Verordening op de raadscommissies 2006

Geldend van 27-05-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2006

De raad van de gemeente Heeze-Leende;gezien het advies van de fractievoorzitters d.d. 16 februari 2006;gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;besluit:vast te stellen de volgende verordening:VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES 2006

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervangen;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1 De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      commissie Grondgebied;

    • b.

      commissie Inwoners;

    • c.

      Controlecommissie.

  • 2 De raadscommissies Grondgebied en Inwoners adviseren en overleggen over de volgende onderwerpen:

    • a.

      nieuw beleid betreffende het gemeentelijk werkveld;

    • b.

      kaders waarbinnen het beleid dient te worden gerealiseerd.

  • 3 De raadscommissie Controle adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • a.

      controle ten aanzien van de uitvoering binnen gestelde kaders;

    • b.

      afleggen van verantwoording door het college.

  • 4 Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonder¬lijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 5 Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op dein artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of deburgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen.

  • d.

    Indien de commissie het voor de uitvoering van haar taken noodzakelijk acht kan de commissieeen adviesgroep instellen. De adviesgroep heeft een voorbereidende taak in relatie tot een on¬derwerp of een aspect van beleid dan wel control. Bij het instellen van een dergelijke advies¬groep dient de commissie aan te geven welke personen zitting zouden moeten hebben in de adviesgroep en of, en zo ja, wat de ambtelijke inzet is die wordt verwacht. Ten aanzien van de ambtelijke inzet dient overleg te worden gepleegd met de gemeentesecretaris.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1 In de raadscommissie mag een fractie met maximaal twee leden vertegenwoordigd zijn.

  • 2 Eén van de vertegenwoordigers van de fractie kan niet-raadslid zijn, met dien verstande dat erper fractie maximaal één niet-raadslid is voor alledrie de commissies.

  • 3 De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties be-noemd. De artikelen 10, 11, 12,13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toe¬passing op een lid van een raadscommissie.

  • 4 De raad benoemt op voordracht van een fractie voor iedere raadscommissie tenminste eenplaatsvervangend lid per fractie, die zitting in een raadscommissie heeft bij verhindering of ont¬stentenis van een lid als bedoeld in het eerste lid. Het plaatsvervangend lid voldoet aan de in het derde lid genoemde vereisten.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1 De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2 De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3 De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1 De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2 Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3 De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4 De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5 "Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke me¬dedeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6 Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7 Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1 Ter ondersteuning van iedere raadscommissie fungeert de griffier als commissiegriffier.

  • 2 De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3 Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door zijn daartoe aangewezen vervanger.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1 De burgemeester en/of de wethouder zijn bij een vergadering aanwezig indien er onder¬-werpen op de voorlopige agenda staan die zijn portefeuille betreffen. Zij nemen op uitnodi-¬ging van de voorzitter deel aan de beraadslagingen.

  • 2 De voorzitter kan de burgemeester en één of meer wethouders, die niet vanwege het be¬-paalde in het eerste lid worden geacht aanwezig te zijn, alsmede de secretaris uitnodigenin de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie en -tijd

  • 1 De vergaderingen van de raadscommissies hebben in de regel plaats op:

    • a.

      commissie Grondgebied maandag, eenmaal in de zes weken;

    • b.

      commissie Inwoners dinsdag, eenmaal in de zes weken;

    • c.

      Controlecommissie woensdag, eenmaal in de zes weken.De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in de raadzaal van het gemeentehuis.

  • 2 De vergaderingen eindigen uiterlijk om 22.30 uur. Indien er op dat tijdstip onderwerpen op de agenda staan die nog niet zijn behandeld, wordt de vergadering in beginsel geschorst en in die¬zelfde week op donderdag, aanvang 19.30 uur, voortgezet.

  • 3 Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 4 De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Oproep

  • 1 De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke op¬roep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2 Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het presidium de voorlopige agenda van de vergadering vast.

  • 3 De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schrif¬telijke oproep aan de leden verzonden.

  • 4 Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1 In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiter¬lijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 2 Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3 Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagen¬deerd wordt.

  • 4 Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1 Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden ge¬lijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2 Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3 Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheim¬houding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1 De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het huis-aan-huis-blad "De Parel van Brabant", middels de gemeentelijk informatieborden te Heeze, Sterksel en Leende en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2 De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kaninzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 16.

  • 3 Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken, indien digitaal beschikbaar,op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 14 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent leder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15 Opening vergadering; quorum

  • 1 De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2 Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, be¬paalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige le¬den, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3 Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raads¬commissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 16 Spreekrecht burgers

  • 1 Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2 Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan ofkon worden ingediend.

  • 3 Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4 De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde af¬wijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5 Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenre¬dig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6 De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deel¬nemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7 De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 17 Verslag

  • 1 De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van de presentielijst en een verslag van de vergadering.

  • 2 Een verslag betreft ofwel een schriftelijk verslag, dat naast het bepaalde in het vijfde lid een za¬kelijke samenvatting van het gesprokene bevat, ofwel een advies- en toezeggingenlijst gecombi¬neerd met een digitale geluidsopname van de vergadering.

  • 3 Het concept verslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezon¬den gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 4 De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raadscommissie te doen, indien het concept verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 5 Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de se-cretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van deoverige personen die het woord gevoerd hebben; afzonderlijk wordt vermeld welke leden af-wezig waren;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de ledendie mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de na-men van de leden die zich niet uitgelaten hebben;

    • d.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wiehet op grond van het bepaalde in artikel 25 door de raadscommissie is toegestaan deel tenemen aan de beraadslagingen.

  • 6 Het verslag wordt aan het begin van de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit doorde voorzitter en de commissiegriffier wordt ondertekend.

Artikel 18 Spreekregels

  • 1 Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder en de secretaris spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2 Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde perso¬nen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 19 Volgorde sprekers

  • 1 Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na het aan de voor¬zitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2 De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de or¬de van de vergadering.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

  • 1 De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2 Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3 Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4 Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft ge¬voerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1 De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2 Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3 Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 23 Handhaving orde; schorsing

  • 1 Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrup¬-ties zijn betoog zal afronden.

  • 2 Indien een spreker zich niet aan de 'Omgangswijzer gemeenteraad Heeze-Leende' houdt, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde on¬derwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen ge¬volg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3 De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4 De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmid¬dellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bo¬vendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24 Beraadslaging

  • 1 De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer on¬derdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2 Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te ge¬ven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1 De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2 Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 26 Advies

  • 1 Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2 Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3 Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4 In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 27 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toe¬passing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 28 Verslag

  • 1 Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage bij de commissiegriffier.

  • 2 Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet open¬baar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissie¬griffier ondertekend.

Artikel 29 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheim¬houding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1 De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2 Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3 De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering versto¬ren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen ma¬-ken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aan¬-wijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de veror¬dening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 17 maart 2005 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening raadscommissies 2003, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2002, laatste¬lijk gewijzigd d.d. 15 november 2004.

  • 2 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de raadscommissies 2006".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad voornoemd, d.d. 16 maart 2006