Regeling vervallen per 01-01-2015

Telecommunicatieverordening van de gemeente Hellevoetsluis 2009.

Geldend van 08-12-2009 t/m 31-12-2014

Intitulé

Telecommunicatieverordening Gemeente Hellevoetsluis 2009

Nummer: 10-12-09/10B

De raad der gemeente Hellevoetsluis:

gehoord de commissie algemene zaken en middelen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2009, nummer: 10-12-09/10;

gelet op artikel 4.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Telecommunicatieverordening gemeente Hellevoetsluis 2009

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar elektronisch

    communicatienetwerk : telecommunicatie netwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet;

  • c.

    kabels : kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    voorzieningen : ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • e.

    openbare gronden : openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;

  • f.

    aanbieder : aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

  • g.

    werkzaamheden : werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige : degene op wie gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college : college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding : melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit : besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    huisaansluiting : het gedeelte van een kabel van minder dan10m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld in artikel 1.1, onder k, van de wet;

  • m.

    werkzaamheden van niet-ingrijpende aard : - het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • -

      reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 10m en niet vallend onder artikel 3, eerste lid;

    • -

      het maken van huisaansluitingen.

Artikel 2. Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste acht weken voor de aanvang aan het college met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden volstaan met een telefonische melding op het telefoonnummer ( 0181) 330 250. Tevens dient minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden een schriftelijke melding aan het college te worden gedaan met een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3. Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen formulier aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

Artikel 4. Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens;

    • a.

      naam, (e-mail) adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert, alsmede de naam en telefoonnummer van de contactpersoon die betrokken is bij het voorbereidingstraject;

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbende en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum en aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1

        een opgave van de gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 1

        een Kadastermelding van het gewenste tracé;

      • 2

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3

        een omschrijving van de openbrekingen van de verharding.

        Bij gesloten verharding dienen sleufloze technieken te worden toegepast;

      • 4

        een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van de het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen;

      • 5

        de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

      • 6

        de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      • 7

        de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 8

        naam, (e-mail) adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

      • 9

        de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 10

        bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden. Percelen dienen te allen tijde bereikbaar te zijn, voorzieningen hiervoor dienen getroffen worden;

      • 11

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op artikel 5.4, leden 2en 3, van de wet genoemde belangen.

  • 2. De aanbieder is verplicht al haar kabels binnen het grondgebied van de gemeente te registeren bij het Kadaster.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de melding, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de ander gedoogplichtige.

  • 4. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij melding worden verstrekt als ook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5. Aanvullende verplichtingen

De aanbieder dient omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal drie werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

Artikel 6. Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager binnen acht weken mede wanneer de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

Artikel 7. Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 3 maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3. Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 4. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de “Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her) straatwerkzaamheden”.

  • 5. Aan het herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 6. De aanbieder is leges verschuldigd conform de legesverordening van de gemeente Hellevoetsluis.

  • 7. Voor het realiseren van aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan twintig meter is geen instemming van het college noodzakelijk. De werkzaamheden hiertoe dienen drie werkdagen van te voren telefonisch te worden gemeld op het telefoonnummer (0180) 330250. Daarnaast dient een schriftelijke melding aan het college te worden gedaan. De uitvoeringsregels zoals genoemd in artikel 5, lid 3, alsmede de aanvullende voorwaarden zoals omschreven in eerdere instemmingsbesluiten zijn voor deze aansluitingen van toepassing. Voor het realiseren van alle overige aansluitingen is wel instemming noodzakelijk.

Artikel 8. (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede) gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan de andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 9. Overdracht voorzieningen

Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.

Tevens draagt de nieuwe aanbieder zorg voor een voldoende, algemene registratie van zijn kabels bij het Kadaster.

Artikel 10. Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare belangen.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 28 december 2009.

  • 2. De Telecommunicatieverordening gemeente Hellevoetsluis 2001, vastgesteld bij raadsbesluit van 31 mei 2001 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Artikel 12. Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening van de gemeente Hellevoetsluis 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 december 2009.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
H.J. van der Wel. C.A. Kleijwegt.

Toelichting Telecommunicatieverordening gemeente Hellevoetsluis 2009

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Wet

De wet verwijst naar de Telecommunicatiewet 1998. Op1 februari 2007 is een wijziging van de Telecommunicatiewet in werking getreden (Stb. 2007,17).

Openbaar elektronisch communicatienetwerk

De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 h van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt.

Kabels en ondersteuningswerken

Onder kabels verstaat de Telecommunicatiewet het geheel van voorzieningen ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, dus de ondersteuningswerken (buizen), maar ook de benodigde kasten en dergelijke.

Voorzieningen

Voorzieningen, niet in gebruik voor een openbaar elektronisch communicatienetwerk, vallen volgens artikel 5.15 van de wet ook onder de gedoogplicht met dien verstande dat de gedoogplicht eindigt, indien niet na 10 jaar de ondersteuningswerken deel zijn gaan uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 5.2, lid 8 van de wet).

Openbare gronden

Hiertoe worden gerekend openbare wegen, met inbegrip van de daartoe behorende stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, alsmede wateren met de daartoe behorende bruggen, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen, die voor een ieder toegankelijk zijn.

