Handhavingsverordening Wet werk en bijstand

Geldend van 26-06-2010 t/m heden

Intitulé

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand

Artikel 1

Burgemeester en wethouders dragen in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand evenals van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, zorg voor het opstellen van een handhavingsplan. 

Artikel 2

In het in artikel 1 genoemd handhavingsplan zal in ieder geval worden opgenomen informatie met betrekking tot het beleid betreffende:

  • 1.

    een gemeentelijke visie op handhaving;

  • 2.

    aanpak fraudepreventie;

  • 3.

    aanpak frauderepressie.

Artikel 3

Het college stelt regels ten aanzien van:

  • a.

    de bevoegdheid tot terugvordering als bedoeld in artikel 58 van de wet;

  • b.

    de bevoegdheid tot verhaal als bedoeld in artikel 61 van de wet op het moment dat artikel 61 in werking treedt. Tot dat moment vindt, op grond van artikel 13 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand, verhaal plaats overeenkomstig de artikelen 92 tweede en derde lid, tot en met 105 en 141 van de Algemene bijstandswet.

Artikel 4

Deze Verordening kan worden aangehaald als: de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand.

Artikel 5

De Handhavingsverordening Wet werk en bijstand treedt in werking op 1 januari 2007. De voorgaande Handhavingsverordening Wet werk en bijstand van de gemeenten Heeze-Leende, Valkenswaard en Waalre, vastgesteld door de gemeenteraden, worden met ingang van 1 januari 2007 ingetrokken.

Toelichting 1 Algemene toelichting

De verplichting om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand evenals misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand is op het laatste moment, via amendering, alsnog in de Wet werk en bijstand opgenomen. Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die Verordening moet worden geregeld. Door in deze Verordening de verplichting van burgemeester en wethouders vast te leggen om een handhavingsplan op te stellen wordt aan de verplichting van de wet uitvoering gegeven.Toelichting per artikelArtikel 1: Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding-sec is in deze toch gekozen voor het ruimere begrip handhaving. In de gemeentelijke visie is al verwoord dat fraudebestrijding teveel het beeld oproept van repressie en genoegdoening, terwijl handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk. Het is immers altijd nog beter om fraude te voorkomen.Artikel 2:Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen, is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk handhavingsplan op zijn minst aan bod moeten komen.Artikel 3:Het college zal, de uitvoering van de in de wet toegekende bevoegdheid tot terugvordering en verhaal, in beleidsregels vorm geven. Ten aanzien van verhaal zal van de bevoegdheid eerst gebruik worden gemaakt nadat artikel 61 in werking is getreden. Dit zal plaatsvinden nadat een nieuw kinderalimentatiestelsel is ingevoerd.Artikel 5:In dit artikel is aangegeven wanneer de Verordening in werking treedt