Subsidieverordening gevelverbetering Hoofdstraat Hoensbroek

Geldend van 01-10-2004 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening gevelverbetering Hoofdstraat Hoensbroek

Afdeling 1

Grondslag en werkingssfeer

artikel 1.1

toepassingsgebied

Deze subsidieverordening is van toepassing op de hoofdstraat te hoensbroek.

Afdeling 2

Gevelverbetering hoofdstraat hoensbroek

artikel 2.1

begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. plangebied: het gebied zoals omschreven in artikel 1.1;

b. gevel: een voorgevel van een pand, geen appartementsgebouw zijnde, dat gelegen is in het plangebied en die aansluit aan de openbare weg en bovendien zichtbaar is vanaf de openbare weg en een zijgevel of achtergevel voor zover deze naar het oordeel van Burgemeester en wethouders aansluit aan de openbare weg en bovendien zichtbaar is vanaf de openbare weg;

c. historisch en/of architectonisch waardevolle gevel: een voorgevel (geen zijgevel) die op de bij deze subsidieverordening behorende plankaart als zodanig is aangeduid;

d. herstelwerkzaamheden: onder herstelwerkzaamheden wordt verstaan structureel herstel of wegwerken achterstallig onderhoud van:

constructie gevel, zoals fundering en balklaag;

buitenkozijnen, ramen en deuren, balkons en luifels;

scheuren in metselwerk, voegwerk;

gevelbedekkingen zoals dak en kroonlijsten;

afwerkingen, zoals pleisterwerk, schilderwerk en natuursteen;

goten, hemelwaterafvoeren, loodgieterwerk;

dakkapellen voor zover deze een onlosmakelijk onderdeel vormen van de gevel;

historische en/of architectonische elementen in originele staat;

en verder werkzaamheden zoals:

  • -

    weghalen storende reclame of andere storende elementen;

  • -

    gevelreiniging.

    • e.

      rechthebbende: onder rechthebbende wordt verstaan:

  • -

    de natuurlijke of rechtspersoon die het recht van eigendom heeft op een pand;

  • -

    de opstalhouder van het pand;

  • -

    de vruchtgebruiker van het pand;

  • -

    de houder van het appartementsrecht als bedoeld in art. 5:106 van het Burgerlijk Wetboek;

  • -

    huurder van een pand die van de eigenaar een schriftelijke toestemming verkrijgt voor herstel van de gevel van het pand dat hij huurt.

    • f.

      herstelonderzoek: een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken van een te herstellen gevel, dat daarbij uitsluitsel geeft over de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om de gevel in een goede bouwtechnische en/of originele staat te brengen;

    • g.

      kosten: kosten die noodzakelijk zijn om de onderdelen van de gevel of de historisch en/of architectonisch waardevolle gevel op sobere en doelmatige wijze te herstellen;

    • h.

      subsidie: een bijdrage die na afsluiting van de herstelwerkzaamheden wordt uitgekeerd, mits aan de in deze subsidieverordening gestelde voorwaarden is voldaan;

    • i.

      toekennen van een bijdrage: het besluit van burgemeester en wethouders dat een voorwaardelijke aanspraak op de bijdrage verschaft aan de begunstigde onder de voorwaarde dat aan de in deze subsidieverordening gestelde voorwaarden wordt voldaan alsmede dat door de aanvrager de benodigde vergunning en of positieve adviezen worden verkregen;

    • j.

      vaststellen van een bijdrage: het besluit van burgemeester en wethouders nadat de werkzaamheden zijn voltooid, waarbij de uiteindelijke hoogte van de toegekende bijdrage wordt vastgesteld.

artikel 2.2

kosten waarvoor een bijdrage kan worden toegekend in afdeling 2

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende van een pand in het plangebied met een gevel of een historisch of architectonisch waardevolle gevel een bijdrage toekennen per pand in de kosten van herstelwerkzaamheden en een herstelonderzoek. Een bijdrage voor een herstelonderzoek wordt alleen toegekend voor zover ook daadwerkelijk tot herstel wordt over gegaan.

