Regeling vervallen per 14-11-2013

Havenverordening Hellevoetsluis 2001.

Geldend van 01-01-2000 t/m 13-11-2013

Intitulé

Havenverordening Hellevoetsluis 2001.

Nummer: 22-3-01/6

De raad der gemeente Hellevoetsluis:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 februari 2001, nummer 22-3-01/6;

gelet op de artikelen 108, 147 en 166 van de Gemeentewet;

besluit:

I.     in te trekken de Havenverordening Hellevoetsluis 1995;

II.    vast te stellen de Verordening op de Gemeentelijke Havens te Hellevoetsluis.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    haven: de Heliushaven (jachthaven in ontwikkeling), de Haaven (passantenhaven), het Groote Dok (jachthaven), de Koopvaardijhaven (passantenhaven), de Tramhaven (haven voor bedrijfsmatige activiteiten) en het Kanaal door Voorne (jachthaven) en de daarbij behorende glooiingen, wallen, dammen en kaden, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening, nummer W 00-14-0.27 d.d. december 2000;

  • b.

    schip: elk vaartuig, hoe ook genaamd en van welke grootte, inhoud, toerusting of inrichting het ook zij;

  • c.

    schipper: ieder, die aan boord van enig schip voortdurend of tijdelijk het gezag voert en bij het ontbreken daarvan de rechthebbende op het schip;

  • d.

    havenmeester: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen persoon, zijn vervanger alsmede bij afwezigheid van hen de in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht genoemde opsporingsambtenaren;

  • e.

    woonschip: een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebruikt of tot woning bestemd;

  • f.

    pleziervaartuig: een schip waarmee uitsluitend voor genoegen en ontspanning wordt gevaren;

  • g.

    beroepsvaartuig: alle soorten en klassen schepen gebezigd in de beroeps- of bedrijfsvaart;

  • h.

    vaarweg: het gedeelte van de haven, waar geen ligplaats mag worden ingenomen;

  • i.

    vaste ligplaats: ligplaats aangewezen voor het gedurende langere tijd afmeren van een schip.

Artikel 2 Vergunning en ontheffing

  • 1. Een vergunning of ontheffing ingevolge deze verordening kan slechts schriftelijk verleend worden.

  • 2. De houder van de vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste aanzegging behoorlijk ter inzage te geven aan hen die belast zijn met het toezicht en de naleving van deze verordening.

Hoofdstuk 2 Algemene gedragsregels

Artikel 3 Veiligheid scheepvaart

  • 1. Het is verboden in de haven met een schip op zodanige wijze te varen of ligplaats in te nemen, dat de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden of de veiligheid op het water zonder noodzaak in gevaar wordt gebracht of schade wordt of kan worden veroorzaakt.

  • 2. Het is verboden zich op of in het water van de haven zodanig te gedragen dat daardoor hinder of last wordt of kan worden veroorzaakt.

  • 3. De schipper is verplicht zodanige maatregelen te treffen dat zijn onbeheerd vaartuig niet in de vaarweg terecht kan komen.

  • 4. De schipper is verplicht de aanwijzingen van burgemeester en wethouders, die gegeven worden in het belang van de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden, de veiligheid te water en alle overige aanwijzingen in verband met een goede orde stipt en onverwijld op te volgen.

Artikel 4 Broepsvaart

De schipper van een beroepsvaartuig is verplicht, op eerste aanwijzing van burgemeester en wethouders, de papieren te tonen waaruit blijkt dat zijn schip inderdaad wordt gebezigd voor de beroeps- of de bedrijfsvaart.

Artikel 5 Ankeren

  • 1. Het is verboden ankers of dreggen uit te zetten in de haven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen  ontheffing verlenen voor het verbod in lid 1, mits de ankers zijn voorzien van een boei, die aan een anker met een boeireep is verbonden.

Artikel 6 Vatsgemaakte schepen en dergelijke

Het is de schipper verboden in de haven te varen met naast elkaar gekoppelde of vastgemaakte schepen.

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod in lid 1.

Artikel 7 Gvaarlijke lading

De schipper van een schip, waarvan de lading naar het oordeel van burgemeester en wethouders nadelig is voor de openbare gezondheid, gevaar oplevert voor de openbare veiligheid of overlast van ernstige aard veroorzaakt, is verplicht op eerste aanzegging van burgemeester en wethouders de haven met zijn schip onmiddellijk te verlaten.

Artikel 8 Vaarsnelheid

Het is verboden in de haven te varen met een hogere snelheid van 6 km (3.2 knopen) per uur. Deze maximum snelheid geldt niet ten aanzien van de voor politie- of hulpdienst in gebruik zijnde vaartuigen.

Artikel 9 Stoffen in het water

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren is het verboden afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, in welke vorm ook in de haven te brengen.

  • 2. Het is verboden in de haven te dreggen, daarin naar voorwerpen te zoeken of daaruit voorwerpen te halen.

  • 3. Van het verbod in lid 2 kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen.

Artikel 10 Werkzaamheden

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders in de haven:

    • a

      een schip of een wrak te slopen;

    • b

      op of aan een schip ingrijpende werkzaamheden uit te voeren.

  • 2. Het is in eerste lid 1 onder b van dit artikel bedoelde verbod geldt niet voor werkzaamheden in de Tramhaven.

Artikel 11 Berging kade

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een schip of goederen op een kade te plaatsen.

