Reglement Jongerenraad 210

1. De Jongerenraad bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste twintig leden.

2. De voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester worden door de Jongerenraad uit zijn midden gekozen.

3. De leden van de Jongerenraad worden door burgemeester en wethouders benoemd.

4. Bij ontstane vacatures worden nieuwe leden benoemd op voordracht van de Jongerenraad.

5. Leden moeten voldoen aan de volgende vereisten:

• a.

  ingezetene van de gemeente Hellevoetsluis zijn;

• b.

  jonger zijn dan 27 jaar;

• c.

  zo mogelijk deskundig zijn, dan wel blijk geven van (brede) belangstelling met betrekking tot jeugd en jongeren.

1. Bij verhindering van de voorzitter neemt de vice-voorzitter het voorzitterschap waar.

2. Een lid kan bij verhindering een der andere leden het woord laten voeren dan wel zijn stem laten uitbrengen. Hiertoe dient het waarnemend lid schriftelijk gemachtigd te zijn. Deze machtiging moet bij één der bestuursleden zijn ingediend minstens 24 uur voor de stemming.

3. Een lid kan slechts door één der andere leden het woord laten voeren en/of een stem laten uitbrengen.

1. De leden van de Jongerenraad worden benoemd voor een termijn van vier jaar, waarvan een vijfde jaar een overlapping is ter voorbereiding van een nieuw lid.

2. Zittende leden kunnen, nadat een verzoek van de Jongerenraad daartoe is ingediend, voor een tweede termijn van vier jaar worden voorgedragen.

3. Onverkort dient voldaan te worden aan de in artikel 3, lid 5, sub a en b gestelde voorwaarden van dit reglement.

4. In een ontstane vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

1. Een lid kan te allen tijde ontslag nemen.

2. Een lid dat de leeftijd van 27 jaar bereikt, houdt terstond op lid van de Jongerenraad te zijn.

3. Een lid dat ophoudt ingezetene van de gemeente Hellevoetsluis te zijn, houdt terstond op lid van Jongerenraad te zijn.

4. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders te allen tijde een lid ontslaan.

1. De oproeping ter vergadering geschiedt door de voorzitter met opgaaf (voor zover mogelijk) van de te behandelen onderwerpen en - tenzij in spoedeisende gevallen - ten minste tien dagen van tevoren.

2. De voorzitter van de Jongerenraad kan door tussenkomst van de ambtelijke contactpersoon aan burgemeester en wethouders een voorstel doen om burgemeester, wethouders, ambtenaren, externe deskundigen en/of belanghebbenden uit te nodigen om de vergadering van de Jongerenraad bij te wonen teneinde tijdens die vergadering gewenste informatie en toelichting te verstrekken. Burgemeester en wethouders bepalen of dit voorstel ingewilligd kan worden en de ambtelijke contactpersoon draagt zorg voor eventuele uitnodigingen.

3. Indien de in lid 2 genoemde activiteiten kosten met zich meebrengen, dient vooraf toestemming van burgemeester en wethouders verkregen te worden.

4. Ter realisering van de in dit artikel genoemde activiteiten van de Jongerenraad wordt jaarlijks op de gemeentebegroting een bedrag geraamd. Reglement Jongerenraad 2010 3

1. De Jongerenraad verleent aan burgemeester en wethouders het advies hem door het college in het algemeen of in bijzondere gevallen gevraagd. De Jongerenraad heeft zes weken de tijd om gevraagd advies te verlenen. De gemeente heeft ook zes weken te tijd om op dit advies en op ongevraagde adviezen te reageren.

2. De Jongerenraad is bevoegd burgemeester en wethouders ook ongevraagd advies te verlenen omtrent onderwerpen tot zijn taak behorende.

1. De Jongerenraad mag niet beraadslagen en besluiten indien niet ten minste de voorzitter en de helft van zijn leden, waaronder de voorzitter of de vice-voorzitter vertegenwoordigd zijn.

2. De besluiten van de Jongerenraad worden genomen bij meerderheid van stemmen.

3. Bij staking van stemmen wordt geacht geen besluit genomen te zijn. In dat geval worden de verschillende gevoelens van de leden van de Jongerenraad aan burgemeester en wethouders medegedeeld.

1. Burgemeester en wethouders kunnen geheimhouding opleggen omtrent aangelegenheden, die zij aan de Jongerenraad voorleggen. Deze geheimhouding geldt totdat zij door burgemeester en wethouders is opgeheven.

2. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid kan de Jongerenraad omtrent het in besloten vergaderingen behandelde en omtrent de inhoud van stukken die aan de Jongerenraad worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

3. De voorzitter kan bij toezending van stukken voor een vergadering, voor zover niet reeds door burgemeester en wethouders geheimhouding is opgelegd, een voorlopige geheimhouding opleggen. De Jongerenraad beslist in zijn eerstvolgende vergadering over definitieve oplegging van geheimhouding omtrent die stukken.

4. De geheimhouding en voorlopige geheimhouding gelden niet tegenover leden van de gemeenteraad, tenzij bij het opleggen van de geheimhouding of voorlopige geheimhouding uitdrukkelijk anders is bepaald.

5. Een lid van de Jongerenraad, dat op grond van het vorige lid, eerste volzin, informatie aan leden van de gemeenteraad verstrekt omtrent stukken waarvoor geheimhouding of voorlopige geheimhouding geldt, is verplicht bij het geven van die informatie te vermelden, dat ter zake geheimhouding of voorlopige geheimhouding is opgelegd.

6. De geheimhouding wordt door alle leden van Jongerenraad, alsmede door de leden van de gemeenteraad, die kennis hebben genomen van de stukken of het verhandelde ter vergadering, in acht genomen totdat zij door burgemeester en wethouders of door de Jongerenraad is opgeheven. Dit geldt eveneens voor de secretaris en andere ambtenaren.

1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering van de Jongerenraad op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering.

2. Een verzoek als bedoeld in het vorige lid dient voor het begin van de vergadering - hetzij schriftelijk hetzij mondeling door tussenkomst van de secretaris - bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt of de punten waarover men het woord wil voeren.

1. Onmiddellijk na de opening van een vergadering stelt de voorzitter degene die een daartoe stekkend verzoek heeft ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren over niet op de agenda staande, maar wel op het terrein van Jongerenraad liggende punten. Artikel 21 is van toepassing.

2. Bij de behandeling van ieder agendapunt, met uitzondering van de rondvraag, stelt de voorzitter degene die daartoe een stekkend verzoek heeft ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren over het aan de orde zijnde agendapunt, voordat de leden en de voorzitter daarover in eerste termijn het woord voeren.

1. Voor de toehoorder die in de gelegenheid wordt gesteld het woord te voeren, geldt een spreektijd van ten hoogste 5 minuten per agendapunt.

2. Per agendapunt kan de voorzitter bepalen dat de totale spreektijd van degene die in de gelegenheid wordt gesteld het woord te voeren, ten hoogste 15 minuten bedraagt.

Artikel 22

De voorzitter kan toehoorders, die de hun toegemeten spreektijd overschrijden of die zich onbetamelijke of beledigende wijze uitdrukken, het woord ontnemen.

1. Dit reglement treedt in werking op de achtste dag nadat deze bekend is gemaakt.

2. Zij kan worden aangehaald onder de titel “Reglement Jongerenraad 210".