Regeling vervallen per 01-11-2012

Verordening Rekenkamercommissie gemeente Hellevoetsluis 2005.

Geldend van 01-01-2000 t/m 31-10-2012

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Hellevoetsluis 2005.

Nummer: 15-12-05/9

De raad der gemeente Hellevoetsluis;

gehoord de commissie algemene zaken en middelen;

gelezen het voorstel van de voorzitter en de waarnemend griffier van 14 november 2005, nummer 15-12-05/9;

gelet op het bepaalde in artikel 81 a t/m o en artikel 182 en 185 van de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Hellevoetsluis 2005.

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Rekenkamercommissie : de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan.

  • 2.

    Doelmatigheid of

    efficiëntie : het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • 3.

    Doeltreffendheid of

    effectiviteit : de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

  • 4.

    Rechtmatigheid : de mate waarin het gemeentelijk beleid voldoet aan de wettelijke kaders en regelgeving.

  • 5.

    Voorzitter : de voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 6.

    Lid : een lid van de Rekenkamercommissie die op basis van artikel 3, eerste lid door de gemeenteraad is benoemd.

  • 7.

    Gemeentebestuur : de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders.

Paragraaf 2 De taak, samenstelling en het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie

Artikel 2 Taak van de commissie

  • 1. Er is een gemeentelijke Rekenkamercommissie.

  • 2. De Rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 3. De onderzoeken beogen een leereffect te bewerkstelligen.

Artikel 3 Samenstelling Rekenkamercommissie

  • 1. De Rekenkamercommissie bestaat uit drie leden, die door de gemeenteraad van buiten de kring van haar leden worden aangewezen voor een periode van drie jaar.

  • 2. Waar mogelijk dient één van de leden dient te beschikken over kennis van de regio.

  • 3. De leden zoals bedoeld in het eerste lid leggen, alvorens zij hun functie uitoefenen, in een vergadering van de gemeenteraad de eed of verklaring en belofte af conform artikel 81g van de gemeentewet.

  • 4. De gemeenteraad wijst één van de leden van de Rekenkamercommissie als voorzitter aan.

  • 5. De voorzitter van de Rekenkamercommissie draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hierover regelmatig overleg met de onderzoeks-medewerkers en de ambtelijk secretaris.

  • 6. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 4 Onverenigbaarheid van functies/Verboden handelingen

  • 1. Op de leden van de Rekenkamercommissie, is artikel 81f van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het is voor de leden van de Rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de gemeentewet. De gemeenteraad kan, gehoord de Rekenkamercommissie, een lid van de Rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod uit zijn functie ontslaan.

  • 3. Leden van de Rekenkamercommissie overleggen bij benoeming een lijst met daarin opgenomen de nevenfuncties die zij op dat moment vervullen. Tussentijdse wijzigingen in deze lijst worden direct schriftelijk gemeld aan de gemeenteraad.

Artikel 5 Besluitvorming in de Rekenkamercommissie

  • 1. In vergaderingen van de Rekenkamercommissie wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2. Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 3. Besluiten kunnen alleen worden genomen als tenminste twee leden ter vergadering aanwezig zijn.

Artikel 6 Einde van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2. Een lid kan door de gemeenteraad worden ontslagen wanneer hij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat is zijn functie naar behoren te vervullen.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden

  • 1. De leden van de Rekenkamercommissie ontvangen een maandelijkse vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. De hoogte van de maandelijkse vergoeding wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

  • 3. Reiskosten worden vergoed volgens het Reisbesluit.

  • 4. De vergoeding, genoemd in lid 2, wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd met het percentage dat in tabel IV (vergoedingen commissieleden van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden) wordt gehanteerd.

  • 5. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de Rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 14.

Paragraaf 3 De werkwijze van de Rekenkamercommissie

Artikel 8 Reglement van orde

De Rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisname naar de gemeenteraad.

Artikel 9 Onderzoeksprogramma

  • 1. De Rekenkamercommissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek en neemt deze op in een onderzoeksprogramma, dat jaarlijks vóór 1 oktober ter kennisname naar de gemeenteraad wordt gezonden.

  • 2. De onderwerpen dienen maatschappelijke dan wel financiële relevantie te hebben.

  • 3. De raad kan zijn gevoelen omtrent het onderzoeksprogramma binnen twee maanden nadat dit van de commissie is ontvangen, kenbaar maken.

