Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Geldend van 30-11-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 225 van de Gemeentewet en de van kracht zijnde Parkeerverordening gemeente Hellendoorn;

b e s l u i t vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Staatsblad 1990, 459);

  • 2.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, inclusief brommobielen;

  • 3.

    brommobiel: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • 4.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • 5.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Staatsblad 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven. Als houder van een motorvoertuig wordt mede beschouwd:

    • a.

      degene die gebruik maakt van een lease-auto, zoals blijkt uit een verklaring ter zake van de kentekenhouder (leasemaatschappij);

    • b.

      de werknemer die (nagenoeg) permanent ten behoeve van zijn werkzaamheden de beschikking heeft over een motorvoertuig van zijn werkgever, zoals blijkt uit een verklaring ter zake van de werkgever;

  • 6.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • 7.

    parkeerkaart: het betalingsbewijs dat zodanig aan de binnenzijde van de voorruit van het motorvoertuig moet zijn aangebracht, dat de gegevens buiten het voertuig goed zichtbaar en leesbaar zijn;

  • 8.

    bezoekerskaart: pasje (of digitale versie daarvan) van een bewonerbelanghebbende, waarmee zijn/haar bezoekers tegen gereduceerd tarief en voor een beperkt aantal uren kunnen parkeren;

  • 9.

    bezoekersvergunning: een vergunning van een bewonerbelanghebbende, waarmee zijn/haar bezoeker kan parkeren;

  • 10.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend;

  • 11.

    weggedeelten: een straat, plein, terrein of zone;

  • 12.

    parkeerbelastinggebied: het gebied waarbinnen op de parkeerplaatsen tegen betaling kan worden geparkeerd, zoals is vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende bijlage parkeerbelastinggebied;

  • 13.

    bewonerbelanghebbende: een persoon die in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens c.q. Basisregistratie Personen als bewoner staat geregistreerd van een woonadres binnen het parkeerbelastinggebied;

  • 14.

    zakelijk belanghebbende: een persoon die op een adres in parkeerbelastinggebied een beroep of bedrijf uitoefent;

  • 15.

    privé-parkeergelegenheid: parkeergelegenheid die niet openbaar toegankelijk is;

  • 16.

    een beroep of bedrijf uitoefenen:

    • a.

      de rechtspersoon of de natuurlijke persoon onder wiens verantwoordelijkheid de beroeps- of bedrijfsuitoefening plaatsvindt;

    • b.

      activiteiten die zowel op commerciële als op niet-commerciële basis plaatsvinden.

      Maten van een maatschap gevestigd op één adres worden samen als één zakelijk belanghebbende aangemerkt;

  • 17.

    parkeervergunningen: vergunning waarmee gedurende maximaal een kalenderjaar geparkeerd kan worden op specifiek aangewezen plaatsen in het parkeerbelastinggebied in Nijverdal;

  • 18.

    bewonersvergunning: een parkeervergunning voor de houder van een motorvoertuig, die blijkens een inschrijving in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens c.q. Basisregistratie Personen woont in het parkeerbelastinggebied, dat (mede) bestemd is voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 19.

    werknemersvergunning: een parkeervergunning voor de houder van een motorvoertuig, die een beroep uitoefent in het parkeerbelastinggebied, dat (mede) bestemd is voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 20.

    bedrijfsvergunning: een parkeervergunning voor de houder van een motorvoertuig, die aantoonbaar een bedrijf uitoefent in het parkeerbelastinggebied, dat (mede) bestemd is voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 21.

    zorgvergunning: een parkeervergunning voor de houder van een motorvoertuig, die een medisch of paramedisch beroep uitoefent, dan wel een beroep uitoefent waarbij sprake is van een mensreddend element, in het parkeerbelastinggebied, dat (mede) bestemd is voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 22.

    mantelzorgvergunning: een parkeervergunning voor een zorgbehoevende bewoner, die op medische gronden afhankelijk is van mantelzorg en die blijkens een inschrijving in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens c.q. Basisregistratie Personen woont in het parkeerbelastinggebied, dat (mede) bestemd is voor het parkeren door vergunninghouders;

  • 23.

    uur: een tijdvak van 60 minuten;

  • 24.

    dag: een tijdvak van 24 uren, aanvangend te 00.00 uur;

  • 25.

