Werktijdenregeling gemeente Heerlen

Geldend van 01-04-2015 t/m heden

Intitulé

Werktijdenregeling gemeente Heerlen

Werktijdenregeling gemeente Heerlen

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen:

  • a.

    Leidinggevende: degene die de medewerker binnen de afdeling hiërarchisch aanstuurt.

  • b.

    S tandaardregeling: regeling die geldt voor medewerkers die zelf regelruimte hebben binnen de geldende kaders in het bepalen van de werktijden.

c. M edewerker: de medewerker als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub a CAR.

d . Functionaris : de medewerker waarvoor de standaardregeling geldt.

d . Rooster functionaris : de medewerker waarvoor de bijzondere regeling geldt.

e . Bijzondere regeling: regeling als bedoeld in artikel 4:3 CAR, die geldt voor medewerkers die als richtlijn voor 50% of meer worden ingeroosterd door de leidinggevende.

f . F ormele arbeidsduur: de volgens de aanstelling vastgestelde omvang van het aantal betaalde uren die een medewerker per week moet verrichten. Deze bedraagt ten hoogste 36 uur per week.

g. Maximum werkomvang: 50 uur per week.

h . F eitelijke arbeidsduur: het feitelijk te werken aantal uren per week.

i . C ontacttijden: vaste tijdstippen die de leidinggevende kan aanwijzen waarop de medewerker aanwezig, beschikbaar of bereikbaar moet zijn.

j . D agvenster: het dagvenster als bedoeld in artikel 4:2 CAR, dat duurt van maandag tot en met vrijdag van 7.00 uur tot 22.00 uur.

k. Kantoortijden: Maandag tot en met vrijdag van 7.00 uur tot 19.00 uur.

l . B uitendagvenstervergoeding: de vergoeding als bedoeld in artikel 3:8 CAR voor het in opdracht van de leidinggevende werken buiten het dagvenster.

m. Plaatsonafhankelijk werken: de mogelijkheid om te werken op een andere plaats dan de werkplek op kantoor.

Artikel 2 Werkomvang en pauze:

  • a. De werktijd bedraagt per dag maximaal 9 uur.

  • b. Incidenteel mag 11 uur op een dag worden gewerkt.

  • c. De medewerker die meer dan 5,5 uur per dag werkt neemt een pauze van minimaal 30 minuten.

  • d. De medewerker die meer dan 10 uur per dag werkt neem een pauze van minimaal 45 minuten.

Artikel 3 Openingstijden kantoorgebouwen

  • a. Alle gemeentelijke kantoorgebouwen zijn van maandag tot en met vrijdag geopend van 7.00 uur tot 19.00 uur.

  • b. Tussen 19.00 en 22.00 op maandag tot en met vrijdag is minimaal één locatie beschikbaar om te werken.

Artikel 4 Consulten en dergelijke

Bezoek aan huisarts, tandarts, therapeut, specialist en het gebruik maken van bedrijfszorgpakket is geen werktijd.

Artikel 5 Ziekte, (buitengewoon) verlof en extra vrije dagen

Bij ziekte, verlof, extra vrije dagen en buitengewoon verlof wordt uitgegaan van de werktijden die de medewerker heeft afgesproken met de leidinggevende en heeft vastgelegd.

Artikel 6 ADV

  • a.

    Het aantal ADV-uren is afhankelijk van de feitelijke arbeidsduur per week, en bedraagt maximaal 200 uur per jaar.

  • b.

    Alle niet door de directie ingeroosterde ADV-uren zijn in overleg met de leidinggevende vrij opneembaar.

  • c.

    Indien een medewerker ziek is wordt de ADV naar evenredigheid gekort conform de regeling Verlof en ADV.

  • d.

    Niet opgenomen ADV komt aan het einde van het kalenderjaar te vervallen.

  • e.

    De werkgever roostert jaarlijks maximaal 48 uur in als verplichte ADV.

  • f.

