Verordening op de vertrouwenscommissie

Geldend van 27-05-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie

De raad van de gemeente Heeze-Leende;gezien het voorstel van het seniorenconvent d.d. 21 juni 2005; gelet op de artikelen 61, lid 3 en 149 van de Gemeentewet;gelet op de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties d.d. 2 no-vember 2004 inzake procedureregels bij burgemeestersbenoemingen;besluit:

  • 1.

    een vertrouwenscommissie in te stellen in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester in de gemeente Heeze-Leende;

  • 2.

    geen raadgevend referendum te houden ten behoeve van de aanbeveling inzake de benoe-ming van een burgemeester;

  • 3.

    vast te stellen de navolgende verordening op de vertrouwenscommissie.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties;

  • b.

    de Commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Brabant;

  • c.

    de commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met devoorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester;

  • d.

    de secretaris: de secretaris van de commissie.

Artikel 2 Taak en bevoegdheden

  • 1 De commissie heeft tot taak een door de Commissaris aan te reiken selectie van kandidaten en eventuele andere kandidaten die zich bij haar melden, te beoordelen. De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan de raad en de Commissaris. Het verslag aan de raad wordt voorzien van een conceptaanbeveling van twee personen. De commissie geeft tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten op haar conceptaanbeveling aan.

  • 2 Indien de commissie ook andere kandidaten, die niet behoren tot de selectie van de Com-missaris, wil beoordelen, stelt zij de Commissaris hiervan onverwijld in kennis.

  • 3 Indien de commissie besluit een door de Commissaris geselecteerde kandidaat niet te ont-vangen, stelt zij de Commissaris en de kandidaat hiervan onverwijld in kennis.

  • 4 De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de Commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 5 De commissie brengt haar in lid 1 bedoelde bevindingen uit op basis van de namen en even¬tuele verdere gegevens die de Commissaris van de Koningin haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, zulks na weging van een en ander.

  • 6 De commissie brengt haar in lid 1 bedoelde bevindingen uit op basis van de namen en even¬tuele verdere gegevens die de Commissaris van de Koningin haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, zulks na weging van een en ander.

  • 7 Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister d.d. 2 november 2004, kenmerk bk2004/74559, in acht.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1 De commissie wordt samengesteld uit zeven leden van de raad.

  • 2 De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. 

  • 3 Plaatsvervangende leden worden niet aangewezen. Het lidmaatschap is persoonlijk. 

  • 4 De griffier wordt toegevoegd aan de commissie en verleent ambtelijke bijstand. 

  • 5 De gemeentesecretaris wordt als adviseur aan de commissie toegevoegd. De adviseur is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie,

Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning

  • 1 De griffier is secretaris van de commissie.

  • 2 De secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 3 De secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

  • 4 De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend secretaris aan.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1 De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2 De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 3 De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • 4 De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 5 De opvattingen als bedoeld in artikel 2, lid 5, worden bij meerderheid van stemmen vastge-steld, waarbij elk lid evenveel stemmen uitbrengt als de door dit lid vertegenwoordigde frac¬tie zetels inneemt in de raad.

  • 6 Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in de rapportage als bedoeld in artikel 2, lid 5 aan de raad en de Commissaris opgenomen.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1 De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2 De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3 De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 1.

  • 4 De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid ver-plicht, opheffen.

  • 5 De geheimhoudingplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6 Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de secretaris en de advi-seurs.

Artikel 7 Verslag

  • 1 De bevindingen, bedoeld in artikel 2, worden vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 2 Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

  • 3 Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet moge¬lijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis ge¬bracht van de gemeenteraad en de Commissaris.

Artikel 8 Gesprekken met de kandidaten

  • 1 De secretaris nodigt in overleg met de commissie de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2 De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 9 Ontbinding vertrouwenscommissie

De vertrouwenscommssie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de aanbeveling van de raad.

Artikel 10 Archivering van stukken

  • 1 De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip be-doeld in artikel 9, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als geheim worden overgebracht naar de krach-tens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 2 Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a. en c. van de Archiefwet 1995 ge¬stelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3 Originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris of van kandi-daten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 4 Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11 Contactpersoon

  • 1 De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2 Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-postadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie.

  • 3 Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris onder¬tekend en vanaf het privé-postadres van de secretaris verzonden.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 2 november 2004 niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de vertrouwenscommissie.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

  • 3 Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de aanbeveling van de raad.

  • 4 Deze verordening zal aan de Commissaris ter kennis worden gebracht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd, d.d. 27 juni 2005