Regeling vervallen per 01-01-2013

Beleidsregels sportactiviteiten

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Beleidsregels sportactiviteiten

Beleidsinhoud

Het sport- en beweegbeleid van de gemeente Heerlen is vastgelegd in de visienota sport en bewegen.

Een van de instrumenten om dit beleid uit te voeren is subsidieverstrekking.

De gemeente subsidieert activiteiten van Heerlense organisaties die gericht zijn op het stimuleren van actieve sportbeoefening of sportief bewegen van burgers en met name de jeugd en mensen met een beperking.

Ook instellingen die buiten Heerlen sportieve activiteiten op bovenlokaal niveau opzetten om een specifieke doelgroep tot sport en bewegen aan te zetten, kunnen wanneer Heerlense burgers hieraan deelnemen, om een bijdrage verzoeken.

Sportactiviteiten die organisaties ontwikkelen om maatschappelijke doelen als gezondheidsbevordering, versterking van de sociale cohesie en jongerenparticipatie te realiseren worden van groot belang geacht en verdienen een stimulans.

Verenigingen die op deze maatschappelijke ontwikkelingen willen inspelen maar hiertoe eerst een versterking van hun structuur moeten bewerkstelligen krijgen hiervoor financiële ondersteuning.

Verenigingen die op topniveau sport bedrijven en hierdoor een positieve bijdrage leveren aan het imago van de stad Heerlen wil de gemeente ook ondersteunen. Zij brengen onze stad op een positieve manier in beeld en hun prestaties kunnen de breedtesport in Heerlen een extra stimulans geven.

Om te kunnen sporten is een adequaat voorzieningenniveau van belang. De gemeente verhuurt de binnen- en buitensportaccommodaties op stedelijk en buurtniveau aan toegelaten sportverenigingen tegen gereduceerde tarieven. Het gemeentelijk zwembad wordt privaat geëxploiteerd tegen markttarieven.

De zwemverenigingen worden door middel van een subsidie financieel tegemoetgekomen in hun huurkosten voor het zwembad.

Begripsbepalingen

  • 1.

    Voor toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      organisatie: de vereniging die zich in hoofdzaak bezighoudt met actieve sportbeoefening of sportief bewegen en is toegelaten tot een van de sportsecties;

    • b.

      verenigingsjaar: het boekjaar van de vereniging;

    • c.

      jeugdleden: de sportende, contributiebetalende leden van een sportvereniging in de leeftijd tot en met 18 jaar;

    • d.

      minder valide leden: de sportende, contributiebetalende leden van een sportvereniging die door een beperking of aandoening niet anders dan met specifieke aanpassingen, voorzieningen of begeleiding sport kunnen bedrijven;

    • e.

      leden: natuurlijke personen die door het bestuur van de vereniging zijn toegelaten;

    • f.

      kortingspercentage: het percentage waarmee de gestelde normvergoeding wordt verminderd, zodat dekking wordt gevonden binnen het beschikbare budget.

Criteria voor de subsidieverlening

  • 1.

    De organisatie die voor een subsidie voor jeugdleden en/of minder valide leden in aanmerking wil komen dient in:

    • a.

      een opgave van het aantal jeugdleden/ minder valide leden aan het begin van het verenigingsjaar, waarbij ieder lid éénmaal meetelt. De opgave bevat een waarmerking door de erkende lokale, regionale of landelijke sportbonden of koepelorganisaties, dan wel een goedkeurende accountantsverklaring;

    • b.

      het competitieprogramma voor de jeugdleden/minder valide leden in het geval dat minimaal één wedstrijd wordt gespeeld op een plaats die verder dan 60 km, enkele afstand gemeten, van Heerlen gelegen is;

    • c.

      een gespecificeerde rekening van inkomsten en uitgaven over het voorgaande verenigingsjaar.

  • 2.

    De vereniging die voor een subsidie voor de versterking van de verenigingsstructuur, sportprestaties, breed maatschappelijke sportactiviteiten en zwemactiviteiten in aanmerking wil komen dient in:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting;

    • c.

      na afloop, maar vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar van subsidieverlening, een activiteitenverslag met financiële verantwoording op grond waarvan de subsidie wordt vastgesteld.