    Op de dagen dat de gemeentelijke kantoren in verband met ADV gesloten zijn moet de medewerker die geen ADV opbouwt de voor hem hiermee gemoeide werkuren compenseren door het inleveren van verlof respectievelijk door deze op een ander tijdstip, te bepalen in overleg met het leidinggevende, in te halen.

 Artikel 7 Extra vrije dagen/feestdagen

  • a.

    De werkgever kent de volgende extra vrije dagen:

    • ·

      Carnavalsmaandag en –dinsdag (extra vrije dagen)

    • ·

      Goede vrijdag (extra vrije dag/feestdag)

    • ·

      Bevrijdingsdag op een doordeweekse dag (extra vrije dag)

    • ·

      Dag na Hemelvaartsdag (extra vrije dag)

    • ·

      Laatste halve werkdag voor Kerstmis (halve extra vrije dag)

    • ·

      Laatste halve werkdag voor oud- op- nieuw (halve extra vrije dag)

  • b.

    Voor medewerkers die 9 uur per dag werken worden de onder a genoemde laatste halve werkdagen gemaximeerd op 4 uur.

  • c.

    Ten aanzien van feestdagen en extra vrije dagen geldt het pech-gelukprincipe; indien een medewerker reeds vrij is op een feestdag of extra vrije dag vindt er geen tijdscompensatie plaats.

Artikel 8 Plaatsonafhankelijk werken

a. Plaatsonafhankelijk werken is toegestaan in overleg met de leidinggevende

  • b.

    De medewerker heeft geen recht om structureel plaatsonafhankelijk te werken. Plaatsonafhankelijk werken is evenmin een plicht; de medewerker moet er mee instemmen.

  • c.

    De medewerker zorgt er voor dat de agenda inzichtelijk is voor de leidinggevende.

  • d.

    De medewerker is zelf verantwoordelijk voor adequate arbeidsomstandigheden tijdens het plaatsonafhankelijk werken.

  • e.

    De medewerker die met zijn leidinggevende afspraken maakt over plaatsonafhankelijk werken, krijgt de beschikking over een token om daarmee ook plaatsonafhankelijk op zijn account te kunnen inloggen als dat voor het werk noodzakelijk is. Voor het overige heeft de medewerker geen recht op faciliteiten in verband met plaatsonafhankelijk werken.

Artikel 9 Overige situaties van afwezigheid

Bij een dienstreis, congres, beurs, scholing of soortgelijke activiteiten is de tijdcompensatie gemaximeerd op 8 uur per dag.

Paragraaf 2 De standaardregeling

Artikel 10 Uitgangspunt standaardregeling

  • a. Uitgangspunten bij het maken van basisafspraken over de werkzaamheden zijn een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, een goede procesgang van de werkzaamheden, de bereikbaarheid voor interne en externe klanten en een goede samenwerking.

  • b. De leidinggevende maakt conform artikel 4:2 CAR met alle functionarissen individueel afspraken over de werktijden binnen het dagvenster. Komen leidinggevende en functionaris er onderling niet uit dan stelt de leidinggevende de werktijden eenzijdig vast en valt de functionaris onder de bijzondere regeling en wordt daarmee roosterfunctionaris.

  • c. Afspraken over contacttijden worden vastgelegd.

  • d. De basisafspraken met betrekking tot de werktijden, waarover 2 keer per jaar een gesprek plaatsvindt tussen leidinggevende en functionaris, worden vastgelegd en opgenomen in het persoonsdossier.

  • e. Wanneer de functionaris binnen het dagvenster werkzaamheden moet verrichten buiten de afgesproken werktijden wordt de gewerkte tijd op een ander moment gecompenseerd. De leidinggevende en medewerker maken samen afspraken om de tijd op korte termijn te compenseren. Deze uren worden niet omgezet in vakantie-uren.

Artikel 11 Registratie werktijden

De met de leidinggevende gemaakte afspraken over werktijden worden vastgelegd in de agenda.

Artikel 12 Buitendagvenstervergoeding

  • a. Wanneer de functionaris buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten in opdracht van de leidinggevende komt hij in aanmerking voor een buitendagvenstervergoeding op basis van artikel 3:8 CAR. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd.

