Regeling vervallen per 09-07-2019

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning van de gemeente Heiloo 2018

Geldend van 29-03-2018 t/m 08-07-2019

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning van de gemeente Heiloo 2018

De raad van de gemeente Heiloo;

gelezen het advies van de raadscommissie Bestuurlijke Zaken;

gelet op artikel 33, derde lid van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning van de gemeente Heiloo 2018

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    informatie: eenvoudige verzoeken van geringe omvang om feitelijke gegevens

    • -

      inzage in of afschriften van documenten

    • -

      het kenbaar maken van een deskundig oordeel

  • b.

    bijstand: het verzamelen en verwerken van informatie.

    • -

      het verlenen van hulp bij redactionele vormgeving van voorstellen, amendementen en moties

  • c.

    document: bedoeld in de betekenis van de Wet openbaarheid van bestuur

  • d.

    openbaar: bedoeld in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur

  • e.

    fractie: een raadslid of leden van de raad die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard en die daarmee bij de aanvang van de eerste vergadering na de gemeenteraadsverkiezingen als reguliere fractie worden beschouwd conform artikel 2, lid 1 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad van Heiloo 2018;

  • f.

    zelfstandig lid: een afsplitsing van een fractie van één raadszetel

  • g.

    zelfstandige groep: een afsplitsing van een fractie van twee of meerdere raadszetels.

Paragraaf 2. Ambtelijke bijstand

Artikel 2. Verzoek om informatie

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. Het raadslid dat een verzoek indient om ambtelijke bijstand maakt een grondige afweging of het een reëel verzoek betreft en realiseert zich dat het verzoek beslag legt op ambtelijke capaciteit die op dat moment niet elders ingezet kan worden.

  • 3. De informatie, bedoeld in het eerste lid onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 4. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris neemt het besluit.

  • 5. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 3. Verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de secretaris ambtelijke bijstand aan een raadslid tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

  • 4. De secretaris verstrekt het college desgewenst een afschrift van het verzoek.

  • 5. Indien (leden van) het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Artikel 4. Weigering verzoek ambtelijke bijstand

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd, kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

Artikel 5. Geschil over ambtelijke bijstand

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar verleende ambtelijke bijstand kan hiervan mededeling worden gedaan aan de secretaris;

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester voorziet zo spoedig mogelijk in de kwestie.

Paragraaf 3. Fractieondersteuning

Artikel 6. Recht op jaarlijkse financiële bijdrage

  • 1. De fracties ontvangen jaarlijks een bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 1.250,= voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een variabel deel van € 150,= per raadszetel. De genoemde bedragen worden aangepast als de raad daar aanleiding toe ziet.

Artikel 7. Financiële bijdrage bij splitsing

  • 1. Indien tijdens een zittingsjaar na mededeling aan de voorzitter van de raad er sprake is van:

    • a.

      één of meer leden van een fractie die respectievelijk als zelfstandig lid of zelfstandige groep gaan optreden;

    • b.

      twee of meer zelfstandige leden die als één zelfstandige groep gaan optreden;

    • c.

      één of meer leden van een fractie die zich aansluiten bij een andere fractie, zelfstandig lid of zelfstandige groep

      wordt met de daardoor veranderde situatie voor de berekening van de in artikel 6 bedoelde tegemoetkoming rekening gehouden bij de aanvang van de eerstvolgende kalendermaand.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de - op grond van artikel 6 lid 2 - vastgestelde variabele bijdrage per raadslid verdeeld over de betrokken fracties, zelfstandige groepen of zelfstandige leden, naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden. Het raadslid neemt het variabele deel voor de resterende maanden van het kalenderjaar mee naar zijn nieuwe fractie of groep .

  • 3. Bij splitsing van een fractie ontvangt alleen die fractie die bij de eerste zitting van een nieuwe raad na de verkiezingen als dusdanig is aangemerkt, conform artikel 2 lid 1 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad van Heiloo 2018, het vaste deel van de financiële bijdrage zoals bedoeld in artikel 6 lid 2.

  • 4. Ontstaat een nieuwe fractie door samenvoeging, dan kan de tegemoetkoming van de nieuw gevormde fractie niet groter zijn dan de tegemoetkoming zoals bepaald in artikel 6 tweede lid;

  • 5. Indien een raadslid zijn zetel ter beschikking stelt wordt het variabele deel voor de resterende termijn teruggestort in de gemeentekas door het betreffende raadslid dan wel de beheerder van de rekening van de fractie of zelfstandige groep.

