Regeling vervallen per 09-12-2017

Verordening speelautomaten 2000

Geldend van 19-10-2005 t/m 08-12-2017

Intitulé

Verordening speelautomaten 2000

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: het Speelautomatenbesluit 2000, zoals vastgesteld bij KB d.d. 23 mei 2000, en eventueel later gewijzigd;

  • c.

    speelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder a. van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat: speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder b. van de wet;

  • e.

    kansspelautomaat: speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder c. van de wet;

  • f.

    speelautomatenhal: inrichting als bedoeld in artikel 30 c., eerste lid, onder c. van de wet;

  • g.

    hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d. van de wet;

  • h.

    laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e. van de wet;

  • i.

    ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon die een speelautomatenhal exploiteert;

  • j.

    beheerder: degene die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in een speelautomatenhal is belast;

  • k.

    openbare weg: weg als bedoeld in artikel 1.1., onder a. 1, 2 en 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Heerlen.

Hoofdstuk 2 Opstelplaatsenbeleid

Artikel 2

  • 1.

    In hoogdrempelige inrichtingen zijn twee speelautomaten toegestaan.

  • 2.

    In laagdrempelige inrichtingen zijn twee speelautomaten toegestaan, met dien verstande dat kansspelautomaten in het geheel niet zijn toegestaan.

  • 3.

    In speelautomatenhallen zijn in totaal 325 speelautomaten toegestaan.

  • 4.

    De burgemeester kan in bijzondere gevallen voor laagdrempelige inrichtingen een hoger aantal vaststellen dan in lid 2. genoemd, de raadscommissie voor algemene zaken, openbare orde en veiligheid gehoord.

Hoofdstuk 3 Speelautomatenhallen

Artikel 3

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2.

    De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal vier speelautomatenhallen vergunning verlenen, waarbij de onderstaande verdeling dient te worden aangehouden:

    • -

      Heerlen-Centrum: maximaal twee vergunningen;

    • -

      Hoensbroek: maximaal één vergunning;

    • -

      Heerlerbaan: maximaal één vergunning.

Artikel 4

Onverminderd het bepaalde in artikel 4.2 van de Algemene Wet Bestuursrecht verstrekt de ondernemer bij zijn aanvraag om een vergunning de volgende bescheiden:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarin is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarop is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welke aantallen kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving van zijn onderneming in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • c.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken waarin de speelautomatenhal gevestigd wordt;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag van:

    • -

      de ondernemer, dan wel - indien de ondernemer een rechtspersoon is - van degene(n) die de onderneming rechtsgeldig vertegenwoordigt(en), en

    • -

      de beheerder(s).

Artikel 5

  • 1. De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag met alle bijbehorende bescheiden heeft ontvangen.

  • 2. De beslissing kan éénmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 6

  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld op naam van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de vergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de openingstijden speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en het type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de speelautomatenhal.

Artikel 7

De vergunning wordt geweigerd indien:

  • a.

    het maximale aantal af te geven vergunningen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, is verleend, dan wel de aanvraag betrekking heeft op een ander deel van de gemeente dan de delen, bedoeld in artikel 3, tweede lid;

  • b.

    de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

  • c.

    de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

  • d.

    de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hem (hen) toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

  • e.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beinvloed, dan wel anderszins de openbare orde of de verkeersveiligheid op ontoelaatbare wijze wordt aangetast;

  • f.

    de vestiging of de exploitatie van de speelautomatenhal strijd oplevert met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, dan wel met een stadsvernieuwingsplan of leefmilieuverordening in de zin van de wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing.

Artikel 8

De burgemeester trekt de vergunning in:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    indien blijkt dat ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt, en op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als de juiste of volledige gegevens bekend waren geweest;

  • c.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is verleend zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 7, sub b., d. of e.;

  • d.

    indien naar zijn oordeel de exploitatie van de speelautomatenhal geschiedt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • e.

    indien de exploitatie van de speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken, anders dan wegens overmacht.

Hoofdstuk 4 Straf- en slotbepalingen

Artikel 9

Overtreding van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, of van de krachtens artikel 6, derde lid, gestelde voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 10

De opsporing van de in artikel 9 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het daartoe bevoegde bestuursorgaan met de zorg voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de betreffende lastgeving zijn vermeld.

Artikel 11

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid om te allen tijde een speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de ondernemer, de beheerder(/s) of een andere rechthebbende, te betreden verleend aan:

  • a.

    ambtenaren, voor zover door het bevoegde bestuursorgaan belast met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    ambtenaren, voor zover door het bevoegde bestuursorgaan belast met de zorg voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    ambtenaren, voor zover door het bevoegde bestuursorgaan belast met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als "verordening speelautomaten 2000".

Artikel 13

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die, waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, vervalt de Verordening speelautomatenhallen, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 1994.

  • 3.

    De vergunningen, verleend ingevolge de in het tweede lid genoemde verordening, blijven van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 3 oktober 2000.

de secretaris, de voorzitter,

Dienovereenkomstig besloten, zijnde de 1ewijziging d.d. 20.09.2005 op de raad de originele verordening vastgesteld d.d. 03.10.2000. De griffier,