    week: een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen dat begint op maandag en eindigt op zondag;

  • 26.

    maand: een tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • 27.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • 28.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Hellendoorn een overeenkomst heeft gesloten in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening aangewezen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat

      • 1e.

        als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

       

      • 2e.

        als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de parkeervergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Tijdstip parkeerbelasting

  • 1. Parkeerbelasting is verschuldigd van maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 18.00 uur en op donderdag tot 21.00 uur.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is geen parkeerbelasting verschuldigd op nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Koningsdag, Bevrijdingsdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag, tweede kerstdag en oudejaarsdag.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is op 4 mei en 24 december parkeerbelasting verschuldigd tot 18.00 uur, voor zover voornoemde data vallen op een donderdag.

  • 4. De parkeerduur is onbeperkt.

  • 5. De per keer mogelijk te betalen parkeertijd is afhankelijk van de parkeerapparatuur.

  • 6. Met inachtneming van het voorgaande kan het college van burgemeester en wethouders jaarlijks maximaal vier extra dagen aanwijzen waarop geen parkeerbelastingen verschuldigd zijn. Van een dergelijk besluit doet het college zo snel mogelijk mededeling aan de gemeenteraad.

Artikel 5 Vrijstelling

  • 1. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van de houder van een motorvoertuig dat wordt gebruikt:

    • a.

      door de politie;

    • b.

      door de brandweer;

    • c.

      door een regionaal centrum, waar meerdere huisartsen samenwerken buiten de normale praktijktijden;

    • d.

      door een ambulancedienst, waaraan krachtens de Wet ambulancevervoer een vergunning is verleend voor het verrichten van ambulancevervoer;

    • e.

      door een organisatie die hulp verleent als een motorvoertuig met pech komt te staan;

    • f.

      door een organisatie die hulp verleent voor het vervoer van zieke en gewonde dieren met daartoe ingerichte en bestemde motorvoertuigen;

    • g.

      om een bruidspaar te vervoeren, voor zover het parkeren geschiedt ten behoeve van een burgerlijke voltrekking van het huwelijk of partnerschapregistratie of een kerkelijke inzegening van een huwelijk of partnerschapregistratie;

    • h.

      om een stoffelijk overschot te vervoeren, voor zover het parkeren geschiedt in het kader van een herdenkingsplechtigheid, begrafenis of crematie.

  • 2. De vrijstelling als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, onderdeel a tot en met onderdeel f, is uitsluitend van toepassing in geval van spoedeisende hulpverlening.

  • 3. De belastingen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, worden niet geheven van motoren, motoren met zijspan, trikes, quads of vergelijkbare motorvoertuigen zonder afsluitbaar bestuurder/bijrijdercompartiment.

  • 4. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart, doch alleen voor zover het motorvoertuig geparkeerd wordt op een algemene gehandicaptenparkeerplaats die niet op kenteken is gesteld.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief en belastingtijdvak

  • 1. De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende bijlage tarieventabel.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten dat er, gedurende een afgebakend tijdvak, lagere tarieven van toepassing zijn voor de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, met dien verstande dat het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad zo snel mogelijk achteraf hierover informeert.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de parkeervergunning wordt verleend.

Artikel 9 Ontheffing van parkeerbelasting

  • 1. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, verschuldigd voor zoveel 52ste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle weken overblijven.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, aanspraak op ontheffing voor zoveel 52ste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle weken overblijven.

Artikel 10 Wijze van betalen

  • 1. Ter zake van de parkeerbelasting geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur (uitsluitend indien de parkeerapparatuur daarvoor geschikt is) door middel van:

    • a.

      contante betaling in munteenheden van € 0,05, € 0,10, € 0,20, € 0,50, € 1,00 en € 2,00;

    • b.

      een al dan niet rekeninggebonden Chipknip;

    • c.

      een pinbetaling;

    • d.

      een creditcardbetaling;

    • e.

      een bezoekerskaart.

  • 2. Er dient ten minste zoveel betaald te worden als nodig is en/of het saldo op de gebruikte Chipknip/bezoekerskaart dient ten minste zo groot te zijn als nodig is om de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren.