  • 2.

    Onder de kosten van herstelwerkzaamheden waarvoor een bijdrage kan worden toegekend, wordt verstaan:

    • a.

      het deel van de aanneemsom dat betrekking heeft op het herstel van (onderdelen van) de gevel, alsmede op onderdelen die de historische of architectonische waarde van de gevel mede bepalen, zoals decoratieve qevelelementen;

    • b.

      materiaalkosten, indien en voor zover er sprake is van in eigen beheer te verrichten herstelwerkzaamheden;

    • c.

      de kosten van de architect, voor een technische opname indien nodig, een globaal archiefonderzoek en een bouwhistorisch onderzoek, een schetsplan schaal 1 : 50 en een gedetailleerde begroting;

    • d.

      de eventuele noodzakelijke kosten van een adviseur;

    • e.

      het deel van de legeskosten dat betrekking heeft op de ingevolge onder a, b, c en d vastgestelde kosten;

    • f.

      de BTW over de ingevolge onder a, b, c en d vastgestelde subsidiabele kosten, voor zover de aanvrager kan aantonen dat deze niet bij 's rijks belastingen kan worden teruggevorderd.

artikel 2.3

bijdrage aan herstel van een gevel

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een eigenaar van een pand met een gevel een bijdrage toekennen van 50% van de kosten tot een maximum van € 5.000, (inclusief BTW) per pand.

  • 2.

    Indien een aanvraag wordt ingediend voor herstel van drie of meer aangrenzende gevels van panden met opeenvolgende huisnummers geldt, in afwijking van het eerste lid, een bijdrage tot een maximum van € 6.000,- (inclusief BTW) per pand.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een rechthebbende van een pand met een historisch en/of architectonisch waardevolle gevel een bijdrage toekennen van 50% van de kosten, tot een maximum van € 6.000,-- (inclusief BTW) per pand.

  • 4.

    Indien een aanvraag wordt ingediend voor herstel van drie of meer aangrenzende historisch en/of architectonisch waardevolle gevels van panden met opeenvolgende huisnummers geldt, in afwijking van het derde lid, een bijdrage tot een maximum van € 7.000,- (inclusief BTW) per pand.

  • 5.

    Op de bijdragen, vermeld in de leden 1, 2, 3 en 4, worden de bijdragen die op grond van enige andere bijdrageregeling voor de verbetering van gevels zijn vastgesteld of toegekend, geheel of ten dele in mindering worden gebracht voordat een bijdrage op grond van deze verordening wordt vastgesteld.

artikel 2.4

weigering

  • 1.

    Een bijdrage op grond van deze verordening wordt, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, niet toegekend indien:

    • a.

      de bijdrage wordt aangevraagd voor werkzaamheden aan onderdelen van een gevel waarvoor in een periode van tien jaar voorafgaande aan de aanvraag reeds een bijdrage van overheidswege werd verleend;

    • b.

      de werkzaamheden, waarvoor een bijdrage wordt aangevraagd, reeds zijn uitgevoerd of indien een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Indien de gemeenteraad een besluit heeft genomen tot onteigening van een pand dan wel beëindiging van het erfpachtrecht, wordt een subsidieaanvraag voor de betrokken gevel geweigerd.

  • 3.

    Aanvragers die op het moment van aanvraag dan wel op het moment waarop burgemeester en wethouders op de aanvraag beslissen, in staat van faillissement of surseance van betaling verkeren, wordt geen bijdrage toegekend.

artikel 2.5

wijze van aanvragen

  • 1.

    De aanvraag om een bijdrage dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van een door burgemeester en wethouders voor dit doel opgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bevestigen de ontvangst van de aanvraag, onder aantekening van de datum waarop deze is binnengekomen.

