Verlofregeling gemeente Hellevoetsluis 2011

Geldend van 06-06-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2011

Intitulé

Verlofregeling gemeente Hellevoetsluis 2011

het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis;

overwegende dat de ondernemingsraad heeft ingestemd met de Verlofregeling Gemeente Hellevoetsluis;

gelet op artikel 6.2.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Hellevoetsluis 2007;

besluit:

vast te stellen de navolgende Verlofregeling gemeente Hellevoetsluis

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    medewerker:

    De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de AGH.

  • 2.

    leidinggevende:

    De ambtenaar, waaraan de medewerker hiërarchisch ondergeschikt is.

  • 3.

    AGH:

    Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Hellevoetsluis 2007.

  • 4.

    volledige betrekking:

  • Een betrekking waarbij de arbeidsduur maximaal 1836 uur per jaar omvat en de formele arbeidsduur 36 uur per week bedraagt (artikel 1:1 lid 1 sub k van de Arbeidsvoorwaardenregeling).

Artikel 2 Basis vakantieverlof

Lid 1

Een medewerker met een volledige betrekking heeft 158,4 vakantie-uren per kalenderjaar. Voor deeltijd medewerkers geldt een aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

Lid 2

Bij het toekennen van vakantieverlof wordt uitgegaan van de feitelijke arbeidsduur per week.

Artikel 3 Verhoging basis vakantieverlof (leeftijdsverlof en diensttijdverlof)

Lid 1

Naast de mogelijkheid het basisverlof te verhogen op grond van artikel 3:2:1 lid 3, 4a:2 lid 2, 6:2 lid 2 en 6:2:1 lid 4 van de AGH wordt het basis vakantieverlof verhoogd afhankelijk van de volbrachte diensttijd of bereikte leeftijd van de medewerker in het betreffende kalenderjaar.

Lid 2

Afhankelijk van de leeftijd die de medewerker, in dienst getreden vóór 1 januari 1997, in het desbetreffende kalenderjaar bereikt worden de vakantie-uren verhoogd overeenkomstig de navolgende tabel:

Leeftijd op 1 januari

Verhoging

18 jaar en jonger

21,6 uur

19 jaar

14,4 uur

20 jaar

7,2 uur

30 t/m 34 jaar

7,2 uur

35 t/m 39 jaar

14,4 uur

40 t/m 44 jaar

21,6 uur

45 t/m 49 jaar

28,8 uur

50 t/m 54 jaar

36 uur

55 jaar en ouder

43,2 uur

Voor de medewerker, welke in dienst is getreden na 1 januari 1997, geldt de navolgende tabel:

Leeftijd op 1 januari

Verhoging

18 jaar en jonger

14,4 uur

19 jaar

7,2 uur

20 jaar

-

30 t/m 34 jaar

-

35 t/m 39 jaar

-

40 t/m 44 jaar

7,2 uur

45 t/m 49 jaar

14,4 uur

50 t/m 54 jaar

21,6 uur

55 jaar en ouder

28,8 uur

Lid 3

Afhankelijk van het aantal jaren overheidsdienst, die de medewerker in het desbetreffende kalenderjaar bereikt overeenkomstig de navolgende tabel:

Dienstjaren

Verhoging

10 dienstjaren

7,2 uur

15 dienstjaren

14,4 uur

20 dienstjaren

21,6 uur

25 dienstjaren

28,8 uur

30 dienstjaren

36 uur

35 dienstjaren of meer

43,2 uur

Lid 4

Voor de berekening van het aantal vakantie-uren, waarmee het basisverlof wordt vermeerderd wordt de tabel gehanteerd, waaraan de medewerker voor het eerst in aanmerking komt. Er geldt echter een maximum van 208,8 uur.

Lid 5

Voor deeltijd medewerkers geldt een aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

Artikel 4 Niet verleende vakantie-uren

Lid 1

Indien aan de medewerker in een kalenderjaar de vakantie niet of gedeeltelijk is verleend om een reden anders dan genoemd in artikel 6:2:6, sub b en c van de AGH en het aantal niet genoten vakantie-uren niet meer bedraagt dan ¼ van het hem in enig jaar toegekende vakantieverlof, worden deze vakantie-uren automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar, zulks met inachtneming van artikel 6.2.6, derde lid van de AGH.

Lid 2

Indien het aantal uren niet verleende vakantie meer dan ¼ deel van het in enig kalenderjaar toegekende vakantieverlof bedraagt, verzoekt de medewerker door tussenkomst van de leidinggevende het meerdere van ¼ deel in een volgend kalenderjaar te verlenen. Alvorens op het verzoek te beslissen, overleggen de leidinggevende en de medewerker over de tijdstippen waarop de resterende vakantie wordt verleend, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 6.2.6, derde lid van de AGH.

Artikel 5 Duur verlof

  • 1. Door tussenkomst van de leidinggevende wordt op verzoek van de medewerker vakantie verleend in de door hem gekozen periode, tenzij het belang van de dienst zich hiertegen verzet en de aaneengesloten periode niet langer bedraagt dan 5 weken.

  • 2. In bijzondere gevallen kan langer dan een aaneengesloten periode vakantie worden verleend.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 7 Garantiebepaling

De medewerker die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip, waarop deze regeling in werking is getreden in dienst was van de gemeente Hellevoetsluis en op grond van de regeling van “Vakantieverlof voor de ambtenaren in dienst der gemeente Hellevoetsluis” van 4 maart 1980, laatstelijk gewijzigd op 24 februari 1981, uit hoofde van zijn/haar rang aanspraak kon maken op een hoger aantal vakantiedagen per jaar, blijft dit aantal vakantieverlofdagen na de inwerkingtreding van deze regeling behouden.

Artikel 8 Intrekking huidige regeling

De Regeling vakantieverlof, zoals vastgesteld op 16 oktober 2007, vervalt bij de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag, volgende op die waarop deze op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 april 2011.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Verlofregeling gemeente Hellevoetsluis 2011.

Ondertekening

Hellevoetsluis, 16 april 2013
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
J.C. Simons. mr. F.D. van Heijningen