Regeling vervallen per 22-12-2016

Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen inhoudende de afgifte van RVV-ontheffingen voor artikel 24, eerste lid sub g RVV 1990

Geldend van 12-11-2016 t/m 21-12-2016

Intitulé

Beleidsregel van burgemeester en wethouders van Heerlen inhoudende de afgifte van RVV-ontheffingen voor artikel 24, eerste lid sub g RVV 1990

Inleiding

Als iemand met een voertuig wil rijden of parkeren waar dat niet mag, is daarvoor een RVV-ontheffing nodig. RVV staat voor Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. De RVV-ontheffing geldt alleen voor bepaalde verkeerstekens en verkeersregels.

Artikel 87 van het RVV 1990 geeft aan waarvoor wel en waarvoor geen ontheffing kan worden verleend. Artikel 87 van het RVV 1990 is daarbij het wettelijke kader.

Deze beleidsregel geeft de criteria en voorwaarden aan die de gemeente Heerlen gebruikt in het beoordelen van een aanvraag om een RVV-ontheffing, specifiek voor het parkeren op een vergunninghoudersparkeerplaats aangeduid door verkeersbord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990 en/of op parkeerapparatuur(combi-)plaatsen.

Het RVV 1990 is wetgeving en een toegestane overtreding daarvan moet niet vanzelfsprekend zijn. De aanvrager geeft aan waarvoor en waarom hij een ontheffing nodig heeft. Een ontheffing wordt alleen verleend als het voor de bedrijfsvoering absoluut noodzakelijk is of als het in verband met medische noodzaak niet anders kan. Een ontheffing kan onder voorwaarden worden verleend.

NB. Voorrangsvoertuigen hebben al een algemene landelijke vrijstelling via artikel 91 van het RVV 1990, die voorrangsvoertuigen de mogelijkheid geeft van het RVV 1990 af te wijken voor zover de uitvoering van hun taak dit vereist.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. college: college van burgemeester en wethouders van Heerlen.

b. RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

c. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder z. van het RVV 1990.

d. parkeren: het gedurende een aangesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

e. sector: gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.

f. bewoner: inwoner van de gemeente Heerlen die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en staat ingeschreven als ingezetene in de persoonsregistratie van de gemeente op een adres in een gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of combi-parkeerplaatsen aanwezig zijn.

h. zelfstandige woning: een woning met een eigen keuken, douche en toilet, bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

i. bedrijf: natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde bewoner, stichting of vereniging, die

- blijkens een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel gevestigd is in een sector, of;

- volgens opgave van de Kamer van Koophandel behoort tot de vrije beroepen en gevestigd in een sector.

Een beroep of bedrijf wordt beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn, het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond.

j. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur.

k. combi-parkeerplaats: parkeerapparatuurplaats waar tevens geparkeerd kan worden met een vergunning.

l. vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die

- is aangeduid met Bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

- gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.

m. vergunning: een door het college verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in een nader omschreven sector, op daartoe aangewezen parkeerapparatuur(combi)- en/of vergunninghouderplaatsen.

n. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

o. jaar: kalenderjaar.

p. ontheffing: de beschikking waarin staat voor welke verkeersregels en verkeerstekens van artikel 87 RVV 1990 ontheffing is verleend en de daaraan verbonden voorschriften en/of beperkingen.

q. ontheffingsbewijs: een schriftelijk bewijsstuk van de ontheffing dat door het college aan de vergunninghouder wordt verstrekt.

Artikel 2 Beoordelingscriteria ontheffing

a. Aan bedrijven die gevestigd zijn binnen een sector waar

parkeerplaatsen zijn aangewezen voor vergunninghouders kan een ontheffing worden verleend.

b. Aan medische instanties (huisarts, tandarts, consultatie bureau e.d.)

die gevestigd zijn binnen een sector waar slechts parkeerplaatsen zijn aangewezen voor vergunninghouders, kan een ontheffing worden verleend.

c. Zorgvragers (hulpbehoevenden) die gedurende het jaar meer dan 8 uur per week, over een periode van minimaal 3 maanden zorg ontvangen van een of meerdere mantelzorgers, (en daarom in aanmerking komen voor het mantelzorgcompliment) en wonen binnen een sector waar slechts parkeerplaatsen zijn aangewezen voor vergunninghouders kan een ontheffing worden verleend voor bezoek van de mantelzorger. Toetsing vindt plaats aan de hand van de geregistreerde toekenning van het mantelzorgcompliment.

d. Aan huisartsen en professionele zorginstellingen kunnen ontheffingen worden verleend indien hun werkzaamheden dit vereisen.

e. Voor overige gevallen: Indien de aard van werkzaamheden met zich mee brengt dat dit niet uitgevoerd kan worden zonder overtreding van artikel 24, eerste lid sub g, van het RVV 1990 kan hiervoor een ontheffing worden verleend.

Artikel 3 Algemene voorwaarden

a. Een ontheffing zoals genoemd onder artikel 2 lid a t/m c wordt alleen verleend aan de houder van een vergunning. De ontheffing vervangt altijd de verleende vergunning, de vergunning zal bij verlening van een ontheffing worden ingetrokken.

b. De ontheffing is alleen geldig in de sector en in het tijdvak waarvoor deze is verstrekt.

c. Per zelfstandige woning of per bedrijf worden maximaal twee ontheffingen verstrekt.

d. Een ontheffing wordt verstrekt op naam van de aanvrager.

e. De aanvrager ontvangt een ontheffingsbewijs. Dit bewijs dient zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te worden gelegd.

f. De ontheffing vermeldt in ieder geval:

• naam en adres van de ontheffinghouder;

• tijdvak en sector waarvoor de ontheffing is verleend;

• geldigheidsduur van de ontheffing;

• van welke verkeersregel en, indien van toepassing, welk verkeersteken ontheffing is verleend.

Artikel 4 Geldigheidsduur van ontheffingen

a. Ontheffingen zoals genoemd in artikel 3 lid a t/m d worden verleend voor maximaal een half jaar.

b. Ontheffingen zoals genoemd in artikel 2 lid e worden onder beperking van tijd verleend, dat wil zeggen voor bepaalde tijden en/of dagen èn voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld van datum tot datum).

Artikel 5 Weigering aanvraag

De aanvraag wordt geweigerd indien deze niet voldoet aan de genoemde beoordelingscriteria zoals genoemd in artikel 2. Uitgangspunt is dat een RVV-ontheffing een uitzondering is en dat er sprake moet zijn van een bijzondere situatie: het “nee, tenzij” principe.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de ontheffing

1. Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing vereist is;

c. indien de aan de ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

d. indien de bewoner of het bedrijf niet meer in de sector woonachtig c.q. gevestigd is, waarvoor de ontheffing is verleend;

e. indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

2. De houder van een ontheffing dient wijziging van de gegevens, genoemd in artikel 3, lid f, schriftelijk kenbaar te maken aan het college, zodat de verleende ontheffing, indien mogelijk, kan worden gewijzigd.

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel voor afgifte van RVV-ontheffingen voor artikel 24, eerste lid sub g RVV 1990” en treedt in werking 1 dag na publicatie.

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van

Ondertekening

de wnd. gemeentesecretaris,

drs. D. Schipperheijn

de burgemeester,

R.K.H. Krewinkel