Aanbieder

Aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een omroepnetwerk. Voor deze aanbieders geldt de verplichting om voorafgaand aan de aanvang van werkzaamheden ten behoeve van een openbaar telecommunicatie of omroepnetwerk deze werkzaamheden te melden en vervolgens een instemmingsbesluit van het college van burgemeester en wethouders af te wachten.

Werkzaamheden

Werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in en op openbare gronden betreffen ook de werkzaamheden die verband houden met het medegebruik van voorzieningen. Bij het medegebruik van voorzieningen moet onder andere gedacht worden aan het medegebruik van kabelgoten of geleidingen. Voor dergelijke werkzaamheden geldt ook de meldingsplicht en is eerst een instemmingbesluit vereist voordat zij mogen worden uitgevoerd

Gedoogplichtige

Een ieder is verplicht om de aanleg en instandhouding van kabels ten dienste van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in en op openbare gronden, alsmede de opruiming daarvan, te gedogen.

Werkzaamheden van niet-ingrijpende aard

Met het apart definiëren van dergelijke werkzaamheden wordt gevolg gegeven aan artikel 5.4, lid 5, van de Telecommunicatiewet. Binnen de begripsbepaling zijn enige voorbeelden opgenomen van niet ingrijpende werkzaamheden.

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 6, lid 1, van de verordening, te geschieden acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden.

In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van acht weken ook werkelijk kan worden gehaald.

Het vierde lid geeft de mogelijkheid van een eenvoudige melding van twee dagen voor de aanvang van de werkzaamheden aan de hand van een nader vast te stellen formulier.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt. Om onduidelijkheid te voorkomen is het raadzaam om deze overweging kenbaar te maken aan de in de gemeente opererende telecombedrijven.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.

Artikel 5 Aanvullende verplichtingen

In het eerste lid wijst dit artikel er wellicht ten overvloede op, indien een dergelijke verplichting onderdeel is van gemeentelijk beleid, dat de aanbieder verplicht is omwonenden en bedrijven ter plaatse van de werkzaamheden te informeren

Artikel 6 Beslistermijn en aanhouding

Aansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding de beslissing te nemen en indien dit niet mogelijk is dient het college binnen acht weken melding te doen waar binnen de beslissing tegemoet kan worden voorzien.

Het tweede lid regelt dat het college de beslissing aanhoudt indien er een andere vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan nodig is, zoals een vergunning op basis van de Woningwet (bouwvergunning) en/of Wet Milieubeheer. Deze vergunningen kunnen noodzakelijk zijn indien bijvoorbeeld “kasten” een dergelijke omvang hebben dat een bouwvergunning is vereist en/of een milieuvergunning nodig is vanwege het geluid van de ventilatieapparatuur in de kast. Ook kunnen vergunningen noodzakelijk zijn op grond van een plaatselijke verordening bijvoorbeeld een kapvergunning. Artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat het college zorgdraagt voor inhoudelijke afstemming tussen de betrokken bestuursorganen.

Artikel 7 Voorschriften en beperkingen bij instemming

In de oude verordening was opgenomen, welke voorschriften het college aan het instemmingsbesluit kon verbinden. In aansluiting hierop heeft de wetgever deze voorschriften nu in de wet opgenomen, zodat deze niet nogmaals in de verordening zijn opgenomen.

Het gaat om de volgende bepalingen:

Artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet:

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen.

  • 3.

    De voorschriften kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      De plaats van de werkzaamheden;

    • b.

      het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang van aanvang, behoudens zeer zwaarwichtige redenen van publiek belang als genoemd in het tweede lid, niet later mag plaatsvinden dan 12 maanden na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit;

    • c.

      de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

    • d.

      het bevorderen van medegebruik van de voorzieningen;

    • e.

      het afstemmen van overig in de grond aanwezige werken.

Deze bepalingen dient het college in acht te nemen bij het geven van voorschriften bij het instemmingbesluit. Hierbij moet worden bedacht dat het instemmingsbesluit een beschikking is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht en de aanbieder, indien deze het niet eens is met de gegeven voorschriften bij het instemmingsbesluit, in bezwaar en beroep kan gaan resp. bij de OPTA en vervolgens bij de Rechtbank en het College van Beroep voor het bedrijfsleven. (Artikelen 12.2 en 17.1 Telecommunicatiewet.) Het derde lid van artikel 7 van de verordening geeft invulling aan artikel 5.4, tweede en derde lid van de wet.

Het eerste lid van artikel 7 beperkt de werkingsduur van het instemmingsbesluit om te voorkomen dat een aanbieder nog gebruik maakt van een dergelijk besluit geruime tijd na afgifte.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen vooroverleg

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

Artikel 9 en 10 Overdracht voorzieningen en Melding wijziging voorzieningen

De rechter heeft uitgesproken dat de werking van het instemmingsbesluit eindigt zodra de werkzaamheden waarvoor instemming is gevraagd zijn, beëindigd. Dit betekent dat het college geen verplichtingen op basis van het instemmingsbesluit aan de aanbieder kan opleggen nadat deze zijn werkzaamheden heeft beëindigd. Echter het instemmingsbesluit dient voor de gemeente ook om een registratie up-to-date te houden van de in het openbaar gebied liggende kabels en de beheerders/eigenaren daarvan. Om deze reden zijn de artikelen 9 en 10 in de verordening opgenomen.

Artikel 5 lid 2b van het wetsontwerp Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voorzover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. Dan voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels.