Bijdrageregeling voor de sociale woningbouw

Algemene bepalingen Artikel 1

Artikel 1

• 1. In deze regeling wordt verstaan onder "sociale sector woning":

  een zelfstandige woonruimte die alle voorzieningen bevat voor het wonen en geschikt en bestemd is om het gehele jaar te worden bewoond, waarvan de geraamde kosten van het in eigendom verkrijgen gemiddeld niet hoger zijn dan de bedragen genoemd in artikel 3, lid 1, onder a en b van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1995.

• 2. Artikel 3, lid 2, van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1995 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

• 1. Burgemeester en Wethouders kunnen aan de eigenaar van een nieuwe sociale sector woning een bijdrage ineens verlenen.

• 2. De hoogte van de bijdrage ineens wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld met kennisgeving aan de commissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en grondzaken.

Artikel 3

• 1. De bijdrage ineens wordt verleend:

  • a.

    ingeval de woning niet door de eigenaar zal worden bewoond (sociale sector huurwoning), aan de ­krachtens artikel 70 van de Woningwet toegelaten instelling die eigenaar is op het tijdstip van gereedkomen van de woning;

  • b.

    ingeval de woning door de eigenaar zal worden bewoond (sociale sector koopwoning), aan de meerderjarige natuurlijke persoon, die eigenaar is op het tijdstip van de aanvang van de eerste bewoning.

• 2. Met betrekking tot het bepaalde in het eerste lid, onder a, geldt, indien de woning deel uit­maakt van een complex woningen, het tijdstip van gereedkomen van de laatste woning in dat complex als tijdstip van gereedkomen.

• 3. Indien er meerdere eigenaren zijn, wordt de bijdrage verleend aan de eigenaren gezamenlijk, tenzij één of meer eigenaren minderjarig zijn, in welk geval de bijdrage wordt verleend aan de andere eigenaar of eigenaren.

Artikel 4

• 1. De bijdrage ineens wordt niet eerder verleend dan nadat voor de bouw van de woning of de woningen, waarop de aanvraag betrekking heeft, vergunning is verleend.

• 2. De bijdrage ineens wordt niet verleend indien vóór de toekenning met de bouw een aanvang is gemaakt.

• 3. Burgemeester en Wethouders kunnen, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, van het bepaalde in het tweede lid afwijken.

Artikel 5

• 1. De bijdrage ineens wordt slechts verleend indien in het betreffende kalenderjaar geen of geen beroep meer kan worden gedaan op geldelijke steun uit 's Rijks kas in de stichtingskosten van de woning.

  De bijdrage wordt verleend zolang er in enig kalenderjaar nog budget beschikbaar is.

• 2. De bijdrage ineens wordt slechts verleend ten behoeve van een nieuwe sociale sectorwoning, welke wordt gebouwd op bouwgrond die niet meer dan één jaar vóór de datum waarop de aanvraag wordt ingediend, is gekocht. Onder gekocht wordt in dit verband verstaan de datum waarop de akte van eigendomsoverdracht is verleden.

• 3. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders - gehoord de commissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en grondzaken - van het bepaalde in het eerste en tweede lid afwijken.

Sociale sector koopwoningen Artikel 7

Artikel 7

• 1. De bijdrage ineens voor een nieuwe sociale sector koopwoning wordt slechts verleend indien de stichtingskosten van de woning niet meer bedragen dan de bedragen genoemd in artikel 3, lid 1, onder a en b, van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1995.

• 2. Artikel 3, lid 2, van het Besluit Woninggebonden Subsidies 1995 is van overeenkomstige toepassing.

• 3. De bijdrage ineens voor een nieuwe sociale sector koopwoning wordt slechts verleend indien de subsidie-ontvanger degene is die de woning minimaal 5 jaren als eigenaar zal bewonen.

Artikel 8

• 1. Het belastbare huishoudinkomen van de aanvrager mag in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan niet meer bedragen dan de bedragen genoemd in artikel 13, lid 1, van het Besluit Beheer Sociale Huursector 1997, verhoogd met f 10.000,-- ten behoeve van de middeldure sector.

• 2. Artikel 13, lid 4, van het Besluit Beheer Sociale Huursector is van overeenkomstige toepassing.

Verplichtingen verbonden aan de verlening Artikel 9

Artikel 9

• 1. De bijdrage ineens wordt verleend onder de verplichting dat:

  • a.

    de bouw binnen 6 maanden na de toekenning tot de bovenkant van de begane grondvloer is gevorderd;

  • b.

    de bouw binnen de in het verkoopbesluit van de bouwgrond genoemde termijn geheel is voltooid;

  • c.

    de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor een juiste toepassing van deze regeling worden verstrekt;

  • d.

    de bouw niet plaatsvindt in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven 1958.

• 2. Burgemeester en Wethouders kunnen de subsidie-ontvanger naast de in lid 1 opgelegde verplichtingen andere verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 van de Algemene wet bestuursrecht opleggen.

• 3. Burgemeester en Wethouders kunnen na een schriftelijk verzoek van de aanvrager afwijken van de termijnen in het eerste lid onder a en b.

Aanvraag en uitbetaling Artikel 10

Artikel 10

• 1. De aanvraag om vaststelling van de bijdrage ineens wordt gedaan op een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen formulier.

• 2. Bij de behandeling van de aanvragen hebben projecten van toegelaten instellingen, die passen binnen de prestatie-afspraken tussen gemeente en toegelaten instelling in het kader van het Besluit Beheer Sociale Huursector 1997, voorrang.

• 3. Indien van projecten als bedoeld in het tweede lid geen sprake is, vindt behandeling plaats in volgorde van binnenkomst.

• 4. Burgemeester en Wethouders beslissen op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid binnen 12 weken na ontvangst daarvan.

Artikel 11

• 1. De bijdrage ineens is betaalbaar:

  • a.

    ingeval de woning niet door de eigenaar zal worden bewoond (sociale sector huurwoning), vanaf het tijdstip van het voor bewoning gereedkomen;

  • b.

    ingeval de woning door de eigenaar zal worden bewoond (sociale sector koopwoning), vanaf het tijdstip van de aanvang van de eerste bewoning.

• 2. Met betrekking tot het bepaalde in het eerste lid, onder a, geldt, indien de woning deel uit maakt van een complex woningen, het tijdstip van gereedkomen van de laatste woning in dat complex als tijdstip van gereedkomen.

• 3. De aanvraag om uitbetaling van de bijdrage ineens wordt gedaan op een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen formulier.

• 4. Uitbetaling van de bijdrage ineens geschiedt door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling.

Slotbepalingen Artikel 13

Artikel 13

• 1. Burgemeester en Wethouders houden aanvragen in portefeuille, indien in enig jaar de beschikbare financiële middelen niet toereikend zijn de bijdragen ineens te verstrekken.

• 2. Burgemeester en Wethouders doen van hun besluit tot buiten werking stellen van deze regeling en van het tijdstip van ingang daarvan mededeling aan de raad en aan de toegelaten instelling c.q. de aanvrager, terwijl dit besluit tevens bekend wordt gemaakt in een ter plaatse huis aan huis verschijnend advertentieblad, waarin de gemeente haar publicaties pleegt te plaatsen.

• 3. Burgemeester en Wethouders doen van hun besluit tot het weer in werking stellen en van het tijdstip van ingang daarvan eveneens mededeling aan de raad en aan de toegelaten instelling c.q. de aanvrager en aan het in het lid 2 bedoelde advertentieblad.