  • 4. De commissie deelt de raad, binnen twee maanden na ontvangst van de reactie van de raad mee of en zo ja, in welke mate het gevoelen van de raad de commissie aanleiding geeft haar onderzoeksprogramma te wijzigen.

  • 5. De Rekenkamercommissie formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet, inclusief de financiële paragraaf, vast.

  • 6. De in lid 5 bedoelde onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisname naar de gemeenteraad gezonden.

Artikel 10 Onderzoeksverzoek van de gemeenteraad

Als de gemeenteraad besluit tot een onderzoeksverzoek aan de Rekenkamercommissie, dan bericht de Rekenkamercommissie de gemeenteraad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de Rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de gemeenteraad voldoet, zal zij daarvoor gegronde redenen aanvoeren.

Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De Rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De Rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de gemeenteraad tussentijds te informeren.

  • 3. De Rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke informatie in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van informatie mandateren aan de medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. Alle leden van het gemeentebestuur en alle ambtenaren zijn verplicht de gevraagde informatie binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. De Rekenkamercommissie kan rapporten die aan de gemeenteraad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de Rekenkamercommissie en medewerkers die voor de Rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al wat hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5. De Rekenkamercommissie kan hoorzittingen en informatiebijeenkomsten beleggen. Deze zijn openbaar, tenzij de Rekenkamercommissie anders besluit.

  • 6. De Rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het onderzoek aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen van wie de taakuitoefening (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. Na hoor en wederhoor van betrokkenen ten aanzien van het onderzoek zoals bedoeld in lid 6, formuleert de Rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 8. De Rekenkamercommissie stelt het gemeentebestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, haar zienswijze op het onderzoek en de nota aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 9. Na vaststelling door de Rekenkamercommissie wordt de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aan de gemeenteraad aangeboden. Hierbij worden de reacties van de betrokkenen en leden van het gemeentebestuur gevoegd.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de Rekenkamercommissie

Artikel 12 Ambtelijk secretaris

  • 1. De Rekenkamercommissie kan zich laten ondersteunen door een ambtelijk secretaris.

  • 2. De secretaris wordt aangesteld door en functioneert onder verantwoordelijkheid van de Rekenkamercommissie.

  • 3. De secretaris heeft geen andere functies die een onafhankelijke oordeelsvorming ten aanzien van de gemeente en de door de gemeente gesubsidieerde instellingen in de weg staan.

  • 4. De secretaris staat de Rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 5. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de Rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 6. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers. De dossiers zullen worden bewaard daar waar de secretaris kantoor houdt, dan wel op een door de Rekenkamercommissie nader te bepalen plaats.

Artikel 13 Onderzoeksmedewerkers

  • 1. De Rekenkamercommissie is bevoegd, ten laste van het budget als bedoeld in artikel 14, (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te trekken.

  • 2. De medewerkers van de Rekenkamercommissie hebben geen andere functies die een onafhankelijke oordeelsvorming ten aanzien van de gemeente en de door de gemeente gesubsidieerde instellingen in de weg staan en zijn terzake van hun werkzaamheden uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamercommissie.

  • 3. Medewerkers, inclusief de ambtelijk secretaris, kunnen, indien de Rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de Rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben geheimhoudingsplicht met betrekking tot de informatie die zij uit hoofde van hun functie ontvangen.

  • 4. De Rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 14, externe deskundigen in te schakelen. Het in lid 2 en 3 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de externe deskundigen.

Paragraaf 5 De kosten van de Rekenkamercommissie

Artikel 14 Budget

  • 1. De Rekenkamercommissie is bevoegd, binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget, uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in lid 1 bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 7 zijn toegekend aan de leden van de Rekenkamercommissie;

    • b.

      het secretariaat;

    • c.

      (onderzoeks)medewerkers;

    • d.

      externe deskundigen;

    • e.

      overige uitgaven die de Rekenkamercommissie nodig acht voor de uitvoering van haar taak.

  • 3. In enig jaar niet besteed budget wordt toegevoegd aan het budget van het daarop volgende jaar.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Voorziening

In de gevallen, voor zover het de werkwijze van de commissie betreft, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van de bepalingen in de wet.

Artikel 16 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie gemeente Hellevoetsluis 2005.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2005.
De raad voornoemd,
de plv. griffier, de voorzitter,
Y.Brouwer-Stam. C.A. Kleijwegt.

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting op de Verordening op de rekenkamercommissies van Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Rozenburg en Westvoorne .