Artikel 8. Besteding financiële vergoeding

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken. Minimumeis is dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      verkiezingscampagnes: 60 dagen voor en 60 dagen na de dag van de verkiezingen;

    • d.

      giften;

    • e.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • f.

      opleidingen voor raads- en commissieleden voor zover deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers;

    • g.

      congressen, seminars of symposia die niet door of namens de gemeente worden georganiseerd;

    • h.

      cadeaus en presentjes, tenzij bedoeld voor gastsprekers;

    • i.

      kosten voor lunches en diners gedurende niet-openbare bijeenkomsten.

Artikel 9. Voorschot bijdrage fractieondersteuning

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, na vaststelling van de verantwoording van de besteding van financiële bijdrage van het vorige kalenderjaar, conform artikel 12 verstrekt;

  • 2. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld.

Artikel 10. Tijdstip verstrekken voorschot in verkiezingsjaar

In afwijking van het bepaalde in artikel 9 wordt in een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 11. Reservering niet gebruikte financiële bijdrage

  • 1. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van artikel 6.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de verrekening over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6. Bij splitsing van een fractie valt de reserve toe aan die fractie die bij de eerste zitting van een nieuwe raad na de verkiezingen als dusdanig is aangemerkt conform artikel 2 lid 1 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad van Heiloo 2018 voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 12. Verantwoording en controle

  • 1. Elke fractie legt voor 1 februari van elk jaar aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning. De griffie attendeert de raadsleden hierop in de eerste week van het nieuwe kalenderjaar.

  • 2. De verantwoording wordt ingediend in een bij deze verordening opgenomen format- verslag. Dit verslag wordt voor 1 februari ingediend bij de griffier. Indien deze datum niet valt op een werkdag, wordt het verslag de eerste werkdag na 31 januari ingediend.

  • 3. Wordt het verslag te laat en incompleet ingediend, dan wordt het verslag niet in behandeling genomen en leidt dit tot volledige terugbetaling van het voorschot.

  • 4. De griffier controleert of de uitgaven van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie ingediend zijn en of het verslag voldoet aan de eisen.

  • 5. De commissie Bestuurlijke Zaken bespreekt de verslagen en adviseert de raad of de uitgaven wel of niet verantwoord zijn en vastgesteld kunnen worden door de raad.

  • 6. De raad stelt de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Artikel 13. Toepassing Awb

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de financiële middelen die een fractie ontvangt.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 14. Intrekking oude verordening

De verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Heiloo (2010) wordt ingetrokken.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 29 maart 2018.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Heiloo 2018.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heiloo in de openbare raadsvergadering van maandag 9 oktober 2017.

de griffier

mevrouw G.A. Beeksma

de voorzitter

de heer T.J. Romeyn

TOELICHTING

Algemeen

De verordening behandelt gedetailleerd de ambtelijke bijstand. Aangezien het de verhouding betreft tussen de raadsleden en de reguliere ambtelijke organisatie, is behoefte aan duidelijke regels. De ambtenaren werken doorgaans namelijk voor het college. Artikel 103 gemeentewet laat dit scherp zien. Vóór de invoering van de wet dualisering gemeentebestuur bepaalde dit artikel dat de secretaris (en daarmee de onder hem ressorterende ambtelijke organisatie) de raad en het college terzijde stond. In de duale verhoudingen staat de secretaris het college terzijde en wordt de raad bijgestaan door de griffier.

Dat de raad beschikt over een griffier met griffie betekent niet dat er geen behoefte meer zou zijn aan ambtelijke bijstand door de reguliere ambtelijke organisatie. De griffie zal in vergelijking met de reguliere organisatie beperkt in omvang zijn. Voor specialistische hulp op het gebied van het maken van amendementen, moties en regelingen zal een beroep op deze organisatie dan ook nodig blijven. Dit geldt ook voor specifieke informatie die alleen bij de reguliere ambtelijke organisatie beschikbaar is. De wetgever heeft dat onderkend en het recht op deze vorm van ambtelijke ondersteuning expliciet vastgelegd. Deze verordening vormt de uitwerking van dit recht.

De formulering van artikel 33 van de Gemeentewet laat buiten twijfel dat individuele raadsleden, dus ook die behorend tot een minderheid in de raad, recht hebben op ambtelijke bijstand. Op deze verordening kan dus door alle raadsleden een beroep worden gedaan.