Artikel 12 Onbemande schepen en dergelijke

Het is verboden om niet of niet voldoende bemand zijnde schepen, onbeheerd drijvende balen, palen of andere voorwerpen in de haven te hebben of te houden.

Van het verbod in lid 1 kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen.

 

Artikel 13 Palen getimmerte en dergelijke in het water

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders:

  • a.

    palen of getimmerten in de haven te plaatsen of geplaatst te hebben;

  • b.

    in, onder of over de haven kabels, kettingen, touwen of draden, voor zover niet dienende tot het meren of slepen van vaartuigen, te leggen of te hebben;

  • c.

    de haven op enigerlei wijze te overdekken dan wel daarop of daarboven een werkplaats of bergplaats te hebben.

Artikel 14 Zwemmen

  • 1. Het is verboden in de haven te zwemmen.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet voor het Kanaal door Voorne vanaf de denkbeeldige lijn tussen de oevers, 100 meter vanuit het hart van de sluis tot en met de burgemeester Aarsebrug.

Artikel 15 Wedstrijden en festiviteiten

  • 1. Het is verboden in de havens sportwedstrijden, waterfeesten en dergelijke te houden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van dit verbod.

Hoofdstuk III Ligplaatsen

Artikel 16 Innemen van een ligplaats

  • 1. Als ligplaats voor schepen zijn bestemd de van gemeentewege als zodanig bestemde lig-, los- en laadplaatsen voor de verschillende categorieën van schepen, te weten:

    • -

       de Haaven:passantenplaatsen voor pleziervaartuigen en voor het voor vervoer van personen bestemde beroepsvaartuigen;

    • -

      het Groote Dok: vaste ligplaatsen voor pleziervaartuigen;

    • -

      de Koopvaardijhaven: passantenplaatsen voor pleziervaartuigen en voor het vervoer van personen bestemde bedrijfsvaartuigen, alsmede gedeeltelijk vaste ligplaatsen voor het schip van de havendienst, vaartuigen van de reddingsbrigade, voor het vervoer van personen bestemde bedrijfsvaartuigen en een wachtplaats voor te schutten schepen;

    • -

      de Tramhaven: vaste ligplaatsen voor schepen, die schepen, die bedrijfsmatig voor met de watersport en de recreatie verband houdende activiteiten worden gebezigd, alsmede gedeeltelijk passantenplaatsen voor bedrijfsvaartuigen;

    • -

      het Kanaal door Voorne: vaste ligplaatsen voor pleziervaartuigen; een en ander zoals is uitgewerkt op de in artikel 1, lid a genoemde tekening.

  • 2. Het is verboden ligplaats in te nemen buiten de onder in het eerste lid aangegeven plaatsen.

  • 3. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders met een vaartuig een vaste ligplaats in te nemen.

  • 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen en beperkingen te stellen omtrent het innemen van ligplaatsen.

  • 5. Het is verboden met een vaartuig te meren:

    • a.

      op een plaats, waarvoor burgemeester en wethouders een meerverbod hebben vastgesteld betrekking hebbend op bepaalde ligplaatsen en bepaalde vaartuigen;

    • b.

      op een plaats, waarvoor burgemeester en wethouders hebben bepaald dat deze uitsluitend is bestemd voor nader aangeduide categorieën van vaartuigen, waartoe het meergelegenheid zoekende vaartuig niet behoort.

  • 6. Het is verboden met een woonschip de haven in te varen of ligplaats in te nemen.

Hoofdstuk IV Bruggen en sluis

Artikel 17 Doorvaart bruggen en sluis

  • 1. De brug over de Haaven (tussen de Haaven en het Groote Dok) en de brug over het Kanaal door Voorne (nabij de schutsluis) worden geopend en gesloten in opdracht van burgemeester en wethouders.

  • 2. De doorgang door de schutsluis tussen het Kanaal door Voorne en de Koopvaardijhaven wordt verleend in opdracht van burgemeester en wethouders.

  • 3. De schipper die met zijn vaartuig een brug of de sluis wil passeren, maakt dat tijdig duidelijk aan de havenmeester.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen de tijden vast waarop de bruggen en de sluis zullen worden bediend.

  • 5. In bijzondere omstandigheden kan de havenmeester afwijken van de ingevolge het vierde lid vastgestelde tijden.

Hoofdstuk V Overgangs- straf en slotbepalingen

Artikel 18 Strafbepaling

Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting en niet-naleving van één of meer voorschriften aan een vergunning of ontheffing verbonden, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 19 Naleving verordening

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij krachten deze regeling zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

Artikel 20 Doublures

Voorzover de verordening treedt in de bepalingen van de Wegenverordening Hellevoetsluis, 1996, gelden uitsluitend de bepalingen van deze verordening.

Artikel 21 Overgangsbepaling

  • 1. De vergunningen en ontheffingen, die zijn verleend onder de werking van de Havenverordening Hellevoetsluis 1995 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreden van deze verordening een vergunning of ontheffing is aangevraagd op grond van de verordening bedoeld in het eerste lid en daarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de dag waarop zij bekend is gemaakt.

  • 2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Havenverordening Hellevoetsluis 1995, zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 18 mei 1995.

Artikel 23 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Havenverordening Hellevoetsluis 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Hellevoetsluis in zijn openbare vergadering van 22 maart 2001.
De raad voornoemd,
de secretaris,                   de voorzitter,