Regeling vervallen per 27-05-2017

Beleidsregel van de burgemeester van Heerlen houdende geluidsbeleid voor Heerlense evenementen. (Geluidsbeleid voor Heerlense Evenementen)

Geldend van 14-01-2017 t/m 26-05-2017

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van Heerlen houdende geluidsbeleid voor Heerlense evenementen. (Geluidsbeleid voor Heerlense Evenementen)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a. achtergrondniveau: geluidsniveau dat de geluidsproductie van aanwezige bezoekers niet overstijgt;

b. achtergrondmuziek: muziek die de geluidsproductie van aanwezige bezoekers niet overstijgt;

c. centrum van Heerlen: het gebied begrensd door de Stationsstraat, Klompstraat, Groene Boord, Putgraaf, Dr. Poelsstraat, Raadhuisplein, Coriovallumstraat, Kruisstraat, Burgemeester Van Grunsvenplein en de Geerstraat alsmede de locatie Bekkerveld.

b. C70-evenement: evenement in de openlucht waarbij elektronisch versterkte muziek wordt geproduceerd met een maximale geluidsbelasting van 70 dB(A), gemeten op de gevel van de meest nabij gelegen woning of een andere geluidsgevoelige bestemming;

c. C85-evenement: evenement in de openlucht waarbij elektronisch versterkte muziek wordt geproduceerd met een maximale geluidsbelasting van 85 dB(A), èn een maximale geluidsbelasting van 100 dB(C), gemeten op de gevel van de meest nabij gelegen woning of een ander geluidsgevoelige bestemming;

d. Evenement: evenement als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Heerlen.

Artikel 2 Evenementenlocaties

Als evenementenlocaties zijn de volgende locaties aangewezen: Bekkerveld, Bongerd, Burgemeester van Grunsvenplein, Pancratiusplein Noord, Pancratiusplein Zuid, Promenade 1, Promenade 2, Raadhuisplein, Wilhelminaplein, Morenhoek, Markt Hoensbroek, Gebrookerplein Hoensbroek, Corneliusplein Heerlerheide en Dr. Clemens Meulenmansstraat Heerlerbaan, een en ander zoals aangeduid op het bij deze regeling behorende kaartoverzicht.

Artikel 3 Toelaatbaarheid van evenementen

1. Evenementen in Heerlen waarbij de geluidsproductie het achtergrondniveau overstijgt, zijn slechts toegelaten op de daartoe aangewezen evenementenlocaties, en in overeenstemming met de bij deze regeling behorende evenementenmatrix. Deze matrix vermeldt per evenementenlocatie het jaarlijks maximaal aantal evenementen en de maximale geluidsbelasting.

2. Evenementen in Heerlen die de maximale geluidsbelasting van 85 dB(A) of 100 dB(C) overschrijden, gemeten op de gevel van de meest nabij gelegen woning of een ander geluidsgevoelige bestemming, zijn niet toegelaten.

Artikel 4 Standaardvoorschriften

Aan vergunningen voor evenementen buiten de vastgestelde evenementenlocaties als genoemd in artikel 2, worden standaardvoorschriften verbonden conform de bij deze regeling behorende bijlage “Standaardvoorschriften A en B“.

Artikel 5 Selectiecriteria

1. Aan de hand van een reserveringskalenderevenementen wordt bepaald welke evenementen jaarlijks per locatie zijn toegelaten.

2. Uiterlijk 30 september van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarin beoogd wordt het evenement te organiseren, meldt de organisator het evenement bij het gemeentebestuur aan in de vorm van een principe-aanvraag. De burgemeester kan aan de principe-aanvraag nadere eisen stellen.

3. Lid 2 is van toepassing op ‘beeldbepalende’ en ‘onderscheidende’ evenementen zoals bedoeld in de nota ‘Actualisatie Evenementenbeleid Heerlen 2014-2017’ (…. een voortdurende belevenis).

4. De evenementenkalender komt tot stand op basis van de principe-aanvragen die tijdig zijn ingediend en ten tijde van indiening aan eventueel gestelde nadere eisen voldoen.

Vervolgens wordt de evenementenkalender gevuld uit de groep van evenementen die zijn overgebleven. Er wordt gestreefd naar een spreiding in ruimte en tijd, met toepassing van de in artikel 3 bedoelde evenementenmatrix.