  • b. De functionaris die een functie bekleedt waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is heeft conform artikel 3:8 CAR geen recht op de buitendagvenstervergoeding.

Artikel 13 Beschikbaarheidsdienst

  • a. De functionaris die is aangewezen voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten kan recht hebben op een vergoeding zoals opgenomen in de Regeling vergoeding wachtdiensten.

  • b. Wanneer de functionaris wordt opgeroepen tijdens zijn beschikbaarheidsdienst werkzaamheden te verrichten binnen het dagvenster heeft de functionaris recht op compensatie in tijd. De functionaris maakt over de opname van deze uren afspraken met zijn direct leidinggevende.

  • c. Wanneer de functionaris wordt opgeroepen tijdens zijn beschikbaarheidsdienst werkzaamheden te verrichten buiten het dagvenster heeft de functionaris recht op compensatie op basis van artikel 12 van deze regeling.

Paragraaf 3 De bijzondere regeling

Artikel 14 Uitgangspunten bijzondere regeling

  • a. De bijzondere regeling is van toepassing op de door de algemeen directeur aangewezen functies/functiegroepen

  • b. De algemeen directeur kan de aangewezen functies/functiegroepen wijzigen

  • c. De leidinggevende stelt voor deze roosterfunctionarissen eenzijdig de werktijden vast

  • d. De roosterfunctionaris op wie de bijzondere regeling van toepassing is kan conform de bepalingen in de CAR aanspraak maken op de overwerkvergoeding (artikel 3:2 CAR), toelage onregelmatige dienst (artikel 3:3 CAR) en de verschuivingsvergoeding (artikel 3:4 CAR)

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 15 Evaluatie ondernemingsraad

De ondernemingsraad monitort en evalueert periodiek de toepassing van de werktijdenregeling en heeft de mogelijkheid verbetervoorstellen te doen.

Artikel 16 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist de algemeen directeur.

Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Werktijdenregeling gemeente Heerlen” en treedt in werking met ingang van 1 april 2015. Vanaf die datum vervalt de regeling variabele werktijden d.d. 1 juli 1982 en de regeling 4x 9 uur werken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen

De algemeen directeur de burgemeester

Toelichting

Algemeen In de cao 2011-2012 zijn afspraken gemaakt over modernisering en flexibilisering van de werktijdenregeling. Werkgevers en werknemers hebben beiden meer behoefte aan flexibilisering. Dit heeft geleid tot een verruiming van het dagvenster. Uit deze verruiming vloeien twee werktijdregeling voort, de Standaardregeling en de bijzondere regeling. Gelet hierop is de regeling als volgt opgebouwd:

Paragraaf 1 is van toepassing op alle medewerkers

Paragraaf 2 is van toepassing op alle medewerkers die onder de standaardregeling vallen Paragraaf 3 is van toepassing op alle medewerkers die onder de bijzondere regeling vallen

Er wordt in dit verband onderscheid gemaakt tussen de begrippen medewerker , functionaris (voor deze medewerker geldt de standaardregeling) en roosterfunctionaris (voor deze medewerker geldt de bijzondere regeling).

Artikel 1

Artikel 1, onderdeel a: het afdelingshoofd bepaalt de kaders van de werktijden binnen de afdeling. De individuele afspraken worden gemaakt tussen leidinggevende en medewerker. Dit kan het afdelingshoofd, maar ook het bureauhoofd zijn.

Artikel 2

De maximale reguliere werktijd bedraagt per dag 9 uur. Incidenteel mag in overleg met de leidinggevende langer worden gewerkt.

Artikel 3

Alle gemeentelijke gebouwen zijn geopend van 7.00 tot 19.00 uur. Daarnaast wordt een localiteit aangewezen die buiten het dagvenster beschikbaar is.

Artikel 4

Het bezoeken van de bedrijfsarts of bedrijfsmaatschappelijk werkster kan binnen werktijd plaatsvinden. Stoelmassage vindt om fiscale redenen ook tijdens werktijd plaats. Een bijdrage voor de werktijd is verrekend in de tarieven voor de stoelmassage.