  • 3.

    Bij de aanvraag dient een schriftelijk bewijs te worden overgelegd dat men rechthebbende is om in aanmerking te komen voor een bijdrage in het kader van deze subsidieverordening.

  • 4.

    Bij de aanvraag dient tevens een herstelplan te worden overgelegd dat bestaat uit:

    • a.

      tekeningen (schaal 1 : 50) van zowel de bestaande toestand als de nieuw te maken toestand van de gevel;

    • b.

      een gedetailleerde werkomschrijving of bestek;

    • c.

      een gespecificeerde begroting van de kosten en het totaalbedrag;

    • d.

      een specificatie van de uit te besteden werkzaamheden en de in eigen beheer te verrichten werkzaamheden.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders dienen binnen vier weken nadat de aanvraag is ingediend de aanvrager schriftelijk te laten weten of zijn aanvraag compleet is of dat zij, binnen een nader daarvoor te stellen redelijke termijn, nadere gegevens van de aanvrager verlangen, zoals een bouwvergunning en of noodzakelijke aanvullende adviezen, die voor de beoordeling van de aanvraag redelijkerwijs noodzakelijk zijn.

  • 6.

    Wanneer de aanvrager verzuimt de in het vijfde lid bedoelde gegevens te verstrekken of wanneer de verstrekte gegevens nog steeds niet aan de gestelde eisen voldoen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Dit besluit wordt aan de rechthebbende bekendgemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag onvoldoende is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 7.

    Aanvragen zullen in behandeling worden genomen in volgorde van binnenkomst bij de gemeente.

artikel 2.6

advies met betrekking tot de aanvraag

1 . Burgemeesteren wethouders kunnen een adviescommissie instellen met als taak het adviseren aan de aanvrager inzake eventueel verplichte vergunningen, zoals een bouwvergunning en of benodigde adviezen zoals een advies van de gemeentelijke welstandscommissie en of een advies van de gemeentelijke afdeling die te verrichten herstelwerkzaamheden toetst aan de leefmilieuverordening.

  • 2.

    Deze adviescommissie zal onder andere bestaan uit vertegenwoordigers van:

    • -

      een door burgemeester en wethouders toegelaten externe onafhankelijke organisatie die belast zal zijn met het adviseren over herstelwerkzaamheden aan de gevels van de in het plangebied gelegen panden;

    • -

      de gemeentelijke afdeling die belast is met het afgeven van bouwvergunningen.

artikel 2.7

beslissing op de aanvraag

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen over een toekenning van een bijdrage binnen acht weken na de dag waarop zij conform artikel 2.5 vijfde lid de aanvrager schriftelijk hebben laten weten dat zijn aanvraag compleet is bevonden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadat conform artikel 2.5 vijfde lid de aanvrager schriftelijk is gemeld dat aanvullende vergunningen en of adviezen bij de aanvraag noodzakelijk zijn, een voorwaardelijke toekenning doen onder de ontbindende voorwaarde van het verkrijgen door de aanvrager van de benodigde vergunning en of positieve adviezen.

  • 3.

    Indien Burgemeester en wethouders niet binnen acht weken beslissen over de aanvraag, stellen zij de aanvrager schriftelijk in kennis van de termijn waarbinnen een beslissing tegemoet kan worden gezien. Zij kunnen daarbij hun beslissing één maal voor ten hoogste acht weken verdagen.

artikel 2.8

voorwaarden

  • 1.