  • 3. Indien bij het parkeren op straat - met uitzondering van het betaald parkeren op parkeerterreinen welke zijn voorzien van een slagboom - gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur welke na inwerkingstelling een parkeerkaart afgeeft, dient deze parkeerkaart met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het in werking stellen van de parkeerapparatuur tevens geschieden door het via een telefoon inloggen op de centrale computer van het bedrijf waarmee de gemeente Hellendoorn een overeenkomst heeft gesloten in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon. Hiertoe dient de belastingplichtige geregistreerd te zijn bij dit bedrijf. Hij dient te beschikken over een geldige parkeerkaart van dit bedrijf. Deze kaart dient op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht. De aanvang van het parkeren meldt de belastingplichtige door de gebiedscode telefonisch door te geven aan dit bedrijf. Tevens neemt de belastingplichtige de overige voorwaarden van dit bedrijf in acht. Wanneer niet aan voornoemde voorwaarden is voldaan, wordt de belasting geheven bij wege van voldoening op aangifte overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van artikel 8 en geldt de betalingstermijn zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 11 van de Verordening parkeerbelastingen 2014.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de parkeervergunning wordt verleend.

  • 4. In afwijking van het derde lid geldt dat, zolang de verschuldigde belasting door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, de belasting moet worden betaald in één termijn, welke vervalt in januari van het belastingjaar.

  • 5. Een naheffingsaanslag is terstond en tot het volle bedrag invorderbaar.

Artikel 12 Kosten

Voor een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, worden kosten in rekening gebracht. De hoogte van het daarvoor in rekening te brengen bedrag is vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. De onderbouwing van de kosten voor de naheffingsaanslag parkeerbelasting is vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende bijlage onderbouwing kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen 2014.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 15 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt;

met dien verstande dat het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad zo snel mogelijk achteraf informeert over de toegepaste bevoegdheid.

Artikel 16 Overgangsrecht

De “Verordening parkeerbelastingen 2013”, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2012, nr. 12INT01608, gewijzigd bij raadsbesluit van 1 juli 2013, nr. 13INT01788, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening parkeerbelastingen 2014".

De raad voornoemd,

de griffier de voorzitter

Bijlage: tarieventabel

Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2013, nr. 13INT02905.

Artikel 1

Parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de verordening

1

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, in het parkeerbelastinggebied, bedraagt:

1.1

per uur

1,00

1.2

per dag maximaal

5,00

1.3

voor een bezoeker van een bewonerbelanghebbende: 50 procent van de tarieven genoemd bij 1.1 en 1.2. Dit tarief is alleen van toepassing indien de bewonerbelanghebbende vooraf met de gemeente hiervoor een overeenkomst heeft gesloten en daarvoor een bezoekerskaart heeft ontvangen

1.4

voor maximaal vijf houders van motorvoertuigen die deelnemen aan een stoet rouwende mensen, die een overledene naar zijn laatste rustplaats vergezellen, elk voor een maximale parkeerduur van drie uren en alleen van toepassing indien er voorafgaand aan het parkeren parkeerkaarten zijn verkregen van de gemeente Hellendoorn

0,00

1.5

voor houders van motorvoertuigen die deelnemen aan een stoet mensen, die een bruidspaar vergezellen op de huwelijksdag of dag van partnerschapsregistratie, elk voor een maximale parkeerduur van een dag en alleen van toepassing indien er voorafgaand aan het parkeren parkeerkaarten zijn verkregen van de gemeente Hellendoorn en indien het aantal verkregen parkeerkaarten vermeerderd met het aantal uitrijdkaarten voor de parkeergarage Henri Dunant het aantal van vijf niet overschrijdt

0,00

Artikel 2

Parkeervergunningen als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de verordening

2

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, in het parkeerbelastinggebied, bedraagt per kalenderjaar:

2.1

voor een bewonersvergunning:

2.1.1

indien de bewonerbelanghebbende niet de beschikking heeft over een privé-parkeergelegenheid

30,00

2.1.2

indien de bewonerbelanghebbende de beschikking heeft over een privé-parkeergelegenheid

120,00

2.1.3

voor elke volgende bewonersvergunning

60,00

2.2

voor een bedrijfsvergunning op kenteken of op naam:

240,00

2.3

voor een werknemersvergunning:

2.3.1

indien de werkgever is gevestigd buiten het parkeerbelastinggebied en de werknemer werkzaamheden verricht of gaat verrichten in het parkeerbelastinggebied:

a.per jaar;

240,00

b.per maand;

50,00

c.per week.