      In geval van een fusie (versterking verenigingsstructuur) dient de aanvraag ook vergezeld te gaan van een opgave van het aantal leden op de officiële fusiedatum en van de situatie een jaar later.

      Deze opgave bevat een waarmerking door de erkende lokale, regionale of landelijke sportbonden of koepelorganisaties, dan wel een goedkeurende accountantsverklaring.

  • 3.

    De instelling die voor een participatiesubsidie in aanmerking wil komen dient in:

    • a.

      een activiteitenplan incl. het verwachte aantal Heerlense deelnemers;

    • b.

      een begroting;

    • c.

      na afloop, maar vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar van subsidieverlening, een activiteitenverslag met aantal Heerlense deelnemers en financiële verantwoording op grond waarvan de subsidie wordt vastgesteld.

      Soort subsidie

      Waarderingssubsidie conform hoofdstuk 3 van de Algemene subsidieverordening

Subsidiegrondslag

  • 1.

    Subsidie voor jeugdleden en minder valide leden:

    • a.

      De subsidie bestaat uit een bedrag per jeugdlid en per minder valide lid van de sportvereniging.

    • b.

      Het college stelt jaarlijks de vergoeding per jeugdlid en minder valide lid vast, met dien verstande dat het bedrag van het minder valide lid maximaal 25% bedraagt van het bedrag per jeugdlid.

    • c.

      Voor jeugdleden/ minder valide leden die deelnemen aan een competitieprogramma waarvan minimaal 1 wedstrijd wordt gespeeld op een plaats die verder dan 60 km van Heerlen, enkele afstand gemeten, gelegen is, wordt het subsidiebedrag per jeugdlid/ minder valide lid verdubbeld.

      • 2.

        Subsidie voor versterking verenigingsstructuur

      • a.

        De navolgende activiteiten kunnen voor subsidie in aanmerking komen:

      • -

        deelname aan erkende cursussen/landelijke studiebijeenkomsten voor sport- en spelleiders of organisatorische kaderleden;

      • -

        verenigingsontwikkeling leidend tot de vorming van een multisportvereniging;

      • -

        het aangaan van een samenwerkingsverband met één of meer andere verenigingen;

      • -

        fusie met één of meer verenigingen leidend tot één nieuwe aangesloten vereniging met minimaal 100

        leden.

      • b.

        De subsidie bedraagt maximaal 75% van de door het college goedgekeurde definitieve subsidiabele

      kosten.

      Als subsidiabele kosten worden beschouwd:

      *kadervorming: - cursus-/trainings-/bijscholingskosten;

      • -

        reis-, verblijf en overnachtingskosten excl. consumpties (voor zover niet in de cursuskosten inbegrepen)

      • -

        extra materiaalkosten (voor zover niet in de cursuskosten inbegrepen)

      *verenigingsontwikkeling: kosten uitbreiding sportactiviteiten (o.m. aanschaf materialen, accommodatiehuur);

      *samenwerkingsverband: kosten samenwerkingsprojecten/-activiteiten

      *fusie: kosten van de formele oprichting en registratie van de nieuwe vereniging, de kosten van noodzakelijk aanschaffing van nieuwe materialen, welke behoren tot de vaste uitrusting van een vereniging.

      • 3.

        Subsidie voor sportprestaties

      • a.

        Deelname aan de finalewedstrijd van een nationaal of internationaal kampioenschap op het hoogste niveau waarop de betreffende tak van sport in Nederland wordt uitgeoefend en waarvoor de vereniging door middel van plaatsing gerechtigd is, kan voor subsidie in aanmerking komen;

      • b.

        In afwijking van art. 21 lid 2 van de Algemene subsidieverordening Heerlen wordt een aanvraag voor subsidie sportprestaties ingediend binnen 4 weken, nadat de vereniging zich voor de deelname aan de finale van een nationaal of internationaal kampioenschap heeft geplaatst.

      • c.

        De subsidie bedraagt maximaal 50% van de door het college goedgekeurde definitieve subsidiabele kosten.

      Als subsidiabele kosten worden beschouwd:

      • -

        inschrijvingskosten;

      • -

        noodzakelijke reis-, verblijf en overnachtings- kosten excl. consumpties.

      • -

        verplichte kosten als gevolg van voorschriften van een sportbond c.q. een internationale overkoepeling

      van sportbonden

      • 4.

        Subsidie voor breed maatschappelijke sportieve activiteiten

      • a.

