Regeling vervallen per 31-12-2016

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren in openbare gronden binnen het gemeentelijk gebied

Geldend van 30-04-2010 t/m 30-12-2016

Intitulé

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren in openbare gronden binnen het gemeentelijk gebied

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 maart 2010;

gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren in openbare gronden binnen het gemeentelijk gebied

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1. onder e. en h. van de Telecommunicatiewet);

  • c.

    kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, rioleringen (buizen) en kabels en leidingen ten behoeve van industriële netwerken;

  • d.

    aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk;

  • e.

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • f.

    netbeheerder: vennootschap (of andere rechtspersoon) die is aangewezen als beheerder van een net voor levering van elektriciteit, gas of water, dan wel die aanbieder is van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk; de netbeheerder kan gedoogplichtige zijn en opdrachtgever/grondroerder;

  • g.

    opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van een werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht (waaronder mede verstaan wordt degene die in eigen naam en voor eigen rekening kabels en/of leidingen ten dienste van een netwerk aanlegt, instandhoudt en opruimt);

  • h.

    grondroerder/aanvrager: partij onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht die met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een instemmingsaanvraag doet; indien deze partij zich laat vertegenwoordigen door een (onder)aannemer of uitvoerder, dient deze te beschikken over een machtiging van de partij namens welke opgetreden wordt;

  • i.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

  • j.

    melder: netbeheerder (of degene die door de netbeheerder gemachtigd is namens deze op te treden), die met inachtneming van het bepaalde in deze verordening melding doet van (voorgenomen) werkzaamheden;

  • k.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in de openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • l.

    instemmingsbesluit: (positief) besluit van het college op een aanvraag van voorgenomen werkzaamheden;

  • m.

    werken: een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • n.

    coördinator: de contactpersoon van de gemeente, die gemandateerd is door het college, inzake werkzaamheden of bevoegdheden krachtens deze verordening;

  • o.

    niet-openbare kabels: kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe deze behoren) die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden, waaronder verstaan wordt het aanbieden van diensten die beschikbaar zijn voor het publiek;

  • p.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht;

  • q.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze door een onderneming onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • r.

    breekverbod: verbod voor het uitvoeren van breek- en graafwerkzaamheden in de grond, geldend bij een gesloten sneeuwdek en/of vorst in de grond.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht, waarvan de bepalingen onverkort van toepassing zijn op het in deze verordening bepaalde.

Artikel 3 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 2: Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1. Het is verboden zonder, of in afwijking van, een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit omtrent de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2. Voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard, waaronder verstaan wordt het realiseren van incidentele (huis-)aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan vijfentwintig meter in of op openbare gronden, waarbij geen gesloten verhardingen worden gekruist, en voor minder ingrijpende reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, is geen instemming van het college, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk.

Artikel 5 Aanvragen en melden

  • 1. Een aanvrager die werkzaamheden wil verrichten, vraagt daarvoor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aan bij het college.

  • 2. Een aanvrager die werkzaamheden wil verrichten kan hierover vooroverleg voeren met het college ten einde de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoog-plichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de aanvrager en de andere gedoogplichtige(n).

  • 4. Voor het verrichten van minder ingrijpende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, kan de grondroerder volstaan met een melding aan het college, minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden. Op grond van de belangen zoals genoemd in artikel 8, eerste lid, kan het college bepalen dat de realisatie van deze werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 5. In geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing, waarvan uitstel niet mogelijk is en de belemmering of storing mogelijkerwijs buiten de normale werktijden plaatsvindt, volstaat de grondroerder met een melding, bij voorkeur voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Indien een melding vooraf niet mogelijk is, dient de melding uiterlijk binnen één werkdag na de uitvoering gemotiveerd te worden gedaan aan het college.

Artikel 6 Aanvraag- en meldingsvoorwaarden

  • 1. Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit en het melden van minder ingrijpende- of spoedeisende werkzaamheden dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde formulieren.

  • 2. Bij de aanvraag voor een instemmingsbesluit verstrekt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bij de eerste aanvraag indien de aanvrager daar ingeschreven is. Voor aanvragers die bekend zijn volstaat het bij iedere melding het KvK-nummer in te vullen op de instemmingsaanvraag;

    • b.

      een machtiging indien het een aanvraag betreft voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen voor of namens een opdrachtgever;

    • c.

      NAW-gegevens van de eigenaar, de beheerder en de exploitant van de kabels en/of leidingen en van de (onder)aannemer, alsmede de naam en het telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

    • d.

      een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • e.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1.

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke tekeningen en daarop aangegeven wat de locaties zijn;

      • 2.

        de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek inzake de beschikbare ruimte;

      • 3.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, van permanente als tijdelijke aard, alsmede van de situering daarvan;

      • 4.

        een omschrijving van eventuele opbrekingen van de verhardingen;

      • 5.

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • 6.

        de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • 7.

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.

  • 3. Indien de werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen, aanvullend op het tweede lid, bij de melding tevens de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      een kopie van de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) afgegeven registratie;

    • b.

      aanvullend op het uitvoeringsplan wordt daarin ook opgenomen:

      • -

        een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen;

      • -

        de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 4. Bij de melding van minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5, vierde en vijfde lid, dienen te worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres en ondertekening van de melder;

    • b.

      naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden, alsmede de naam en het telefoonnummer van de uitvoerder, zijnde een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

    • c.

      de dagtekening van de melding;

    • d.

      de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

    • e.

      het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 5. Het college kan nadere regels stellen inzake de te verstrekken gegevens, als ook over de wijze waarop de gegevens worden verstrekt.

