Regeling vervallen per 04-01-2011

Bomenverordening 2009

Geldend van 29-05-2009 t/m 03-01-2011

Intitulé

Bomenverordening 2009

ARTIKEL 1

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

boom:

een houtachtig, opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam

b.

houtopstand:

één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met de onder sub a genoemde minimale dwarsdoorsnede.

c.

monumentale boom:

bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving.

d.

vellen:

rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

e.

boomwaarde:

de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

f.

bomen effect analyse:

een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting

g.

college

college van burgemeester en wethouders

h.

bebouwde kom:

de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 1 vijfde lid van de Boswet

i.

knotten/kandelaberen:

het tot op de oude snoeiplaats verwijderen van uitgelopen takhout bij

knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen als periodiek onderhoud

j.

privaat eigendom:

particuliere tuinen met grondgebonden woning(en)

ARTIKEL 2

KAPVERBOD

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor

    • -

      coniferen en sparren

    • -

      bomen op private percelen met een oppervlakte van minder dan 250 m2 (inclusief bebouwing)

    • -

      bomen die op minder dan 2 meter van de gevel een bouwwerk staan.

Het in dit lid gestelde is niet van toepassing op monumentale bomen, bomen in de openbare ruimte en bomen op andere percelen dan particuliere tuinen.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstand die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd als bedoeld in artikel 15 lid 2 en 3 van de Boswet.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor:

    • a.

      houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van het college, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van deze verordening.

    • b.

      het periodiek vellen van opgaande beplanting ter uitvoering van het reguliere onderhoud en ter duurzame instandhouding van de houtopstand.

    • c.

      Het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

ARTIKEL 3

Lijst van Monumentale bomen

  • 1.

    Het college kan een lijst met monumentale bomen vaststellen. Deze lijst bevat in ieder geval de bomen voorkomende in het landelijk Register van Monumentale Bomen van de Bomenstichting, aangevuld met lokale en toekomstige monumentale bomen. Deze lijst wordt elke vier jaar herzien.

  • 2.

    De lijst bevat minimaal de volgende gegevens, inzake de te beschermen monumentale houtopstand:

    • -

      redengevende beschrijving;

    • -

      soort boom;

    • -

      standplaats;

    • -

      kadastrale gegevens;

    • -

      eigendomsgegevens;

    • -

      foto's.

  • 3.

    De eigenaar van een houtopstand die vermeld staat op de lijst van monumentale bomen is verplicht het college onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van:

    • a.

      eigendomsoverdracht van de houtopstand.

    • b.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende vergunning.

    • c.

      de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

  • 4.

    Het college kan een tegemoetkoming toekennen voor het duurzaam instandhouden van de monumentale bomen.

ARTIKEL 4

Aanvraag vergunning

  • 1.

    De vergunning moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • 2.

    Wanneer namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het college een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwen Burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningsaanvraag.

ARTIKEL 5

Criteria

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning om te vellen weigeren dan wel onder voorschriften verlenen.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvraag zal de objectieve beoordeling van het "Afwegingsmodel kapvergunningen" worden toegepast

  • 3.

    Een vergunning wordt onder verwijzing naar beleidsregels geweigerd indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:

    • -

      natuur en milieuwaarden;

    • -

      landschappelijke waarden;

    • -

      cultuurhistorische waarden;

    • -

      waarden van stads en dorpsschoon;

    • -

      waarden voor recreatie en leefbaarheid.

  • 4.

    Een vergunning voor het vellen van een monumentale boom wordt slechts bij uitzondering verleend, indien:

    • a.

      een zwaarwegend maatschappelijk belang opweegt tegen duurzaam behoud van de monumentale boom.

    • b.

      alternatieven uitputtend zijn onderzocht.

    • c.

      naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.

  • 5.

    Voor het beoordelen van de aanvragen zal gebruik worden gemaakt van een standaard-

    beoordelingsformulier waarbij getoetst zal worden aan bovengenoemde criteria.

ARTIKEL 6

Publicatie

Van het besluit tot verlening of weigering van een vergunning wordt onverwijld kennis gegeven in een huis-aan-huisblad onder gelijktijdige verzending aan aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de concrete datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de bezwaartermijn van zes weken voor belanghebbenden.

ARTIKEL 7

Vervaltermijn vergunning

  • 1.

    De vergunning tot vellen als bedoeld in deze verordening vervalt indien daarvan niet binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de vergunning gebruik is gemaakt.

  • 2.

    In het geval het een vergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, is de vergunning voor alle bomen slechts één jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn.

ARTIKEL 8

Bijzondere vergunningsvoorschriften

  • 1.

    Aan de vergunning kan het standaard voorschrift worden verbonden dat niet tot vellen mag worden overgegaan de dag nadat de bezwaartermijn is afgelopen. Indien gedurende de bezwaartermijn een bezwaar is ingediend, wordt de vergunning pas van kracht één week nadat op dat bezwaar is beslist.

  • 2.

    De verplichtingen en voorschriften van dit artikel kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 genoemde minimum maat.

  • 3.

    Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 4.

    Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het op eigen kosten opstellen en overleggen van een bomen effect analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

  • 5.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

ARTIKEL 9

Herplant /herplantfonds en instandhoudingsplicht

  • 1.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het college is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2.

    Indien de vergunningaanvraag geen betrekking heeft op particulier eigendom en er voldoende termen aanwezig zijn om overeenkomstig het bepaalde in lid 1 een herplantvoorschrift te verbinden aan de vergunning, doch uitvoering hiervan in ruimteljke zin ter plaatse niet mogelijk is naar maatstaven van redelijkheid en onvoldoende compensatie biedt voor het vellen van een houtopstand, zal het college aan de vergunning het voorschrift verbinden dat de vergunningaanvrager een door het college te bepalen vergoeding, gebaseerd op de boomwaarde, verschuldigd is te storten in het herplantfonds van de gemeente.

3. De verplichtingen en voorschriften van dit artikel kunnen gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 van deze verordening genoemde minimummaat.

  • 4.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 5.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:

    • a.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

    • b.

      een bomen effect analyse op te stellen en aan te bieden aan Burgemeester en wethouders.

  • 6.

    Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

ARTIKEL 10

Schadevergoeding

Het college beslist op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.

ARTIKEL 11

Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

ARTIKEL 12

Bestrijding van boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de houtopstand te vellen;

    • b.

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3.

    Het college kan vrijstelling verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

  • 4.

    Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

ARTIKEL 13

Bescherming publieke houtopstand

  • 1.

    Het is verboden om houtopstanden, die publiek eigendom zijn:

    • a.

      te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

    • b.

      daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen boomverzorgende taken.

  • 2.

    Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van het college.

ARTIKEL 14

Strafbepaling

  • 1.

    Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 3, derde lid; artikel 6, eerste lid; artikel 8, eerste en tweede lid; artikel 9, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde; artikel 13, eerste, derde en vierde lid is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel 10, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid, is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2.

    Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, artikel 13, tweede lid, artikel 14, eerste en tweede lid dan wel een voorschrift onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

ARTIKEL 15

Opsporing

Met de opsporing van de in de verordening strafbaar gestelde feiten, zijn behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 Wetboek van Strafvordering, belast de daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

ARTIKEL 16

Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening Heerlen 2009.

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag volgende op de dag na de bekendmaking. Op datzelfde tijdstip vervalt de Bomenverordening d.d. 04-06-1996.

  • 3.

    De vergunningsaanvragen die zijn ingediend voor de in lid 2 van dit artikel genoemde datum van inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 7 april 2009.

griffier, voorzitter,