        Sportieve activiteiten die ook bijdragen aan maatschappelijke doelstellingen zoals sociale participatie, integratie, normen en waarden, gezondheidsbevordering en leefbaarheid van wijken kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

      • b.

        De subsidie bedraagt maximaal 50% van de door het college goedgekeurde definitieve subsidiabele kosten.

      Als subsidiabele kosten worden beschouwd:

      • -

        kosten huur danwel aanschaf sportmaterialen;

      • -

        huurkosten accommodatie voor betreffende activiteiten;

      • -

        voorlichtings-/promotiekosten.

        • 5.

          Subsidie voor zwemactiviteiten in bad Otterveurdt

        • a.

          De subsidie voor zwemverenigingen bedraagt maximaal 10% van de huurkosten van het zwembad Otterveurdt.

        • 6.

          Subsidie voor participatie in regionale/provinciale sportieve activiteiten

        a Instellingen die buiten Heerlen op regionaal of provinciaal niveau sportieve activiteiten aanbieden of mogelijk maken voor een specifieke doelgroep, zoals gehandicapten, waar Heerlense inwoners aan deelnemen, kunnen in aanmerking komen voor een participatiesubsidie.

        b.De subsidie bedraagt een vast bedrag per deelnemer of een vaste bijdrage per inwoner.

Subsidieplafond

Op deze beleidsregels is een subsidieplafond van toepassing van € 168.125,-.

Het college stelt op basis van dit totaalbudget elk jaar voor de subsidie voor jeugdleden en minder valide leden en voor de overige subsidiesoorten een apart plafond vast.

Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt een algemeen kortingspercentage toegepast. Dit met uitzondering van de subsidie op jeugdleden en minder valide leden.

Inwerkingtreding

1.Deze beleidsregels zijn van toepassing voor subsidieaanvragen die betrekking hebben op het jaar 2008 en later.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen op

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting

De subsidiëring van sportactiviteiten lag voorheen vast in een aparte sportsubsidieverordening. Deze dateerde uit 1994. Gemeentebreed is besloten een nieuwe ASV in te voeren die fungeert als kapstokverordening waarop alle subsidieregels in de gemeente Heerlen worden gebaseerd. Bij de vaststelling van de ASV is afgesproken dat voor de concrete subsidieverstrekking beleidsregels worden vastgesteld op basis waarvan gesubsidieerd wordt. In de beleidsregels staan de inhoudelijke criteria per doelgroep of beleidsterrein gepreciseerd.

In deze beleidsregels subsidiëring sport zijn inhoudelijk wijzigingen aangebracht zodat deze aansluit bij de nieuwe visie op het sport- en beweegbeleid.

Subsidieproces

Ten aanzien van het subsidieproces is voor 2 varianten gekozen.

Bij de subsidie voor jeugdleden en minder valide leden wordt de subsidie op basis van de subsidieaanvraag vastgesteld.

Bij de overige subsidies wordt op basis van de subsidieaanvraag een beschikking van subsidieverlening afgegeven. Nadat de aanvraag tot subsidievaststelling binnen de gestelde termijn is ingediend en aan alle verplichtingen is voldaan, wordt de subsidie vastgesteld.

Begripsbepalingen

Verenigingen die zich in hoofdzaak bezighouden met actieve sportbeoefening of sportief bewegen en zijn toegelaten tot een van de sportsecties kunnen een beroep doen op subsidie.

Om toegelaten te worden tot een van de sportsecties dient de vereniging te voldoen aan de vastgestelde toelatingsnormen. Deze toelatingsnormen sportverenigingen zijn vastgesteld in een aparte regeling door burgemeester en wethouders op 16 november 2004.

Subsidie voor jeugdleden en minder valide leden

Op basis van het beschikbare budget voor dit subsidieonderdeel en de ingediende subsidieaanvragen wordt het subsidiebedrag per jeugdlid en per minder valide lid vastgesteld. Bij een stijging in aantal jeugdleden en/of minder valide leden, daalt het subsidiebedrag per lid, en omgekeerd.

Voor jeugdleden /minder valide leden die buiten ‘de regio’ competitie spelen, wordt de subsidiebijdrage per lid verdubbeld. Dit in verband met de hoge reiskosten die de vereniging hierbij moet maken.