    De bijdrage wordt toegekend, onverminderd het elders in deze verordening bepaalde, onder voorwaarde dat:

    • a.

      binnen 26 weken na de dag waarop het besluit tot verlening van subsidie aan de aanvrager is verzonden met de werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt en dit schriftelijk wordt gemeld aan burgemeester en wethouders;

    • b.

      de werkzaamheden zijn voltooid binnen één jaar na het, verlenen van de subsidie;

    • c.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen of organisatie toegang wordt verleend tot de werkzaamheden en inzage wordt verleend in de bescheiden en, zo nodig, gegevens worden verstrekt die betrekking hebben op de uit te voeren werkzaamheden;

    • d.

      niet wordt afgeweken van een goedgekeurd, ingediend herstelplan, behalve voor zover voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders is verkregen;

e. indien de eigenaar, alsmede de rechtsopvolger van een pand, waarvoor een bijdrage is toegekend, binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de bijdrage is verleend, het pand vervreemdt, dient hij in de verkoopovereenkomst een derdenbeding op te nemen dat de verplichtingen van de verkoper ten aanzien van de toegekende bijdrage doen overgaan op de koper van het pand;

  • f.

    indien de rechthebbende, niet zijnde een eigenaar, van een pand waarvoor een bijdrage is toegekend, binnen de termijn waarin werkzaamheden worden verricht waarvoor de bijdrage is verleend, zijn recht overdraagt aan een ander, dient hij te garanderen dat de verplichtingen ten aanzien van de toegekende bijdrage door degene aan wie hij zijn recht overdraagt worden overgenomen.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid onder sub a en b, genoemde termijn toestaan.

artikel 2.9

vaststelling bijdrage

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen binnen acht weken de bijdrage vast nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk gereed zijn gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens, onder meer de originele rekeningen en betalingsbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden, alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden op dezelfde wijze zijn gerangschikt als in de begroting en, voor zover van toepassing, een lijst van goedgekeurd meer en minderwerk;

    • b.

      de onder a bedoelde werkzaamheden door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gecontroleerd en akkoord bevonden;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen de bijdrage binnen vier weken betaalbaar nadat de bijdrage is vastgesteld.

artikel 3.0

subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Aanspraak op subsidie bestaat slechts voor zover de door de gemeenteraad aangewezen middelen toereikend zijn.

  • 2.

    Alle aanvragen om subsidie worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

artikel 3.1

aan de subsidie te verbinden algemene voorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt verleend onder de verplichting dat:

    • a.

      de aanvang van de werkzaamheden van tevoren schriftelijk wordt gemeld bij de Dienst Stadsontwikkeling van de Gemeente Heerlen;

    • b.

      de voor het verrichten van de activiteiten alle noodzakelijke publiekrechtelijke vergunningen zijn verleend;

    • c.

      de werkzaamheden in gang worden gezet binnen 26 weken na de dag waarop het besluit tot verlening van subsidie aan de aanvrager is verzonden; deze termijn kan op schriftelijk verzoek van aanvrager door burgemeester en wethouders éénmaal met 26 weken worden verlengd;

    • d.

      aan door burgemeester en wethouders met controle belaste personen door hen te bepalen tijdstippen:

      • -

        toegang wordt verleend tot het gebouwd onroerend goed; alle noodzakelijke gegevens, bescheiden en tekeningen ter beschikking worden gesteld en hierin inzage wordt verleend;

      • -

        de gelegenheid wordt geboden de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens te controleren, waaronder mede te verstaan het nemen van een afschrift.

artikel 3.2

hardheidsclausule

Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.

artikel 3.3

uitvoering van deze verordening

Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van deze verordening opdragen aan derden.

artikel 3.4

naam en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1oktober 2004.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “subsidieverordening gevelverbetering Hoofdstraat Hoensbroek".

Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 29 september 2004.

griffier, voorzitter,

toelichting Subsidieverordening GEVELVERBETERING HOOFDSTRAAT

artikel 1.1

In dit artikel is het toepassingsgebied van de verordening vastgesteld.

artikel 2.4

Dit artikel noemt redenen om een subsidie te weigeren.

Indien één van deze weigeringsgronden van toepassing is, wordt de subsidie geweigerd. Hierbij heeft de gemeente geen hoorplicht (artikel 4:7 juncto 4: 1 2 lid 1 sub a van de Awb).

