Regeling vervallen per 10-04-2018

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

Geldend van 01-12-2012 t/m 09-04-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2012

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

Hoofdstuk I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Nieuw Artikel

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: de Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften;

    • e.

      voorzitter: voorzitter van de commissie als bedoeld onder d.

    • f.

      secretaris: secretaris van de commissie bedoeld onder d.

Hoofdstuk II BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op ingediende bezwaren als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de wet tegen besluiten van de gemeenteraad, het college en de burgemeester.

  • 2 De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen:

    • a.

      besluiten die betrekking hebben op rechtspositionele aangelegenheden van ambtenaren in dienst van de gemeente Heiloo;

    • b.

      besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • c.

      besluiten op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 3 De commissie hoort en adviseert niet inzake:

    • a.

      bezwaren die kennelijk niet-ontvankelijk zijn;

    • b.

      bezwaren die kennelijk ongegrond zijn;

    • c.

      bezwaarschriften tegen beschikkingen over de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen, tenzij het bezwaar tegen die beschikking niet op zichzelf staat, maar onderdeel is van het bezwaar tegen de beschikking op de aanvraag zoals bedoeld in artikel 4:19, eerste lid, van de wet.

  • 4 De commissie bepaalt of er sprake is van een situatie als bedoeld in het derde lid.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee roulerende leden.

  • 2 De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 3 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de gemeente Heiloo.

  • 4 De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 3a Vergoedingen

  • 1 De voorzitter en de leden en plaatsvervangend leden van de commissie ontvangen per vergadering een door het college vast te stellen vergoeding.

Artikel 4 Subcommissies

  • 1 De commissie kan besluiten in verband met de gewenste specifieke deskundigheid ten behoeve van de behandeling van bepaalde categorieën bezwaarschriften uit haar midden subcommissies in te stellen.

Artikel 5 Secretaris

  • 1 De secretarissen van de commissie zijn door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2 Het college wijst, in bijzondere gevallen, een of meer plaatsvervangers van de secretarissen aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie treden van rechtswege af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen worden herbenoemd, tenzij zij al gedurende een opeenvolgende periode van acht jaar voorzitter respectievelijk lid van de commissie zijn geweest.

  • 3 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 4 De aftredende voorzitter en aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 5 In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van de termijn genoemd in het tweede lid.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 7 Ingediende bezwaarschriften

  • 1 Bezwaarschriften worden schriftelijk ingediend.

  • 2 Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 3 Het bezwaarschrift met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 4 Indien de commissie over het bezwaar zal adviseren, wordt dat bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, vermeld.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

  • 1 Voor de toepassing van deze verordening worden door de voorzitter uitgeoefend de bevoegdheden ingevolge de artikelen:

    • a.

      2:1, tweede lid, van de wet ten aanzien van het opvragen van een schriftelijke machtiging van de gemachtigde;

    • b.

      6:6 van de wet ten aanzien van het aan de indiener van een bezwaarschrift stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen van het bezwaarschrift aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, of het niet voldoen aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaarschrift, kan worden hersteld;

    • c.

      6:17 van de wet, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      7:4, tweede lid van de wet met betrekking tot het ter inzage leggen van stukken;

    • e.

      7:6, vierde lid, van de wet ten aanzien van het achterwege laten van informatie omtrent het verhandelde tijdens het horen.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1 De secretaris bepaalt, in overleg met de commissie, plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2 De commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet ten aanzien van het afzien van het horen.

  • 3 Indien de commissie op grond van het tweede lid besluit van het horen af te zien doet zij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden, en

    • b.

      het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1 De secretaris deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken vóór de datum van de zitting schriftelijk mede, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2 Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan de secretaris, onder opgaaf van redenen, verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3 De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk drie dagen voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 12 Quorum

  • 1 Voor het houden van een hoorzitting is vereist, dat in ieder geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, en ten minste één lid aanwezig is.

Artikel 13 Niet deelnemen aan de behandeling

  • 1 De voorzitter, diens plaatsvervanger en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1 De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2 De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3 Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4 Als gewichtige redenen worden in ieder geval aangemerkt persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:7 van de wet wordt een verslag van de zitting gemaakt met vermelding van de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag vermeldt voorts kort en zakelijk hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3 Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvindt, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4 Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies door de commissie wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter dit onderzoek uit eigen beweging of op verzoek van de commissie houden.

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Beraadslaging en advies

  • 1 De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3 Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4 Het advies wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1 Het advies wordt, onder toevoeging van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2 Indien naar het oordeel van de secretaris de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het verwerend orgaan, dan wordt de beslissing tijdig door het bestuursorgaan verdaagd.

  • 3 Het besluit tot verdaging wordt de belanghebbenden vóór het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn toegezonden.

  • 4 De commissie wordt geïnformeerd over het door het bestuursorgaan in bezwaar genomen besluit.

Artikel 19 Alternatieve geschillenoplossing

  • 1 Als blijkt dat de indiener van bezwaar en het verwerend orgaan willen onderzoeken of er een andere geschikte manier is om het bezwaar, dan wel de achterliggende oorzaak daarvan, op te lossen, dan wordt in afwachting van de uitkomst van die alternatieve oplossing de bezwaarschriftprocedure opgeschort, mits voldaan wordt aan artikel 7:10, vierde lid, onder a en/of b van de wet.

Artikel 20 Jaaroverzicht

  • 1 De commissie zendt jaarlijks een overzicht van het aantal en de aard van de bezwaarschriften en de door de commissie uitgebrachte adviezen aan de gemeenteraad, het college en de burgemeester.

Hoofdstuk III SLOTBEPALINGEN

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 december 2012 en werkt terug tot en met 1 juli 2012.

  • 2 Per 1 december 2012 vervalt de “Verordening behandeling bezwaarschriften Heiloo 2002”, met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2012.

Artikel 21 Citeertitel

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening behandeling bezwaarschriften Heiloo 2012”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door:
De raad van de gemeente Heiloo in zijn openbare vergadering van 12 november 2012.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heiloo op 25 september 2012.
De burgemeester van de gemeente Heiloo op 25 september 2012.