Regeling vervallen per 01-01-2014

Algemene subsidieverordening samenleving gemeente Hellendoorn 2011

Geldend van 07-01-2012 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Algemene subsidieverordening samenleving gemeente Hellendoorn 2011

De raad van de gemeente Hellendoorn;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 mei 2011;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Algemene subsidieverordening samenleving gemeente Hellendoorn 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn;

  • b.

    raad: raad van de gemeente Hellendoorn;

  • c.

    incidentele subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

  • d.

    jaarlijkse subsidie: subsidie, niet zijnde een incidentele subsidie, die per (boek)jaar aan een instelling wordt verstrekt;

  • e.

    meerjarige subsidie: subsidie, niet zijnde een incidentele subsidie, die voor een periode van maximaal vier jaar aan een instelling wordt verstrekt;

  • f.

    vrijwilligersorganisatie: een instelling die werkzaam is op het terrein van cultuur, welzijn, onderwijs, zorg, sport, recreatie en toerisme en die geheel werkt met vrijwilligers;

  • g.

    beroepsmatig werkende instellingen: een instelling die werkzaam is op het terrein van cultuur, welzijn, onderwijs, zorg, sport, recreatie en toerisme en die beroepskrachten in dienst heeft;

  • h.

    maatschappelijke ontwikkeling: de beleidsterreinen cultuur, welzijn, onderwijs en zorg.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Voor de volgende beleidsterreinen kan subsidie worden verstrekt:

    • a.

      maatschappelijke ontwikkeling;

    • b.

      sport;

    • c.

      recreatie en toerisme.

  • 2. Het college stelt nadere regels, waarin de te subsidiëren activiteiten en de doelgroepen per beleidsterrein worden omschreven.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Het college is, onverminderd de verplichtingen opgelegd bij deze verordening, bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting per – in artikel 2 genoemd – beleidsterrein besluiten tot het instellen van (een) subsidieplafond(s) voor daaronder vallende activiteiten.

  • 2. Het college kan, met inachtneming van de door de raad vastgestelde subsidieplafonds, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend. Indien het college een aanvraagformulier heeft vastgesteld, dient de aanvraag te geschieden met behulp van dat aanvraagformulier.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen en in het bijzonder in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3. Indien een aanvrager voor de eerste maal een (meer)jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6 Meerjarige subsidieverlening/begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college kan aan vrijwilligersorganisaties subsidie verstrekken voor een periode van ten hoogste vier aaneengesloten jaren.

  • 2. Het college kan aan beroepsmatig werkende instellingen subsidie verstrekken voor een periode van ten hoogste twee aaneengesloten jaren.

  • 3. Een subsidie, als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat de raad jaarlijks voldoende gelden ter beschikking stelt.

Artikel 7 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een subsidie door een beroepsmatig werkende instelling wordt bij het college ingediend uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar, waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie door een vrijwilligersorganisatie wordt bij het college ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het jaar, waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Een aanvraag voor een meerjarige subsidie wordt bij het college ingediend uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het eerste jaar van de periode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 3. Een aanvraag voor een incidentele subsidie moet tenminste acht weken voor de aanvang van de te realiseren activiteit worden ingediend.

  • 4. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een incidentele subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag voor een (meer)jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 3. Het college kan zijn besluit onder opgave van redenen met 8 weken verdagen.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan subsidie worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvraag niet vóór de in artikel 7 gestelde termijnen is ingediend;

  • b.

    de activiteiten van de aanvrager niet zijn gericht op de gemeente of haar ingezetenen of niet aanwijsbaar ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het bepaalde bij of krachtens de wet, met het algemeen belang of met de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • e.

    subsidieverstrekking niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • f.

    de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden aan het doel waarvoor subsidie wordt gevraagd dan wel de subsidie niet of in onvoldoende mate is besteed aan het doel waarvoor subsidie is verleend;

  • g.

    naar het oordeel van het college de aanvrager onvoldoende rekening houdt of heeft gehouden met het gestelde in hoofdstuk 6.

Artikel 10 Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5 Verstrekking van de subsidie/bevoorschotting

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, worden in het besluit tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan € 50.000, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Artikel 13 Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening of –vaststelling verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 15 Verantwoording subsidies tot € 25.000 per jaar

  • 1. Subsidies tot € 25.000 worden vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

  • 2. Het college kan de aanvrager verplichten om op de door hem aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf € 25.000 tot € 50.000 per jaar

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 25.000, maar minder dan € 50.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van een jaarlijkse subsidie in bij het college uiterlijk vóór 1 juni van het jaar na afloop van het kalenderjaar. Bij een meerjarige subsidie wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen vier maanden na afloop van het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden, die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf € 50.000 per jaar

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een incidentele subsidie: uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijkse subsidie: uiterlijk vóór 1 juni van het jaar na afloop van het kalenderjaar;

    • c.

      bij een meerjarige subsidie: binnen vier maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een accountantsverklaring.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden, die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 18 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, kan het college de subsidievaststelling met ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet vóór het in artikel 16, eerste lid of 17, eerste lid genoemde tijdstip is ontvangen, gaat het college binnen zes weken over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 19 Standaardberekeningswijzen van uurtarieven en uniforme kostenbegrippen

  • 1. Indien bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, dienen deze tarieven door de subsidieaanvrager te worden berekend met gebruikmaking van een door het college voor te schrijven standaardberekeningswijze.

  • 2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van door het college bepaalde definities.

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3, 4, 8 en 9, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 21 Intrekking

De Subsidieverordening cultuur, welzijn en zorg gemeente Hellendoorn, de Sportsubsidieverordening alsmede de 1/3-regeling wijk- en buurtaccommodaties gemeente Hellendoorn worden ingetrokken met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór 01-10-2011 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Subsidieverordening cultuur, welzijn en zorg resp. de 1/3-regeling wijk- en buurtaccommodaties.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01-10-2011.

Artikel 24 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening samenleving gemeente Hellendoorn 2011.

De raad voornoemd,

De griffier, de voorzitter,