.Een standwerker is gehouden zijn standplaats te gebruiken

overeenkomstig het bepaalde in dit artikel. Laat hij dit na dan kan

hem, na tevergeefs mondeling of schriftelijk te zijn gewaarschuwd,

door burgemeester en wethouders het recht worden ontzegd om

deze standplaats op de betreffende marktdag verder in te blijven

nemen c.q. het recht worden ontzegd om voor 4

achtereenvolgende marktdagen deel te nemen aan de loting.

9.Indien de standwerker na de onder sub 8 genoemde uitsluiting

opnieuw een overtreding begaat zal hij voor een periode van 3

maanden van deelname aan de loting worden uitgesloten.

HOOFDSTUK IV BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 13. Eigen materiaal

1.Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder

toestemming worden verleend om met eigen materiaal zijn

standplaats in te nemen.

2.Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de

volgende gegevens:

  • a.

    een opgave van lengte, hoogte en breedte van het eigen

    materiaal;

  • b.

    een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;

  • c.

    foto’s van het eigen materiaal;

    • 3.

      Toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:

a het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de

beschikbare ruimte op de markt zoals

aangegeven op de in artikel 3 genoemde tekeningen;

  • b.

    het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 14 genoemde

    eisen.

    • 4.

      Indien er sprake is van bederfelijke waar kan aan een

standplaatshouder toestemming worden verleend om eigen

materiaal in de vorm van zon- of regenwerende middelen te

gebruiken mits van deugdelijk materiaal en een

goed aanzien, zulks ter beoordeling van de marktbeheerder.

Artikel 14. Eisen eigen materiaal

Het eigen materiaal dient aan de volgende eisen te voldoen:

a.het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn

dan de kramenrij en mag zonder ontheffing niet voorbij de voorste

staander van de huurkraam worden geplaatst.

b.uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de

staanders van de kramenrij uitsteken;

c.aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen,

kleppen of andere zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de

verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen

verkoopgelegenheid beperken.

Artikel 15. Persoonlijk innemen standplaats.

1.De vergunninghouder neemt de hem toegewezen standplaats

persoonlijk in.

Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik

geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op zijn standplaats doen bijstaan.

  • 3.

    Van de verplichting in het eerste lid kan het college op een daartoe

strekkend schriftelijk verzoek van de vergunninghouder tijdelijk

ontheffing verlenen:

  • a.

    wegens vakantie, maximaal voor de duur 6 marktdagen per

    jaar;

  • b.

    wegens arbeidsongeschiktheid, voor de duur van maximaal 2

    jaar;

  • c.

    indien de standplaats wordt ingenomen door een bloed- of

    aanverwant in de 2e graad of personeelsleden met een

    dienstverband voor onbepaalde tijd;

  • d.

    indien de standplaats wordt ingenomen door degene die

    gedurende tenminste 3 jaar voorafgaand aan de datum van de

    aanvraag als medeeigenaar van het betreffende marktbedrijf

    geregistreerd staat.

  • e.

    om bijzondere redenen.

Artikel 16. Feitelijk innemen vaste standplaats.

1.De houder van een vaste plaats is gehouden om deze plaats

telkens als er marktdag is ook feitelijk in te nemen.

Door de marktbeheerders wordt een presentielijst bijgehouden.

2.Van de verplichting van het eerste lid verleent het college op een

daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de vergunninghouder

tijdelijk ontheffing:

  • a.

    wegens vakantie voor maximaal 6 marktdagen per jaar

  • b.

    wegens arbeidsongeschiktheid, voor de duur van maximaal 2

    jaar

  • c.

    om bijzondere redenen

    • 3.

      Een standplaats die door de houder niet wordt ingenomen, kan

Worden toegewezen als dagplaats.

Artikel 17. Aantonen ziekte door vergunninghouder

.

Het college kan van een vergunninghouder die beroep doet op het bepaalde in artikel 15, lid 3, sub b of artikel 16, lid 3:

a.verlangen dat deze de ziekte als reden van verhindering aantoont

door een geneeskundige verklaring over te leggen van de

behandelende arts of specialist;

b.de medewerking van de vergunninghouder verlangen aan een

onafhankelijk medisch onderzoek op kosten van de gemeente.

Artikel 18. Eisen en verboden t.a.v. het innemen van een standplaats en de aan- en afvoer van goederen

1.Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer

dan 3 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt

met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of

goederen aan of af te voeren.

2.De vergunninghouder is verplicht zijn vaste standplaats tot het

sluitingstijdstip van de markt te blijven innemen.

3.Indien de vergunninghouder diens vaste standplaats niet uiterlijk

bij aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt desbetreffende

standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de

marktbeheerder de standplaats op tijdig verzoek van de

vergunninghouder beschikbaar houdt.

4.Het is vergunninghouder verboden op het marktterrein op een

andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te

koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

5.Het is vergunninghouder verboden op de standplaats andere

goederen of in voorraad te hebben en/of uit te stallen dan

waarvoor vergunning is verleend.

6.Het is vergunninghouder verboden meer ruimte in te nemen dan is

toegewezen.