Artikel 6 Evenementenvergunning

Van de evenementenvergunning voor C70- en C85-evenementen dienen de volgende elementen in ieder geval deel uit te maken:

a. de geluidsvoorschriften worden op basis van de APV en de evenementenmatrix aan de evenementenvergunning verbonden;

b. de geluidsbelasting op de gevel van omliggende woningen wordt beperkt tot een plafondwaarde (die gerelateerd is aan de evenementenmatrix);

c. de gebruikstijd wordt in principe tot 23.00 uur beperkt met uitloop tot 00.00 uur met ‘achtergrondmuziek’. Indien een zon- en feestdag volgt na de dag dat het evenement plaatsvindt, dan loopt de gebruikstijd tot 00.00 uur met een uitloop tot 01.00 uur met achtergrondmuziek;

d. de locatie en de opstelling van de geluidsbronnen is vastgelegd op een overzichtstekening;

e. de meetpunten ten behoeve van toetsing grenswaarden zijn vastgelegd op een overzichtstekening;

f. geluidsbegrenzing wordt verplicht gesteld; bij het uitvallen van de geluidsbegrenzing dient de organisatie terstond de gemeente te waarschuwen;

g. de soundcheck aan het begin van het evenement wordt beperkt tot maximaal één uur;

h. het voldoen aan de eisen van de opleveringscontrole.

Artikel 7 Beperken geluidsoverlast

Ter bevordering van het voorkomen, althans zoveel mogelijk beperken, van geluidsoverlast worden organisatoren van evenementen gewezen op het volgende:

a. Een goede programmering (lees: afwisseling) van de (soorten) muziek of andere geluidsproducerende evenementenonderdelen;

b. De locatiekeuze van de geluidsbronnen. De organisatie geeft in het vooroverleg aan hoe ze de geluidsbronnen wilt plaatsen. De gemeente bepaalt vervolgens welke geluidsproductie mogelijk is. Indien noodzakelijk wordt dit herhaald voor een aantal varianten. Uiteindelijk wordt de definitieve inrichting vastgelegd op een plattegrond en wordt dit vastgelegd in de vergunningvoorschriften.

c. De beschikbaarheid van een evenementenhandboek waarin allerlei tips en maatregelen worden aangereikt die ertoe leiden dat ontoelaatbare geluidsoverlast kan worden voorkomen;

d. Het toepassen van geluidsbegrenzing buiten de evenementenlocaties;

e. Het geleidelijk wegdraaien van de bastonen aan het einde van het evenement;

f. Het beperken van de soundcheck die voorafgaand aan het evenement plaatsvindt.

g. De geluidsbelasting door de evenementenorganisatie zelf te laten meten om zelf bij te kunnen sturen.

Artikel 8 Afwijkingen

1. Het bevoegde gezag kan, in speciale gevallen, gemotiveerd afwijken van deze regeling.

Afwijken is slechts mogelijk indien voldaan is aan:

a. Het evenement is zichtbaar, vergroot de levendigheid in de stad en bereikt zoveel mogelijk mensen.

b. Het evenement is van duidelijke meerwaarde voor de stad en haar omgeving;

c. Het evenement draagt bij aan de binding van inwoners onder elkaar (sociale cohesie) en aan de binding van inwoners met de stad (trots en identiteit);

d. Het evenement draagt ook bij aan de uitstraling en profilering naar buiten toe. Ze verbindt positieve kwaliteiten van het evenement en stad met elkaar en versterkt het merk Heerlen.

(in overeenstemming met de ‘Actualisatie Evenementenbeleid Heerlen 2014-2017’ (…. een voortdurende belevenis)).

2. Voor de volgende evenementen worden in afwijking van het bepaalde in artikel 6, onder c, de volgende sluitingstijden toegelaten:

- de Raboronde Heerlen op vrijdag, muziekgeluid tot 01.00 uur;

- de avondopening van het nieuwe carnavalsseizoen (Aod op Nuj), muziek geluid tot 01.00 uur;

- voor muziekactiviteiten na Corio Tropical, op donderdagavond, muziekgeluid tot 24.00 uur;

3. Ten aanzien van de Kermis gelden de volgende afwijkingen:

a. voor de kermis wordt 01.00 uur als sluitingstijd voor muziekgeluid toegelaten op vrijdag- en zaterdagavond.

b. voor de kermis geldt een maximaal geluidsniveau van 75 dB(A) op vrijdag, maandag, dinsdag en woensdagmiddag tussen 12.00 en 18.00 uur op de gevels van dichtst bijgelegen woningen

Artikel 9 Toezicht

De volgende toezichtsinstrumenten zullen door bevoegd gezag bij de voorbereiding van het evenement worden betrokken:

1. De opleveringscontrole. Van belang is dat vanaf het begin van de opbouw van het evenement tot de gereedmelding er controle plaatsvindt. Het gaat dan met name om de plaats en het eventueel begrenzen van de geluidsbron(nen);

2. De geluidsmeting. Vooraf wordt inzicht verschaft in de plaats waar en de wijze waarop wordt gemeten. Ook worden de (mogelijke) gevolgen van een overschrijding van de afgesproken geluidsniveaus besproken.

