Nadere regels voor de verlening van prostitutievergunningen als bedoeld in artikel 3.3.2.2 APV

Geldend van 23-12-2004 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor de verlening van prostitutievergunningen als bedoeld in artikel 3.3.2.2 APV

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Nadere regels voor de verlening van prostitutievergunningen als bedoeld in artikel 3.3.2.2 APV

Deze regels vervangen de richtlijn “Straatprostitutievergunning tippelzone Imstenraderweg”

van 10 september 2002

Op grond van het bepaalde in artikel 3.3.2.2 van de APV is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders door handelingen, houding, woord, gebaar, of op andere wijze, te trachten als prostitué(e) de aandacht van passanten op zich te vestigen op een straatprostitutielocatie. Om voor een vergunning in aanmerking te komen dient aanvrager meerderjarig te zijn en te beschikken over een geldige verblijfstitel.

Het maximale aantal door het college af te geven vergunningen bedraagt op grond van artikel 3.3.2.2 lid 2 tachtig voor verslaafde prostituees en vijf voor niet-verslaafde prostituees. Het college kan het maximale aantal vergunningen voor verslaafde prostituees op een lager aantal vaststellen. Dit is laatstelijk gebeurd op 4 mei 2004: het maximale aantal vergunningen is vastgesteld op 35, met als differentiatie 30 vergunningen voor verslaafde prostituees en 5 voor niet-verslaafde prostituees.

Aanvraag vergunning

Voor het verkrijgen van een vergunning moet een schriftelijke aanvraag bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend aan de hand van een vastgesteld aanvraagformulier.

Bij de aanvraag wordt tenminste vermeld c.q. dient te worden overlegd:

  • -

    de personalia, roepnaam, woonplaats/-adres, geboortedatum en -plaats, nationaliteit;

  • -

    legitimatiebewijs of verblijfsvergunning (indien andere dan Nederlandse nationaliteit)

  • -

    of men ingeschreven staat bij Vangnet van Mondriaan Zorggroep (hierna te noemen: Vangnet);

  • -

    2 pasfoto's.

Toetsingscriteria ter verkrijging van een vergunning en de weigeringsgronden

  • -

    aanvrager is tenminste 18 jaar oud en beschikt, indien deze een andere dan de Nederlandse nationaliteit heeft, over een geldige verblijfstitel op grond waarvan arbeid is toegestaan;

  • -

    het maximum aantal af te geven vergunningen is nog niet bereikt;

  • -

    aanvrager is ingeschreven bij Vangnet;

  • -

    de verslaafde aanvrager, zonder vaste woon- of verblijfplaats, is in bezit van een “zorgpas gemeente Heerlen”.

  • -

    De verslaafde aanvrager, woonachtig in Parkstad Limburg of Nuth, is:

  • -

    vanaf 1 september 2002 onafgebroken ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) van een der gemeenten van Parkstad Limburg of Nuth óf

  • -

    per datum aanvraag vergunning minimaal twee jaar (730 dagen) aaneengesloten ingeschreven in de GBA van een der gemeenten van Parkstad Limburg of Nuth direct voorafgaand aan de vergunningaanvraag.

  • -

    de aanvrager voegt een uittreksel uit de GBA toe aan de aanvraag;

  • -

    de weigeringsgronden van artikel 3.3.2.2 lid 5 APV zijn niet van toepassing (belang van openbare orde, voorkomen of beperken van overlast en aantasting van het woon- en leefklimaat, veiligheid van personen en goederen, verkeersvrijheid of -veiligheid, gezondheid of zedelijkheid en arbeidsomstandigheden van de prostituee)

Aan de vergunning worden de volgende voorschriften verbonden:

Vergunninghouder is verplicht zich periodiek, met een tussenruimte van maximaal drie maanden, te laten onderzoeken door een arts op SOA (seksueel overdraagbare aandoeningen) en de arts van Vangnet daarvan in kennis te stellen.

Vergunninghouder is verplicht zich bij betreden en verlaten van de straatprostitutielocatie aan- respectievelijk af te melden bij de beheerder van die locatie.

Het aandacht trekken van passanten/klanten is aan vergunninghouder alleen toegestaan op de daartoe bestemde gedeelten van de locatie gedurende de openingstijden daarvan.

Het is vergunninghouder verboden klanten af te werken buiten de daarvoor aangebrachte schotten.

Het is vergunninghouder verboden op de locatie alcohol en/of middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet, zonder dat daartoe de op grond van deze wet vereiste verloven zijn verstrekt, te gebruiken, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken, aanwezig te hebben of te vervaardigen.

Het is vergunninghouder verboden vernielingen aan te richten, afval buiten de daarvoor bestemde bakken te deponeren, dan wel anderszins de openbare orde te verstoren.

Vergunninghouder is verplicht de door de beheerder in het belang van de openbare orde en zedelijkheid te geven aanwijzingen stipt en meteen op te volgen.

Deze vergunning is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar.

Indien vergunninghouder gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden geen gebruik heeft gemaakt van de vergunning, wordt deze, behoudens in geval van bijzondere omstandigheden, ingetrokken.

Het is verboden zich te prostitueren buiten de straatprostitutielocatie (artikel 3.3.2.1 APV). Bij overtreding van dit verbod kan de vergunning worden ingetrokken.

Intrekkingsgronden vergunning:

Op grond van artikel 3.3.2.2 lid 8 APV kan het college een vergunning intrekken met het oog op de in het vijfde lid van dat artikel genoemde belangen of bij overtreding van een aan de vergunning verbonden voorschrift als bedoeld in het zesde lid.

Als in strijd wordt gehandeld met de voorschriften die aan de vergunning verbonden zijn dan wel indien

zich een van de in lid 5 van artikel 3.3.2.2 van de APV genoemde gronden voordoen dan volgt:

  • 1.

    een waarschuwing door het college; voor deze formele waarschuwing is betrokkene reeds tot minimaal 1 keer schriftelijk gewaarschuwd door de beheerder van de straatprostitutielocatie en/of de politie;

  • 2.

    een overtreding of voortzetting daarvan na de waarschuwing door het college leidt tot intrekking van de vergunning voor de duur van veertien dagen;

  • 3.

    een volgende overtreding of voortzetting daarvan leidt tot intrekking van de vergunning voor een maand;

  • 4.

    een volgende overtreding leidt tot permanente intrekking van de vergunning.

Een aanvraag voor een vergunning na een eerdere permanente intrekking zal, behoudens bijzondere omstandigheden, niet worden gehonoreerd.

Het aangepaste vergunningenstelsel treedt in werking daags na publicatie.

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen

op 14 december 2004, agendanummer CSA/2004/21356

Gepubliceerd in De Uitkijk van 22 december 2004