In de verordening is geen bepaling opgenomen voor die gevallen waarin de tot het verlenen van hulp aangewezen ambtenaar op grond van gewetensbezwaren daartoe niet bereid is. In een dergelijk geval is sprake van een rechtspositioneel probleem dat binnen de ambtelijke organisatie tot een oplossing dient te worden gebracht.

In deze verordening is de griffier het eerste aanspreekpunt als het gaat om ambtelijke bijstand. De burgemeester vervult ook een rol in het proces. Indien er een conflictsituatie ontstaat of dreigt te ontstaan, zal de burgemeester een bemiddelende en uiteindelijk beslissende rol kunnen spelen. De positie van de burgemeester maakt hem bij uitstek geschikt voor deze taak als bruggenbouwer en als degene die uiteindelijk het laatste woord heeft.

Gezien de duale verhoudingen ligt het voor de hand dat er ook op het punt van de ambtelijke bijstand heldere scheidslijnen worden getrokken tussen werkzaamheden voor de raad en voor het college. Dat komt tot uitdrukking in het feit dat een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstand en de inhoud van de verleende bijstand geheim moeten worden gehouden. De ambtenaar mag niet onder druk komen te staan doordat hij werkzaamheden voor de raad verricht. Daarom zal het college dat toch informatie wenst over het verzoek om ambtelijke bijstand, zich moeten wenden tot het betrokken raadslid en niet tot de behandelend ambtenaar.

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Lid e (fractie) , f (zelfstandig lid) en g (zelfstandige groep).

Hierbij wordt voor nadere specificatie verwezen naar het Reglement van Orde van de gemeenteraad van Heiloo, 2018. Artikelen 2a, 2b en 2c.

Artikel 2. Verzoek om informatie

De verordening is niet bedoeld om formele barrières op te werpen die het verlenen van bijstand aan raadsleden juist bemoeilijkt. Indien het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een raadslid contact opnemen met de griffier die het verzoek kan neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie. Het begrip document wordt hier overigens gebruikt in de betekenis die het in de Wet openbaarheid van bestuur heeft. Met openbaar wordt bedoeld openbaar in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur. Op niet-openbare documenten is het bepaalde in de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet van toepassing. Deze rechten zijn veelal uitgewerkt in het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad, het Reglement van orde voor de vergaderingen van het college en de Verordening op de raadscommissies.

Er is voor gekozen de griffier te benoemen als centrale functionaris. Het bestaan van het instituut griffie en de ontvlechting van de posities van de raad en het college, die bij de dualisering hun beslag hebben gekregen, leiden ertoe dat de ambtelijke organisatie parallel ontvlochten is. Omdat de griffier geen zeggenschap heeft over de reguliere ambtelijke organisatie zal de secretaris de ambtenaar die de bijstand verleent moeten aanwijzen. De ontvlechting van posities leidt in dit geval dus noodzakelijkerwijs tot een verdergaande formalisering van de regeling omtrent ambtelijke bijstand.

De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. Het is niet mogelijk in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen in verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces.

In de gehele verordening is er voor gekozen een onderscheid aan te brengen tussen ambtenaren en medewerkers van de griffie. Als er over ambtenaren gesproken wordt, worden ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie bedoeld die onder het gezag van het college vallen en dus niet onder de noemer “griffiemedewerkers”. Dit neemt niet weg dat medewerkers van de griffie ook ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet zijn.

Op grond van het vierde lid is er bij twijfel een rol voor de secretaris weggelegd. Deze zal moeten beslissen of het een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b betreft.

Artikel 3. Verlenen van ambtelijke bijstand

In het vierde lid wordt gewezen op het belang dat het college/ de betrokken portefeuillehouder heeft van het op de hoogte zijn van het feit dat bijstand is verleend door onder zijn verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren. Gezien de afstand tussen raad en college is het logisch dat desgewenst melding wordt gemaakt van het verlenen van ambtelijke bijstand. Het college en de secretaris kunnen afspreken in welke gevallen hiervan melding wordt gemaakt.

Het vijfde lid voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Indien een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van die werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid is in het vijfde lid bepaald dat wethouders of de burgemeester zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelend ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Indien hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.

Geen nadere toelichting.