3. Controlemetingen tijdens het evenement. Door toezichthouders worden controlemetingen uitgevoerd om na te gaan of aan de geluidsvoorschriften wordt voldaan. Bij het uitvoeren van toezicht en handhaving wordt gebruik gemaakt van het meetprotocol in bijlage 4 van de nota Geluidsbeleid voor Heerlense evenementen 2017-2020.

4. De evaluatie van het evenement. Na afloop van het evenement geschiedt een zorgvuldige evaluatie van het verloop van het evenement met de organisatie.

Artikel 10 Sancties

1. Als een overtreding van de geluidsvoorschriften van de vergunning wordt vastgesteld kan een bestuurlijke sanctie worden opgelegd. Dit laat onverlet de mogelijkheid van strafrechtelijke vervolging.

2. Bij het toezicht op de naleving van de geluidsnormen wordt gehandeld in overeenstemming met het bepaalde in bijlage 4 van de nota Geluidsbeleid voor Heerlense evenementen 2017-2020.

Artikel 11 Slotbepaling

Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking en geldt tot en met 31 december 2020.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van Heerlen op 6 januari 2017.

Ondertekening

De burgemeester,

R.K.H. Krewinkel

Bijlage 1: A- en B-voorschriften voor kleinschalige evenementen

Geluidadvies A

Optochten

Voorschriften:

1. Het gebruik van een geluidsinstallatie dan wel het ten gehore brengen van levende muziek is toegestaan op de in de aanvraag/melding vermelde tijdstippen;

2a. Het geluid afkomstig van versterkte muziek en de omroepinstallatie mag ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning niet meer bedragen dan LA(eq) van 70 dB(A); met uitzondering van de carnavalsoptochten.

2b. Voor carnavalsoptochten geldt een maximale geluidsbelasting gemeten op een afstand van 5 m van het geluidsapparaat van niet meer dan 95 dB(A).

2c. De prijsuitreiking van de carnavalsoptocht Hoensbroek maakt deel uit van de optocht Hoensbroek.

3. Een uur voorafgaand aan de start van de optocht mag tijdens het opstellen, dan wel het wachten op vertrek van de optocht, behoudens in verband met het afstellen van de installatie, de maximale geluidsbelasting niet meer bedragen dan 75 dB(A), gemeten op een afstand van 5 m van het geluidsapparaat.

4. Tot maximaal een uur na aankomst bij het eindpunt van de optocht mag de maximale geluidsbelasting niet meer bedragen dan 75 dB(A), gemeten op een afstand van 5 m van het geluidsapparaat.

5. De vergunningsvoorschriften dienen opgenomen te worden in een reglement van de organiserende vereniging met het risico van uitsluiting van de partij, die de voorschriften niet in acht neemt, tijdens de optocht het jaar daaropvolgend;

6. Vergunninghouder dient er op toe te zien dat de voorschriften in acht worden genomen en is verantwoordelijk voor een correcte naleving daarvan; in geval van niet-naleving van de voorschriften door deelnemers dient vergunninghouder er zorg voor te dragen dat deze feitelijk uit de optocht worden verwijderd.

7. Indien gebruik gemaakt wordt van een “Confettikanon” of mechanisch gaskanon mag het geluiddrukniveau van de kanonslag niet meer bedragen dan 100 dB(A) op 5 meter gemeten.

Geluidadvies B (incl. de voormalige C-voorschriften)

Braderie, straatmarkt, rommelmarkt, sportdag, buurtfeest, etc.

Voorschriften:

1. Het gebruik van een geluidsinstallatie dan wel het ten gehore brengen van levende muziek is toegestaan op de in de aanvraag/melding vermelde tijdstippen

2. Omwonenden dienen ruim van tevoren (14 dagen) van de activiteiten in kennis te worden gesteld;

3. Het geluid afkomstig van versterkte muziek en de omroepinstallatie mag ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning niet meer bedragen dan LA(eq) van 70 dB(A);

4. De luidsprekers dienen zodanig opgesteld te worden, dat de geluidsproductie zoveel mogelijk van de gevels van de dichtst bijgelegen woningen af gericht is

5. Ter voorkoming van geluidsoverlast door de ten gehore te brengen levende muziek dienen de muziekkorpsen, bands en orkesten een zodanige positie in te nemen dat het geluid zo min mogelijk bij de woonbebouwing terecht komt;