De subsidie is uitgebreid tot alle jeugdleden, ongeacht woonplaats.

Subsidie voor versterking verenigingsstructuur

De verenigingen zijn de basis van de georganiseerde sport.

Ondersteuning van de verenigingen voor het versterken van hun organisatiestructuur en daardoor hun functioneren en continuïteit is wenselijk. Door ondersteuning van activiteiten die de verenigingsstructuur versterken wordt een kwaliteitsverbetering van de sport beoogd. Hiertoe zijn de subsidiemogelijkheden uitgebreid.

De subsidie wordt vastgesteld op basis van de definitieve kosten.

De administratieve verplichtingen zijn verlicht.

Subsidie voor sportprestaties

Deelname aan nationale en internationale kampioenschappen leidt tot hoge kosten bij de verenigingen. Door middel van het verstrekken van een subsidie wordt in deze kosten bijgedragen en wordt de deelname gestimuleerd en worden sportprestaties beloond.

Gedoeld wordt hierbij op nationale en internationale kampioenschappen op het hoogste landelijke niveau. De vereniging (het individu/team) heeft zich door een kwalificatie hiertoe geplaatst danwel is door behaalde resultaten gerechtigd tot deelname en/of geïnviteerd.

Enkel de finalewedstrijd komt voor subsidie in aanmerking

De subsidie voor sportprestaties moet binnen 4 weken nadat de vereniging zich voor de deelname aan een nationaal of internationaal kampioenschap heeft geplaatst, worden ingediend.

De administratieve verplichtingen zijn verlicht en de subsidie wordt vastgesteld op basis van de definitieve kosten.

Subsidie voor breed maatschappelijke sportieve activiteiten

Geheel nieuw is de subsidie voor sportieve activiteiten die in een breder sociaal maatschappelijke context plaatsvinden (sport als middel).

Er worden in de beleidsregels een aantal maatschappelijke doelstellingen gediend die buiten de sportbeoefening sec liggen.

Verenigingen die deze activiteiten uitvoeren geven blijk van een brede maatschappelijke verantwoordelijkheid.

De subsidie wordt vastgesteld op basis van de definitieve kosten.

Subsidie voor zwemactiviteiten in bad Otterveurdt

De sportverenigingen hebben een eigen accommodatie of kunnen tegen een gereduceerd tarief gebruik maken van een gemeentelijke sportaccommodatie. Dit geldt niet voor de zwemverenigingen.

De gemeentelijke zwemaccommodatie Otterveurdt wordt namelijk privaat geëxploiteerd door Otterveurdt B.V. tegen markttarieven.

Om de zwemverenigingen in hun hoge accommodatielasten tegemoet te komen wordt de badhuur gesubsidieerd.

Subsidie voor participatie in regionale/provinciale sportieve activiteiten

Instellingen die buiten Heerlen op regionaal of provinciaal niveau sportieve activiteiten aanbieden of mogelijk maken voor een specifieke doelgroep, zoals gehandicapten, waar Heerlense inwoners aan deelnemen, kunnen in aanmerking komen voor een participatiesubsidie.

Het gaat dan specifiek om activiteiten die niet in Heerlen zelf worden aangeboden.

De instellingen waarop dit artikel van toepassing is zijn:

1.Stichting Basissport Limburg voor de uitvoering van sportinstuiven voor gehandicapten.

De stichting ontvangt een bijdrage van maximaal € 50,- per Heerlens deelnemer per jaar.

2.Huis voor de Sport voor de uitvoering van de provinciale vervoersregeling gehandicapte sporters.

De provinciale instelling ontvangt een bijdrage van maximaal € 0,05 per Heerlense inwoner.

De peildatum voor de subsidie van deze instellingen is 1 januari .

Subsidieplafond

In de begroting is jaarlijks het totaalbudget voor sportsubsidies opgenomen.

Dit totaalbudget zal opgedeeld worden over de verschillende subsidieonderdelen/soorten.

Het college stelt elk jaar voor de subsidie voor jeugdleden en minder valide leden en voor de overige subsidiesoorten een apart plafond vast.

Op deze wijze kan binnen het totaalbudget verder gestuurd worden op prioritering van activiteiten.

Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt een algemeen kortingspercentage toegepast. Dit met uitzondering van de subsidie op jeugdleden en minder valide leden.