Artikel 5

De afspraken die de medewerker met de leidinggevende heeft over de werktijden en die zijn vastgelegd zijn leidend voor het aantal uren dat wordt afgeschreven in verband met ziekte, (buitengewoon) verlof of extra vrije dagen. Dit betekent dat incidenteel afgesproken (mondelinge) wijzigingen geen invloed hebben hierop.

Het is administratief ondoenlijk om rekening te houden met elke wijziging in de werktijden.

Artikel 6

De regels rondom ADV zijn verder uitgewerkt in de regeling ADV- en verlof.

Artikel 7

De gemeente kent een aantal extra vrije dagen. Deze zijn opgenomen in dit artikel.

Ten aanzien van de laatste halve werkdag voor kerstmis en oud-op-nieuw dient het volgende opgemerkt te worden. De laatste halve werkdag bedraagt voor iedereen maximaal 4 uur. Voor parttimers is dit naar rato. Een medewerker die op de laatste werkdag 6 uur werkt, heeft recht op 3 uur van de werkgever.

Met de laatste halve werkdag wordt bedoeld, de laatste werkdag die gewerkt kan worden. Bijvoorbeeld 25 december valt op donderdag. De laatste werkdag is dan voor iedereen woensdag. Werkt een medewerker niet op deze dag, dan bestaat er geen recht op een vrije halve werkdag. En geldt het pech-geluk-principe. De medewerker is immers al vrij.

Valt 25 december op een maandag, dan is de vrijdag de laatste werkdag.

Artikel 8

Plaatsonafhankelijk werken is maatwerk. Het gaat er vooral om de genoemde uitgangspunten en voorwaarden in redelijkheid en billijkheid toe te passen. Plaatsonafhankelijk werken betreft werken op een andere plek, zoals gebruik maken van seats tot share, thuiswerken, werken in het gemeentelijke gebouw na 19.00 uur. Plaatsonafhankelijk werken is alleen toegestaan in overleg met de leidinggevende, voorzover het dienstbelang het toelaat en kan niet als recht geclaimd worden.

Een medewerker die plaatsonafhankelijk werkt is zelf verantwoordelijk voor een goede werkplek. De werkgever stelt voor arbo-voorzieningen thuis geen extra faciliteiten of geld ter beschikking.

Werkzaamheden in de buitendienst of werkzaamheden waar persoonlijk contact voor nodig is lenen zich niet voor plaatsonafhankelijk werken. Uiteraard is plaatsonafhankelijk werken even min mogelijk als de medewerker vanuit deze plek geen toegang heeft voor zijn functie noodzakelijk systemen. Collega’s moge niet de dupe worden van het plaatsonafhankelijk werken, bijvoorbeeld omdat zij door afwezigheid van de medewerker in de uitvoering van hun werkzaamheden worden belemmerd of de werkdruk bij collega’s toeneemt.

Een medewerker is zelf verantwoordelijk voor het bereikbaar zijn tijdens het plaatsonafhankelijk werken.

Een functie bestaat over het algemeen uit meer taakbestanddelen, kan het gewenst zijn per situatie te beoordelen of een bepaald onderdeel plaatsonafhankelijk kan worden verricht.

Enkele voorbeelden van plaatsonafhankelijk werken:

De spoedklus: om een planning te halen dient een medewerker zich enkele dagen te kunnen concentreren. In de praktijk lukt dit in zijn geval niet op de reguliere werkplek.

Achterstanden weg werken: Een medewerker die veel fysieke klantencontacten heeft en ook als vraagbaak voor collega’s optreedt heeft veel (administratieve) achterstand opgelopen die hij op kantoor niet weggewerkt krijgt, omdat hij voortdurend gestoord wordt in zijn werkzaamheden.

Overmacht: door ernstige verkeershinder (stakingen openbaar vervoer, overmatige sneeuwval, etc) kan een medewerker zijn werkplek niet (makkelijk) bereiken.

Re-integratie: Door een beenbreuk kan de medewerker zijn werkplek niet bereiken. In overleg met de bedrijfsarts kan hij wel een aantal taken van huis uit verrichten.

