Regeling vervallen per 21-12-2013

Drank- en Horecaverordening gemeente Hellendoorn 2010

Geldend van 30-04-2010 t/m 20-12-2013

Intitulé

Drank- en Horecaverordening gemeente Hellendoorn 2010

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 9 maart 2010;

gelet op de artikelen 4, 20, 23 en 26 van de Drank- en Horecawet en de artikelen 149, 154 en 156 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

I. in te trekken zijn besluit van 18 april 1995, nr. 95.2329, tot vaststelling van de Drank- en Horecaverordening gemeente Hellendoorn 1995;

II. vast te stellen de

Drank- en Horecaverordening gemeente Hellendoorn 2010

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    wet: de Drank- en Horecawet;

  • b.

    horecabedrijf: een bedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • c.

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste en tweede lid van de wet;

  • d.

    lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • e.

    alcoholhoudende drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • f.

    sterke drank: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet.

Hoofdstuk 2

Artikel 2 Beperking verstrekking sterke drank voor gebruik ter plaatse

Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting, die onderdeel is van een gebouw:

  • a.

    die uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor het geven van onderwijs;

  • b.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of – instellingen;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of – instellingen;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

  • e.

    die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein;

  • f.

    die kan worden aangemerkt als parochiehuis, dorpshuis, buurt- of wijkgebouw;

  • g.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij kerkelijke instellingen of organisaties.

Artikel 3 Ontheffing

  • 1. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de verbod gesteld in artikel 3. Hij beslist binnen acht weken nadat de aanvraag is binnengekomen. Indien de beslissing niet binnen deze termijn is genomen, blijft het bepaalde in artikel 4:20b Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing.

  • 2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Hoofdstuk 3

Artikel 4 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Drank- en Horecaverordening gemeente Hellendoorn 2010”.

Artikel 5 Overgangsbepaling

De ontheffingen, die zijn verleend krachtens de bij besluit van 18 april 1995, nr.95.2329, vastgestelde Drank- en Horecaverordening gemeente Hellendoorn 1995, blijven van kracht, totdat de tijd waarvoor zij zijn verleend is verstreken of totdat de intrekking onherroepelijk is.

III. te bepalen dat deze verordening in werking treedt de dag na bekendmaking van het besluit van de raad.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsomschrijving

De wet geeft in artikel 1 een aantal begripsbepalingen, die vanwege, de redactie van de aanhef van dat artikel ook gelden voor de op die wet gebaseerde gemeentelijke verordeningen. Om de leesbaarheid van de verordening te vergroten zijn enkele begrippen overgenomen uit de wet.

Hoofdstuk 2

A rtikel 2 Beperking verstrekking sterke drank voor gebruik ter plaatse

In artikel 23 van de wet wordt de mogelijkheid geboden tot een aanvullende regeling ten aanzien van het beperken van de verstrekking van sterke drank in bepaalde inrichtingen. In dit artikel worden inrichtingen opgesomd, waar dit gewenst is. Onder sub d. vallen ook de wachtruimten op stations van de Nederlands Spoorwegen.

Artikel 3 Ontheffing

Hoewel het invoeren van een ontheffingensysteem niet verplicht is, is het wel wenselijk. Er zijn immers altijd uitzonderingsmogelijkheden denkbaar. Deze kunnen door middel van een ontheffing dan gerealiseerd worden.

Hoofdstuk 3

Artikel 5 Overgangsbepaling

De overgangsbepaling dient te worden opgenomen om aan te geven of bestaande ontheffingen en verloven hun rechtskracht blijven behouden na de inwerkingtreding van deze verordening.