Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2013

Geldend van 12-12-2013 t/m 31-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2013

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond, waarbij voor onroerende bouwwerken de afbakening op grond van de Wet waardering onroerende zaken leidend is;

  • b.

    tussenpersoon: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • c.

    exploitant: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • d.

    openbare aankondiging: elke tot het publiek gerichte mededeling waarmee beoogd wordt reclame te maken dan wel aandacht te trekken voor een product, een dienst of een bedrijf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die op 1 januari van het belastingjaar zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen op 1 januari van het belastingjaar.

  • 2. In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht door tussenkomst van een exploitant, geheven van de exploitant.

Artikel 4 Wetsfictie

Bij het ontbreken van een openbare aankondiging op 1 januari van het belastingjaar, wordt deze toch aanwezig geacht, indien een openbare aankondiging van of ten behoeve van dezelfde belastingplichtige:

  • -

    in de maand december voorafgaand aan het belastingjaar aanwezig was èn

  • -

    in de maand januari van het belastingjaar aanwezig was.

Artikel 5 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    door publiekrechtelijke rechtspersonen gedaan in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • b.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer;

  • c.

    door kerkelijke organisaties met ideële doelstellingen aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die een charitatief of godsdienstig belang dienen;

  • d.

    van politieke aard in verkiezingstijd;

  • e.

    op zuilen, (sandwich)borden en muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan van een publiekrechtelijk lichaam voor het doen van openbare aankondigingen;

  • f.

    die zich bevinden binnen in een bouwwerk, met uitzondering van openbare aankondigingen die zijn aangebracht direct op, aan of tegen de binnenzijde van een glazen scheidingsconstructie waarvan de openbare aankondiging geen tijdelijk karakter heeft, blijkende uit de inhoud van de openbare aankondiging;

  • g.

    op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • h.

    aangebracht op een voertuig of (lucht)vaartuig, tenzij deze kennelijk in hoofdzaak (70% of meer) zijn bestemd voor openbare aankondigingen met een verkoop- of verhuur bevorderend karakter;

  • i.

    die met vermelding van een tussenpersoon zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende woonruimten, roerende bedrijfsruimten of onroerende zaken;

  • j.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • k.

    aangebracht op parasols of terrasafscheidingen die zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;

  • l.

    alleen bestaande uit de Nederlandse-, provinciale- of gemeentelijke vlag;

  • m.

    bevestigd door een voormalige gebruiker aan een bouwwerk dat op 1 januari van het belastingjaar niet meer gebruikt werd door deze voormalige gebruiker.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 480,00 voor één openbare aankondiging, met in achtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 7 Berekening van de reclamebelasting

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel worden openbare aankondigingen die bij één bouwwerk of gedeelte daarvan behoren, aangemerkt als één openbare aankondiging. Indien meerdere bouwwerken of gedeelten daarvan naast elkaar zijn gelegen en samen worden gebruikt door één belastingplichtige, worden de openbare aankondigingen die bij deze bouwwerken of gedeelten daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één openbare aankondiging.

  • 2. Openbare aankondigingen behoren in ieder geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee samen worden gebruikt.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel worden alle openbare aankondigingen, die door één exploitant worden gedaan, aangemerkt als één openbare aankondiging.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In overeenstemming met artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reclamebelasting 2013".

De raad voornoemd,

de griffier de voorzitter

Bijlage: reclamebelastinggebied

Behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 11 december 2012, nr. 12INT02115.

Artikel 1 Kaart reclamebelastinggebied

Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 2 van de Verordening reclamebelasting 2013, geldt het gearceerde gedeelte op de bij deze verordening behorende kaart.

kaart

Artikel 2 Nadere omschrijving reclamebelastinggebied

Het gearceerde gebied op de bij deze verordening behorende kaart wordt, met in achtneming van het overigens in deze verordening bepaalde, als volgt nader beschreven:

Straatnaam

Belastbare feiten

Grotestraat

openbare aankondigingen aan de Grotestraat in het gebied van even huisnummers 152 tot en met 266 en ononeven huisnummers 63 tot en met 167

Keizerserf

openbare aankondigingen aan het Keizerserf

Henri Dunantplein

openbare aankondigingen aan het Henri Dunantplein

Willem-Alexanderstraat

openbare aankondigingen aan de Willem-Alexanderstraat

Máximastraat

openbare aankondigingen aan de Máximastraat

De griffier,