Regeling vervallen per 01-01-2016

Beleidsregel verlagingen en verhogingen gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging

Geldend van 01-07-2015 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Beleidsregel verlagingen en verhogingen gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging

”BELEIDSREGEL VERLAGINGEN EN VERHOGINGEN GEMEENTE HEERLEN 2015, EERSTE WIJZIGING ”

beleidsregel

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet

    nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de

    Participatiewet.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet;

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de

      gemeente Heerlen;

    • c.

      woning: een woning zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel j Wet op de

      huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld

      in artikel 3 lid 6 van die wet;

    • d.

      norm: de normen genoemd in de artikelen 20 en 21 van de wet.

Artikel 2 Doelgroep

Deze beleidsregel is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van

21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd.

Artikel 3 Verlagen algemene bijstand i.v.m. woonkosten

  • 1. Als er sprake is van het ontbreken van woonlasten als bedoeld in artikel 27 van de wet en de kostendelersnorm niet van toepassing is wordt de norm verlaagd met 20 procent.

  • 2. Als de woonlasten lager zijn dan de minimale rekenhuur die gehanteerd wordt door de Belastingdienst en de kostendelersnorm niet van toepassing is wordt de norm verlaagd met 10 procent.

Artikel 4 Verhoging bijstand alleenstaande ouder met

toeslagpartner

Alleenstaande ouders die in 2015 niet in aanmerking komen voor een

alleenstaande ouder kop op het kindgebonden budget komen tot uiterlijk

1 januari 2016 in aanmerking voor een toeslag van 20 procent van de norm.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juli 2015, onder

    intrekking van de beleidsregel verlagingen en verhogingen gemeente

    Heerlen 2015.

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel verlagingen en

    Verhogingen gemeente Heerlen 2015, eerste wijziging”.

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 7 juli 2015.

gemeentesecretaris, burgemeester,

Algemene toelichting

Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Door de introductie

van de kostendelersnorm verandert de systematiek van de

bijstandsverstrekking. Niet meer de gezins- en woonsituatie en het al dan

niet kunnen delen van de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan

bepalen de hoogte van de bijstand, maar het totaal aantal personen dat in

dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft en meetelt voor de kostendelersnorm

(jongeren tot 21 jaar, commerciële relaties en studerenden zijn uitgezonderd

van de kostendelersnorm).

Door de introductie van de kostendelersnorm zijn toeslagen niet meer

mogelijk. Een alleenstaande of alleenstaande ouder die de woning alleen

bewoont (of uitsluitend met mensen die niet meetellen voor de

kostendelersnorm) krijgt 70% van de gehuwdennorm. En bij de

kostendelersnorm wordt al rekening gehouden met het kunnen delen van de

woonkosten. Dat betekent dat:

  • a.

    de verhoging voor alleenstaanden en alleenstaande ouders die de

    woonkosten niet kunnen delen verdwijnt;

  • b.

    de verlaging voor gehuwden die de woonkosten kunnen delen

    verdwijnt;

  • c.

    de verlaging van de (kostendelers)norm in verband met het

    ontbreken van woonlasten niet meer in een verordening wordt

    vastgelegd. De gemeente kan dit wel in beleidsregels opnemen

    (dat doen we in deze beleidsregel);

  • d.

    de verlaging voor schoolverlaters niet meer in een verordening

    wordt vastgelegd. De gemeente kan dit wel in beleidsregels

    opnemen;

  • e.

    de verlaging voor 21- en 22-jarigen verdwijnt.

Op grond van artikel 29 WWB verstrekten wij een lagere uitkering aan 21-

en 22-jarigen. Dat artikel is vervallen met de invoering van de Participatiewet. Er is geen mogelijkheid meer om aan 21- en 22-jarigen een lagere uitkering te verstrekken, omdat de juridische basis ontbreekt. In de parlementaire geschiedenis van de Participatiewet is dit onderdeel onbelicht gebleven. Dat betekent dat deze groep de normale norm krijgt onder de Participatiewet. De norm voor 21- en 22- jarigen verlagen, dus afwijkend van de wettelijke systematiek, is niet mogelijk, tenzij in individuele gevallen toepassing wordt gegeven aan artikel 18 lid 1 Participatiewet. Die bepaling kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden toegepast.

In deze beleidsregel is niets opgenomen over inkomsten uit (onder)verhuur

en kostgangerschap.

Indien geen sprake is van een commerciële relatie, dan telt betreffende

persoon mee bij berekening van de kostendelersnorm. Als er sprake is van

een commerciële relatie dan telt deze persoon niet mee bij berekening

kostendelersnorm (artikel 22a lid 4 onderdeel b Participatiewet).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In de WWB gold voor pensioengerechtigden een aparte norm, waarop

toeslagen en verlagingen niet van toepassing waren. Omdat ook de

Participatiewet voor deze categorie een aparte norm kent wordt dit

doorgetrokken.

Artikel 3

Op grond van artikel 27 Participatiewet kan het college de norm lager

vaststellen indien een belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten

van het bestaan heeft dan waarin de norm voorziet als gevolg van zijn

woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning. Deze

bepaling ziet op de mogelijkheid om de uitkering van dak- en thuislozen te

verlagen omdat deze lagere bestaanskosten hebben dan belanghebbenden

die een woning bewonen. In lid 2 is tevens opgenomen dat op grond van artikel 27 de norm verlaagd kan worden als belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van bestaan en lager is dan de minimale rekenhuur die de Belastingdienst hanteert om de huurtoeslag te berekenen.

http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/toeslagen/huurtoeslag/huurtoeslag_2015/voorwaarden_2015/voorwaarden_huurtoeslag_2015

Als de kostendelersnorm van toepassing is, kan het college geen verlaging

opleggen wegens lagere of ontbrekende woonkosten. Alleen de norm van

artikel 20 of 21 Participatiewet kan door middel van toepassing van artikel 27

Participatiewet worden verlaagd. Naar de letter van de wet is het dan ook

niet mogelijk om artikel 27 Participatiewet toe te passen op artikel 22a

Participatiewet.

Artikel 4

Door een principieel andere insteek van de Algemene wet

inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) zijn er mensen die de WWB

aanmerkt als alleenstaande ouder en volgens de AWIR toch een

‘toeslagpartner’ hebben. Zij verliezen een deel van hun uitkering en krijgen,

vanwege de toeslagpartner, de alo-kop niet. Het gaat hierbij om

bijstandsontvangers met een inwonend kind van 27 of ouder, met een

inwonende eigen ouder, die zijn verlaten door hun partner, met een

gedetineerde partner, een echtgenoot die naar het buitenland is vertrokken

of met een partner in een inrichting. Om de inkomensachteruitgang voor

deze groep te compenseren