Paragraaf 2. Ambtelijke bijstand

Artikel 4. Weigering verzoek ambtelijke bijstand

Beoordeling of één van de in artikel 2 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. Artikel 3 regelt dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester. Het ligt in de rede dat hij hierover overleg voert met de secretaris en de griffier (en indien nodig ook het betrokken raadslid). Uiteraard kan de raad via de gebruikelijke weg hierover de burgemeester verzoeken verantwoording af te leggen (artikel 180 Gemeentewet).

Artikel 5. Geschil over ambtelijke bijstand

Ook indien - naar de mening van het raadslid - op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven, kan de zaak aan een hogere instantie worden voorgelegd: de burgemeester is daar gezien zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur de meest aangewezen instantie voor.

Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de secretaris.

Paragraaf 3. Fractieondersteuning

Artikel 6. Recht op jaarlijkse financiële bijdrage

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.

Artikel 7. Financiële bijdrage bij splitsing

Door de bedragen voor de fractie en het individuele lid op te nemen in aparte bepalingen in artikel 6 kan er in dit artikel 7 makkelijker onderscheid worden gemaakt tussen de bedragen waar een afsplitsing recht op heeft.

Artikel 8. Besteding financiële vergoeding

Geen nadere toelichting.

Artikel 9. Voorschot bijdrage fractieondersteuning

Geen nadere toelichting.

Artikel 10. Tijdstip verstrekken voorschot in verkiezingsjaar

Geen nadere toelichting.

Artikel 11. Reservering niet gebruikte financiële bijdrage

Indien niet verrekend kan worden, bijvoorbeeld omdat een fractie uit de raad verdwijnt, zal de raad het ten onrechte uitgekeerde voorschot kunnen terugvorderen.

Het spreekt vanzelf dat de raad sanctiemogelijkheden kan hanteren voor het geval een fractie niet handelt conform de verordening. Bijvoorbeeld wanneer uitgaven worden gedaan waar de financiële bijdrage niet voor bedoeld is of die niet kunnen worden onderbouwd, wanneer de verantwoording niet tijdig of volledig wordt ingediend, of wanneer teveel ontvangen voorschotten niet tijdig worden terugbetaald. De vermelding in de verordening van de mogelijkheid van terugvordering is stikt genomen overbodig omdat die mogelijkheid ook al bestaat op grond van artikel 4:57 van de Awb. Bestedingen in strijd met deze verordening kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 12. Verantwoording en controle

Elke fractie legt voor 1 februari verantwoording af aan de raad. Het verslag moet voor die datum zijn ingeleverd bij de griffie. De griffie attendeert de raadsleden op die datum in de eerste week van het kalenderjaar. Indien 31 januari niet op een werkdag valt, wordt de eerstvolgende werkdag aangewezen. Het verslag kan worden ingeleverd bij de griffie. De griffie bevestigt de ontvangst (via de mail of geeft een ontvangstbewijs) aan de indiener. Bij afwezigheid van de griffie kan het verslag afgegeven worden bij de receptie van het gemeentehuis. Ook daar wordt op verzoek een ontvangstbewijs gegeven. Dat bewijst dat het verslag op tijd is ingeleverd.

Te laat indienen of incompleet indienen van het verslag leidt er toe dat het verslag niet in behandeling wordt genomen en het voorschot terug betaald moet worden.

Artikel 13. Toepassing Awb

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de financiële middelen die een fractie ontvangt.

Artikel 14. Intrekking oude verordening

Geen nadere toelichting.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Geen nadere toelichting.

Artikel 16. Citeertitel

Geen nadere toelichting.

Bijlage Bestedingsverantwoording fractiebijdrage

Jaar van verslag

Naam van de fractie

Naam en functie indiener

Telefoonnummer

Datum indienen

Let op dat alle uitgaven voorzien zijn van:

  • 1.

    Een toelichting van de raadswerkzaamheden waarvoor de uitgave is gedaan;

  • 2.

    Een kopie van facturen, bonnen etc. toevoegen: op de factuur dient een nummer van de Kamer van Koophandel vermeld te zijn en de volledige gegevens;

  • 3.

    Een betalingsbewijs (kopie van bankafschrift).

Het verslag kan ingediend worden bij de receptie van het gemeentehuis t.a.v. de griffie, vraag om een ontvangstbevestiging (kan ook per mail) !

Het verslag kan ook afgeleverd worden bij de griffie, vraag ook hier om een ontvangstbevestiging (per mail of op papier) !!

Aan welke raadswerkzaamheden is het bedrag besteed?

Nota met BTW- of KvK nummer toegevoegd?

Betalingsbewijs toegevoegd?

Bijzonderheden?