Combinatie werk en privé: de medewerker moet thuis aanwezig zijn ivm. door een monteur uit te voeren reparaties in huis. De medewerker zorgt er voor dat hij die (halve) dag werkzaamheden inplant die vanaf zijn thuiswerkplek mogelijk zijn.

Artikel 9

Bij een dienstreis, vergadering ,receptie, congres, beurs, scholing of soortgelijke activiteit wordt geen tijd gecompenseerd voor zover deze activiteit meer dan 8 uur op een dag duurt.

Voorbeeld: Een medewerker die een dienstreis maakt vertrekt om 7.00 uur thuis en is om 19.00 uur weer thuis. In dit geval wordt geen tijd gecompenseerd, tenzij de medewerker parttime werkt. Dan mag hij tot maximaal 8 uur de tijd op een ander tijdstip compenseren.

Een medewerker die 8 uur werkt mag dus geen extra uren compenseren.

Artikel 10

De standaardregeling is de norm, de bijzondere regeling de uitzondering. Alle medewerkers die voor minder dan 50% worden ingeroosterd hebben voor hun werktijden vallen onder de standaardregeling. De standaardregeling heeft als uitgangspunt dat de medewerker met zijn leidinggevende afspraken maakt over de invulling van zijn werktijden. De leidinggevende laat een deel van zijn toezicht los, vooral over aanwezigheid. Daarvoor in de plaats komt verantwoordelijkheid van de medewerker. Als de medewerker geen overeenstemming bereikt met zijn leidinggevende over zijn werktijden dan is de bijzondere regeling op hem van toepassing.

Artikel 11

De werktijdenregeling gaat niet uit van het gebruik van een tijdsregistratiesysteem. Een dergelijke werkwijze is verouderd en past niet goed in de huidige trend van resultaatgericht werken en leidinggeven. Het is wel van belang dat leidinggevende zicht heeft op de werktijden en werkzaamheden.

Artikel 12

Voor de functionaris die valt onder de standaardregeling kan het in het kader van

dienstbelang noodzakelijk zijn om buiten het dagvenster werkzaamheden te verrichten. De functionaris heeft dan recht op een buitendagvenstervergoeding;

dit is een financiële vergoeding. Deze vergoeding bedraagt per gewerkt

uur een percentage van het uurloon. De gewerkte uren buiten het dagvenster worden

in tijd gecompenseerd. De functionaris maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.

De uren die buiten het dagvenster gewerkt worden kunnen niet omgezet worden in

vakantieverlof. Functionarissen die een functie bekleden waaraan een functieschaal 11 of hoger verbonden is hebben geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 13

De functionaris die valt onder de standaardregeling van de werktijden kan door de

werkgever aangewezen worden voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten.

Hiervoor geldt een vergoeding. Wordt de functionaris opgeroepen om daadwerkelijk

werkzaamheden te verrichten gedurende zijn beschikbaarheidsdienst dan

ontvangt hij een buitendagvenstervergoeding over de uren buiten het dagvenster conform artikel 11.

Verricht hij werkzaamheden op uren binnen het dagvenster dan kan hij die uren op

een ander moment in tijd compenseren in overleg met zijn leidinggevende.

Artikel 14

De bijzondere werktijdenregeling geldt voor medewerkers die voor 50% of meer worden ingeroosterd door de leidinggevende; hun werktijden worden eenzijdig vastgesteld door de leidinggevende (bijvoorbeeld wanneer in vaste roosterdienst gewerkt wordt).

De regels rondom overwerk, onregelmatige dienst en verschuiving blijven van toepassing. Ook in dit geval kan de roosterfunctionaris aangewezen worden voor beschikbaarheidsdiensten.

Artikel 15

De ondernemingsraad heeft in het proces van flexibilisering van werktijden een belangrijke

rol; de ondernemingsraad monitort of het proces rondom het individueel

vaststellen van de werktijden goed verloopt binnen de organisatie en of het past binnen

de kaders van de werktijdenregeling. Als blijkt dat dit niet het geval is kan de OR

verbetervoorstellen doen.