Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

Geldend van 28-11-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 september 2009;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die, onder welke titel dan ook, een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onder­deel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishou­den.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de "Stichting Hulphond Nederland" als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehou­den;

  • f.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse politie­hondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een begeleider, aan wiens bevelen de hond gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;

  • g.

    waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet langer dan 90 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft;

  • h.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van het hoofdcomité van het Nederlandse Rode Kruis of van de Nederlandse Vereniging van Rode Kruis honden;

  • i.

    waarvan de houder woonachtig is in een gebied dat niet is gelegen in de bebouwde kom, overeenkomstig de begrenzing die daaraan is gegeven in het Bestemmingsplan Buitengebied 2009, of zoals dit laatstelijk is gewijzigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor de eerste hond die door een houder wordt gehouden: € 65,00

    • b.

      ingeval door een houder meer dan één hond wordt gehouden, wordt het bedrag vermeld onder a. verhoogd met: € 65,00 voor elke hond waarmede het aantal vermeld onder a. wordt over­schreden, met dien verstande dat de aldus berekende belasting niet meer bedraagt dan: € 325,00

  • 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregi­streerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per jaar per kennel:

    € 325,00

  • 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het bela­stingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de bela­stingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalf­de gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belasting­plicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle ka­lender­maanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belasting­plicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagte­kening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.000,--,­ dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien ge­lijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. In afwijking van het derde lid geld dat, in geval op enig moment het openstaande verschuldigde bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, kleiner of gelijk is aan € 10,--, het voornoemde bedrag in de eerstvolgende termijn volledig geïncasseerd wordt.

  • 5. Met betrekking tot een ingevol­ge artikel 2, tweede lid, on­derdeel c, van de Invorderings­wet 1990 met een belas­tingaanslag gelijkge­stelde beschik­king inzake een bestuurlijke boete, zijn de vorige leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

  • 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Aan de belastingschuldige die niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen en conform:

  • -

    de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

  • -

    de Leidraad kwijtschelding gemeentelijke belastingen van de gemeente Hellendoorn;

waarbij 100 procent van de bijstandsuitkering wordt aangemerkt als kosten van bestaan, kan bij de invordering van de hondenbelasting geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrek­king tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Overgangsrecht

De "Verordening Hondenbelasting 2009”, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2008, nr. 08INT01187, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekend­making.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Hondenbelasting 2010".

Ondertekening

De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,