  • 6. De telecommunicatiebedrijven zijn voor het verkrijgen van een instemmingsbesluit of het doen van een melding leges verschuldigd op grond van de dan geldende legesverordening.

Artikel 7 Termijnen

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichten zijn betrokken dan beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en alle bijbehorende instemmingen van de betreffende gedoogplichtigen.

  • 2. De termijnen, zoals bedoeld in het eerste lid, kunnen eenmaal voor acht weken worden verdaagd.

  • 3. Indien de beslissing, ook na verdaging, niet binnen de termijn is genomen, blijft het bepaalde in artikel 4:20b Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing.

  • 4. Het instemmingsbesluit vervalt indien daarvan niet binnen maximaal 1 jaar na het onherroepelijk zijn van het besluit gebruik wordt gemaakt.

Artikel 8 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast, waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2. Het college kan aan het instemmingsbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden omtrent:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen;

    • b.

      het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit;

    • d.

      afmetingen van kasten en andere toebehoren behorende bij het netwerk.

  • 3. De aanvrager dient omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal drie dagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-) straatwerkzaamheden. In dat kader is het college tevens bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden tussen de bepalingen van deze verordening en de bepalingen uit de Leidraad, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.

  • 5. Indien en zodra wettelijke bepalingen van toepassing worden op het gebied van verplichte informatie-uitwisseling voor ondergrondse netten, gelden deze wettelijke verplichtingen tevens als voorschriften als bedoeld in dit artikel.

  • 6. De aanvrager vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud.

  • 7. De aanvrager is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en beplanting terug te brengen in de oude staat, tenzij de gemeente vooraf heeft aangegeven hier zelf zorg voor te willen dragen. De aanvrager draagt de marktconforme kosten voor herstel die gebaseerd zijn op de VNG richtlijn “Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom” en de “Tarieven (her)straatwerkzaamheden kabels- en/of leidingwerken, die jaarlijks opnieuw worden vastgesteld, gebaseerd op de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-) straatwerkzaamheden”.

  • 8. Indien binnen 1 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanvrager werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanvrager.

  • 9. Indien de aanvrager werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanvrager is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 4, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanvrager een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanvrager verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanvrager een alternatief tracé te kiezen, of aan andere netbeheerders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de Telecommunicatiewet.

Artikel 10 Verleggingen

  • 1. Op verleggingen van openbare telecommunicatiekabels op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van toepassing.

  • 2. Op verleggingen van leidingen, die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, in of op openbare gronden zijn de contractuele afspraken van toepassing.

Artikel 11 Breekverbod

  • 1. Als er sprake is van een gesloten sneeuwdek of vorst in de grond is het college bevoegd een breekverbod in te stellen. Of er sprake is van een gesloten sneeuwdek of vorst in de grond staat ter beoordeling van het college.

  • 2. Tijdig of in ieder geval één dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken bedrijven hierover informeren.

  • 3. Indien er sprake is van een breekverbod is het verboden breek- en graafwerkzaamheden uit te voeren in de grond en/of bestrating.

  • 4. Het breekverbod zal onderdeel uitmaken van het instemmingsbesluit, dan wel de melding die gedaan wordt.

  • 5. Overtreding van het breekverbod zal leiden tot stillegging van het werk conform artikel 20.

  • 6. Het breekverbod is niet van toepassing in geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing, waarvan uitstel niet mogelijk is en de belemmering of storing mogelijkerwijs buiten de normale werktijden plaatsvindt.

Hoofdstuk 3: Overige bepalingen

Artikel 12 Eigendom

  • 1. Indien de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netbeheerder over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

  • 3. Op de eigendom van de kabels en leidingen zijn de desbetreffende wettelijke bepalingen van toepassing.

Artikel 13 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen geldt dat deze op verzoek van de gemeente, altijd op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd dienen te worden.

Artikel 14 Geldigheidsduur gedoogplicht kabels en leidingen

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden.

  • 2. Op verzoek van het college moet de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels, leidingen en ondersteuningswerken verstrekken. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 15 Digitale gegevens

Het college kan van de aanvrager en/of aanmelder verlangen dat de te verstrekken gegevens in digitale vorm worden verstrekt.

Artikel 16 Overleg

  • 1. De gemeente organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders c.q. aanvragers worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders c.q. aanvragers besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

  • 3. Aan dit overleg kunnen geen rechten worden ontleend.

Hoofdstuk 4: Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 17 Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 18 Overtreding

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 19 Naleving voorschriften

Indien een aanvrager zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit, is het college bevoegd het instemmingsbesluit in te trekken en de oorspronkelijke situatie (laten) voor rekening van de aanvrager te (laten) herstellen.

Artikel 20 Bevoegdheid college

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • a.

    zonder voorafgaande melding of aanvraag, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

  • b.

    in afwijking van de voorschriften uit het instemmingsbesluit.

  • c.

    in strijd met het geldende breekverbod.

Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Gelijktijdig vervalt de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren van d.d. 15 december 2005, nr. 05.10428.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

Deze verordening is eveneens van toepassing op de kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn (aan)gelegd met toepassing van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken, zoals die hebben gegolden tot het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 23 Benaming

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2010 gemeente Hellendoorn.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,