Indien aanvrager reeds voorafgaand aan de subsidieverlening met de werkzaamheden wil beginnen, dient hij hiertoe schriftelijk toestemming van burgemeester en wethouders te verkrijgen. Hiervoor is noodzakelijk dat er een opname heeft plaatsgevonden van de oorspronkelijke situatie, omdat anders niet vast te stellen is welke voorzieningen getroffen moeten worden.

De subsidie wordt voorts geweigerd, indien eerder in datzelfde kalenderjaar of tegelijk met de aanvraag een andere aanvraag voor dezelfde woning is ingediend.

Ook de Algemene wet bestuursrecht noemt in artikel 4:35 nog een aantal weigeringsgronden, die aanvullend werken op bovengenoemde gronden.

Uiteraard werkt ook de verplichte weigeringgrond wegens overschrijding van het subsidieplafond (artikel 4:25 lid 1 Awb) aanvullend op bovengenoemde gronden.

artikel 2.5.

De leden van dit artikel bepalen dat bij de aanvraag gebruik dient te worden gemaakt van een standaardformulier, dat door het college van burgemeester en wethouders moet worden vastgesteld. Een ordelijke en efficiënte afhandeling van de aanvraag wordt bevorderd door de gebruikmaking van een speciaal daartoe bestemd formulier.

Gegevens die op basis van artikel 4:2 van de Awb moeten worden vermeld, zoals de dagtekening van de aanvraag, zijn niet opgenomen in de opsomming van de te verstrekken gegevens. De verplichting om deze gegevens te verstrekken volgt immers rechtstreeks uit de Awb.

Indien er gegevens ontbreken, zijn burgemeester en wethouders verplicht om een termijn te stellen voor het aanvullen van de ontbrekende gegevens. Indien de gegevens niet binnen de gestelde termijn worden aangevuld, kan besloten worden de aanvraag niet te behandelen. Dit is dwingend bepaald in artikel 4:5 van de Awb. Een onvolledige aanvraag is in beginsel wel een tijdige aanvraag, ook al behoeft deze naderhand nog aanvulling. Dit is met name van belang in relatie tot artikel 2.5, lid 7 van de verordening, waarin wordt bepaald dat de aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

artikel 2.7 en artikel 2.9

Deze artikelen bepalen, dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na de dagtekening over de aanvragen beslissen. Deze termijn sluit aan bij de termijn als genoemd in artikel 4: 13, tweede lid, Awb. Dit staat het college van burgemeester en wethouders echter niet in de weg om eerder op een aanvraag te besluiten.

De termijn voor het nemen van een beslissing wordt opgeschort vanaf de dag dat de aanvrager wordt uitgenodigd om ontbrekende gegevens aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de termijn die daarvoor is gesteld, ongebruikt is verstreken (artikel 4:15 Awb).

artikel 3.0

Het eerste lid geeft aan dat er sprake is van een subsidieplafond. Wanneer de middelen uitgeput zijn, kan geen aanspraak meer worden gemaakt op subsidie.

Artikel 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht regelt de bevoegdheid tot het stellen van een subsidieplafond. Door het bedrag van het plafond niet in de verordening zelf te noemen, wordt voorkomen dat de verordening steeds moet worden gewijzigd.

Het gevolg van het opnemen van dit plafond is onder meer dat de gemeente verplicht is om de subsidie te weigeren als het plafond wordt overschreden.

Indien een subsidieplafond wordt opgenomen, moet tevens worden bepaald hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld. Hier geldt het principe "wie het eerst komt, wie het eerst maalt". De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

Indien een aanvrager een termijn gesteld heeft gekregen om ontbrekende gegevens aan te vullen, hetgeen vervolgens niet gebeurt, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet te behandelen. Hiermee vervalt tevens het recht op behandeling van de aanvraag naar datum van binnenkomst van de onvolledige aanvraag.