7.Het is vergunninghouder verboden de opstal voor en/of tijdens de

markt af te breken of te verplaatsen.

8.Het is vergunninghouder verboden voor het tijdstip waarop de

markt eindigt diens waren in te pakken en/of af te voeren.

9.Het college kan in bijzondere omstandigheden van het bij vorige

leden gestelde ontheffing verlenen onder door haar te stellen

voorwaarden.

HOOFDSTUK V OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 19. Obstakels

1.Het is voor een ieder verboden de doorgang en de wandelgangen

op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te

belemmeren.

Artikel 20.. Vergunningplicht kramen/verkoopmateriaal.

1.Het is verboden zonder vergunning van het college op het

marktterrein kramen en/of tafels te plaatsen of op te slaan of

gebruik te maken van verkoopwagens;

2.Voor zover het betreft de vergunning voor het plaatsen en

verhuren van standaardkramen aan vergunninghouders kunnen

aan deze vergunning voorschriften worden verbonden tot het

verrichten van diensten en werkzaamheden met betrekking tot het

plaatsen en/of verwijderen van materieel voor de afzetting van

straten rondom het marktterrein.

Artikel 21. Venten op het marktterrein

1.Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt

met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

2.Van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel kan door het

college ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop

van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten

behoeve van de standplaatshouders.

Artikel 22. Gedrukte stukken/verspreiding van boodschappen.

1.Het is behoudens ontheffing van het college verboden op het

marktterrein tijdens de duur van de markt met gedrukte of

geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te

verspreiden, dan wel anderszins boodschappen aan het publiek te

verkondigen.

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 is niet toepassing op:

    • a.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in

      artikel 2.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening.

    • b.

      het door de standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de

      markt c.q. het voeren van reclameactiviteiten ten behoeve van

      desbetreffende markt.

Artikel 23. Schoonhouden en opleveren standplaats

.

De vergunninghouder dient:

1.ervoor zorg te dragen dat diens standplaats telkens een goed

verzorgd aanzien biedt;

2.voor, tijdens en na de markt zelf diens afval, (verpakkings-)

materialen en dergelijke in te zamelen;

3.voordat het marktterrein wordt verlaten, diens standplaats en

onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en diens

afval zelf af te voeren;

4.indien de ondergrond en omgeving van de standplaats vervuild kan

raken, maatregelen te treffen ter voorkoming daarvan.

Daar waar door de marktbeheerder als noodzakelijk wordt geacht

dient de ondergrond te worden afgedekt, alvorens werkzaamheden

daarboven te verrichten.

De te treffen maatregelen dienen ter goedkeuring van de

marktbeheerder en/of op aanwijzing van de marktbeheerder te

geschieden;

5.wanneer vergunning is verleend om eet- en drinkwaren voor

consumptie gereed te maken en te verkopen, aan de voorzijde van

diens standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.

Artikel 24. Gebruik van elektrische- en/of geluidsapparatuur.

Gebruikmaken van elektrische- en/of geluidsapparatuur is slechts toegestaan na verleende -schriftelijke- toestemming, onder bepaalde voorwaarden en op aanwijzing van de marktbeheerder.

Zonder verkregen toestemming is het niet toegestaan apparaten te gebruiken via de elektrische faciliteiten. Voor verwarmingsapparaten welke aan de veiligheidseisen voldoen kan toestemming worden verleend, mits veilig opgesteld, zulks ter beoordeling van de brandweer.

Artikel 25. Uitstallingen en kraamverbreders.

1.Uitstallingen en kraamverbreders zijn alleen toegestaan na

verleende toestemming daarvoor van de marktbeheerder.

Onder kraamverbreder wordt verstaan elk hulpstuk dat ertoe dient

om de overkapping van een kraam te vergroten door deze te

verlengen boven de voor het publiek bestemde loopruimte.

2.Toestemming voor uitstallingen kan slechts worden verleend indien

er sprake is en blijft van een vrije doorgang zonder obstakels..

3.Uitstallingen waarvoor geen toestemming is verleend, dienen

onmiddellijk op eerste aanzegging van de marktbeheerder te

worden verwijderd.

Artikel 26. Het stallen van rij- en voertuigen.

Het is de vergunninghouder niet toegestaan op het marktterrein diens rij- en/of voertuig te parkeren op een andere plaat dan die welke door het college bij ontheffing is aangewezen.

Artikel 27. Algemene milieu- en veiligheidsvoorschriften.

Aan de vergunningen, ontheffingen en toestemmingen als bedoeld in dit reglement worden voorschriften verbonden zoals vermeld in de “Milieu- en veiligheidsvoorschriften ambulante handel” van de gemeente Heerlen.

HOOFDSTUK VI OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 28. Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Marktreglement gemeente Heerlen 2014”.

Artikel 29. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking na de dag van publicatie. Op die datum vervalt het “Marktreglement gemeente Heerlen 2010” (d.d. 09.02.2010) en het “Branchebesluit” (d.d. 09.02.2010)

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 17 juni 2104.

gemeentesecretaris, burgemeester,