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens geheel moeten worden uitgeschreven.

 

De begrippen doelmatigheid en doeltreffendheid worden evenals het begrip rechtmatigheid genoemd in artikel 182 van de Gemeentewet. Uiteraard wordt met de definitie in artikel 1 aangesloten bij de termen, zoals deze in de Gemeentewet worden gebruikt. In de Gemeentewet is doelmatigheid de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de vraag of de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

 

Artikel 2

In dit artikel wordt de taak van de rekenkamercommissie geconcretiseerd.

Niet alleen het gemeentelijk beleid, het gemeentelijk beheer en de gemeentelijke organisatie kunnen onderdeel uitmaken van het aandachtsgebied van de rekenkamercommissie, maar ook de instellingen die geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden gesubsidieerd kunnen daarvan onderdeel uitmaken.

 

Artikel 3

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie bestaande uit 3 leden.

Anders dan bij een rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Hiervoor is niet gekozen. Uit het oogpunt van onafhankelijkheid is er voor gekozen alleen niet-raadsleden deel te laten uitmaken van de rekenkamercommissies. Tevens is het hierdoor mogelijk om te komen tot  commissies met gelijke samenstelling voor de deelnemende gemeenten. De voorzitter en de leden worden door iedere raad afzonderlijk benoemd. In het eerste lid is een benoemingstermijn van drie jaar genoemd. In artikel 8 van de samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat het functioneren van de rekenkamercommissie in het eerste kwartaal van het jaar 2008 zal worden geëvalueerd. Afhankelijk van de conclusies op basis van de evaluatie, kan uiteraard worden besloten om tot herbenoeming van de commissieleden over te gaan.

De voorbereiding van deze evaluatie ligt conform artikel 3 van de samenwerkingsovereenkomst bij de griffiers van de deelnemende gemeenten.

De verplichting de eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de leden van de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze verplichting wordt in dit artikel herhaald.

 

Artikel 4

Dit artikel handelt over de onverenigbaarheid van functies conform artikel 81f van de Gemeentewet en het verbod handelingen te verrichten conform artikel 15 van de Gemeentewet.

 

Artikel 5 en 6

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 7

In dit artikel is vastgelegd dat de leden een vergoeding ontvangen voor hun werkzaamheden. De hoogte van deze vergoeding wordt aangegeven in artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst.

 

Artikel 8

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/ kunnen zaken worden geregeld als de werkwijze van de commissie, de verhouding secretaris - voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten, enzovoorts.

 

Artikel 9 en10

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.

 

Artikel 11

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is voorzien in de bevoegdheid inlichtingen in te winnen bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Dit geldt ook voor de hoorzittingen en informatieve vergaderingen van de rekenkamercommissie. De vergaderingen van de commissie zelf zijn besloten.

Uit een oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren. Ten aanzien van lid 8 van dit artikel wordt opgemerkt dat het gemeentebestuur in deze context veelal het college van burgemeester en wethouders zal zijn, tenzij het functioneren van de raad onderwerp van onderzoek geweest is.Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

 

Artikel 12

In dit artikel wordt de eventuele secretariële ondersteuning van de rekenkamercommissie geregeld. Hiervoor wordt ook verwezen naar artikel 7 van de samenwerkingsovereenkomst.

Het wordt aan de commissie overgelaten om de omvang van deze ondersteuning te bepalen. In het derde lid van dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht dat het niet wenselijk is dat de secretaris naast zijn functie van secretaris van de rekenkamercommissie een functie uitoefent die conflicterend zou kunnen zijn met zijn werkzaamheden voor de rekenkamercommissie. Op grond van dit artikel is het dan ook uitgesloten dat een ambtenaar, in dienst bij één van de deelnemende gemeenten, deze functie uitoefent. Op deze manier wordt een volledig onafhankelijke en transparante werkwijze van de commissie gewaarborgd.

 

Artikel 13

In dit artikel is beschreven op welke wijze en binnen welke randvoorwaarden de Rekenkamercommissie zich ten aanzien van haar onderzoekswerkzaamheden kan laten bijstaan. De toelichting op artikel 12 is in belangrijke mate ook op dit artikel van toepassing.

 

Artikel 14

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Voorts is vastgelegd dat budgetten die in enig jaar niet volledig zijn benut, worden toegevoegd aan het budget voor het daarop volgende jaar.

 

Artikel 15 en 16

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.