15,00

Artikel 9 van deze verordening is op dit artikel niet van toepassing.

2.3.2

indien de werkgever is gevestigd binnen het parkeerbelastinggebied:

a.voor één vaste dag in de week

45,00

b.voor twee vaste dagen in de week

90,00

c.voor drie vaste dagen in de week

135,00

d.voor vier vaste dagen in de week

180,00

e.voor vijf vaste dagen in de week

225,00

f.voor een hele week (zes dagen)

240,00

2.4

voor een zorgvergunning

240,00

2.5

voor een mantelzorgvergunning

15,00

2.6

voor een bezoekersvergunning

10,00

Artikel 3

Kosten naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 12 van de verordening

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen

58,00

Behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Hellendoorn van 5 november 2013,

nr. 13INT02905.

De griffier,

Bijlage: onderbouwing kosten naheffingsaanslag parkeerbelastingen 2014

Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2013, nr. 13INT02905.

Artikel 1 Kosten begrepen in de naheffingsaanslag

Artikel 2, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is van toepassing bij het bepalen van de kosten begrepen in de naheffingsaanslag en luidt als volgt: “De gemeentelijke kosten ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 234, vierde lid, van de wet kunnen ten hoogste bestaan uit de volgende componenten, voor zover deze rechtstreeks voortvloeien uit de inning van niet betaalde parkeerbelastingen: vaste informatieverwerkingskosten, variabele informatieverwerkingskosten, kosten van afschrijving, kosten van interest, personeelskosten en overheadkosten, welke ten hoogste 50 procent van de personeelskosten mogen bedragen.”

Artikel 2 Gemeenteraad stelt kosten naheffingsaanslag vast

Artikel 2, tweede lid van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is van toepassing bij het bepalen van de kosten begrepen in de naheffingsaanslag en luidt als volgt: “Op basis van een raming van het jaarlijkse totaal van deze kosten stelt de raad, in verhouding tot het geraamde jaarlijkse aantal aaneengesloten parkeerperioden binnen een kalenderdag waarover wordt nageheven, het bedrag vast dat per nageheven aaneengesloten parkeerperiode binnen een kalenderdag aan de belastingschuldige in rekening wordt gebracht.”

Artikel 3 Maximaal bedrag aan kosten naheffingsaanslag

Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is het bedrag aan kosten in de naheffingsaanslag gemaximeerd. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het maximum bepaald op € 58,00 per 1 januari 2014 (Staatscourant 2013, nr 24503).

Artikel 4 Kostenbegroting gemeente Hellendoorn 2014

In de gemeente Hellendoorn bedragen in 2014 de kosten,

die genoemd worden in artikel 2, eerste lid, van het Besluit

gemeentelijke parkeerbelastingen:

·Vaste informatieverwerkingskosten

91.500,00

·Variabele informatieverwerkingskosten

20.747,00

·Kosten van afschrijving en interest

34.354,00

·Personeelskosten

65.128,00

·Overhead

20.000,00

231.729,00

Artikel 5 Kosten naheffingsaanslag gemeente Hellendoorn 2014

Gelet op het voor 2014 geraamde aantal naheffingsaanslagen van 2.800 en gelet op de geraamde kosten voor 2014 van € 231.729,00, bedragen de kosten van de naheffingsaanslag € 231.729,00 gedeeld door 2.800 naheffingsaanslagen is € 82,76. Gelet op het maximumtarief van € 58,00 is een bedrag van € 58,00 in de Verordening parkeerbelastingen 2014 opgenomen.

Behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Hellendoorn van 5 november 2013,

nr. 13INT02905.

De griffier,

Bijlage: parkeerbelastinggebied

Behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2013, nr. 12INT01608.

Artikel 1 Kaart parkeerbelastinggebied

Het parkeerbelastinggebied is weergegeven op de bij de Verordening parkeerbelastingen 2014 behorende en gewaarmerkte kaart.

Artikel 2 Plaatsen en weggedeelten parkeerbelastingen

  • 1.

    De plaatsen en weggedeelten waar geparkeerd moet worden tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen 2014 zijn alle parkeerplaatsen in het gebied omsloten door de hieronder genoemde plaatsen en weggedeelten:

    • a.

      de Joncheerelaan: het weggedeelte gelegen tussen de Salland-Twentetunnel en de kruising met de Grotestraat, met even huisnummers;

    • b.

      Smidsweg: het weggedeelte met oneven huisnummers tot aan de kruising met de Molenweg;

    • c.

      Molenweg: het weggedeelte met de oneven huisnummers tot aan de kruising met de Beltmolenweg;

    • d.

      Beltmolenweg;

    • e.

      Rijssensestraat: het weggedeelte met de even huisnummers gelegen tussen de kruising met de Beltmolenweg en de kruising met de Molenweg/Constantijnstraat;

    • f.

      Constantijnstraat: het weggedeelte met de oneven huisnummers tot aan de kruising met de Papaperstraat;

    • g.

      Papaverstraat: het weggedeelte tussen de kruising met de Constantijnstraat en de kruising met de Azaleastraat;

    • h.

      Azaleastraat;

    • i.

      Korenbloemstraat: het weggedeelte tussen de kruising met de Azaleastraat en de kruising met de Constantijnstraat;

    • j.

      Constantijnstraat: het weggedeelte met de oneven huisnummers tot aan de kruising met de Grotestraat;

    • k.

      G. van der Muelenweg: het weggedeelte gelegen aan de westkant, tussen de kruising met de Grotestraat en de Salland-Twentetunnel;

    • l.

      de Salland-Twentetunnel tussen G. van der Muelenweg en de Joncheerelaan.

  • 2.

    Bij de in het eerste lid genoemde plaatsen en weggedeelten ligt de grens van het gebied, waar geparkeerd moet worden tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen 2014, aan de achterzijde van het trottoir, met uitzondering van voornoemde Beltmolenweg, gedeelte van de Papaverstraat, Azaleastraat en gedeelte van de Korenbloemstraat, welke in zijn geheel liggen in dit gebied.

  • 3.

    De plaatsen en weggedeelten waar geparkeerd moet worden met een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2014 zijn alle parkeerplaatsen in het gebied omsloten door de hieronder genoemde plaatsen en weggedeelten:

    • a.

      de Joncheerelaan: het weggedeelte gelegen tussen de Salland-Twentetunnel en de kruising met de Grotestraat, met even huisnummers;

    • b.

      Smidsweg: het weggedeelte met oneven huisnummers;

    • c.

      Rijssensestraat: het weggedeelte gelegen tussen het punt waar de Smidsweg overgaat in de Rijssensestraat, tot de kruising met de Nijkerkendijk, met oneven huisnummers;

    • d.

      Nijkerkendijk: het weggedeelte met oneven huisnummers, tot aan de kruising met de Molukkenstraat;

    • e.

      Molukkenstraat;

    • f.

      Parallelweg: het weggedeelte gelegen aan de westkant, tussen de kruising met de Molukkenstraat en kruising met de Fabrieksstraat;

    • g.

      Fabrieksstraat;

    • h.

      Salomonsonstraat: het weggedeelte tussen de kruising met de Fabrieksstraat en de kruising met de Spoelerstraat;

    • i.

      Spoelerstraat;

    • j.

      Constantijnstraat: het weggedeelte met de oneven huisnummers tussen de kruising met de Spoelerstraat en de kruising met de de Grotestraat;

    • k.

      G. van der Muelenweg: het weggedeelte gelegen aan de westkant, tussen de kruising met de Grotestraat en de Salland-Twentetunnel;

    • l.

      de Salland-Twentetunnel tussen G. van der Muelenweg en de Joncheerelaan.

  • 4.

    Bij de in het derde lid genoemde plaatsen en weggedeelten ligt de grens van het gebied waar geparkeerd moet worden met een vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Verordening parkeerbelastingen 2014, aan de achterzijde van het trottoir, met uitzondering van voornoemde Fabrieksstraat, Spoelerstraat en gedeelte van de Salomonsonstraat, welke in zijn geheel liggen in dit gebied.

  • 5.

    Binnen het gebied, zoals begrensd in het eerste tot en met het vierde lid, vallen de volgende plaatsen en weggedeelten niet onder de toepassing van deze verordening:

    • a.

      privaatrechtelijk parkeerregime voor de parkeerplaatsen in de parkeergarage Henri Dunant;

    • b.

      parkeerplaatsen die vallen onder het regime van een zogenoemde blauwe zone.

Behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Hellendoorn van 5 november 2013,

nr. 13INT02905.

De griffier,