Regeling vervallen per 13-12-2014

Nadere regels subsidie werkcheque Helmond 2013

Geldend van 12-11-2013 t/m 12-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2013

Intitulé

NADERE REGELS SUBSIDIE WERKCHEQUE HELMOND 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;

gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.5, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Helmond 2009;

besluit:

vast te stellen de Nadere regels subsidie werkcheque Helmond 2013.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV Helmond 2009: Algemene subsidieverordening Helmond 2009;

  • b.

    inwoner: de persoon die volgens de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven staat als woonachtige in de gemeente Helmond.

  • c.

    jongere: de werkzoekende of uitkeringsgerechtigde inwoner van 18 jaar of ouder, doch jonger dan 27 jaar of de werkzoekende of uitkeringsgerechtigde inwoner van 16 of 17 jaar met een vrijstelling op grond van de Leerplichtwet;

  • d.

    werkzoekende: de inwoner die, direct voorafgaand aan de aanvraag, drie maanden geen vast inkomen op grond van een arbeidsovereenkomst had en in de afgelopen zes maanden geen

    arbeidsovereenkomst had met de werkgever die de aanvraag doet in het kader van deze subsidieregeling;

  • e.

    uitkeringsgerechtigde: de inwoner die recht heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW) of op een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB);

  • f.

    werknemer: de werkzoekende of uitkeringsgerechtigde die bij een werkgever werkt op grond van een arbeidsovereenkomst of leerwerkovereenkomst;

  • g.

    arbeidsovereenkomst: overeenkomst als bedoeld in artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek;

  • h.

    leerwerkovereenkomst: beroepspraktijkvormingsovereenkomst die opleidt op MBO-niveau en is opgenomen in artikel 7.2.8 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en voorzien is van een Crebo

    nummer als bedoeld in artikel 7.1.2, eerste lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • i.

    werkgever: iedere natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die een onderneming in stand houdt in de zin van de Handelsregisterwet;

  • j.

    groep: van een groep is sprake indien meer dan 25% van de aandelen in de onderneming als omschreven onder i. wordt gehouden door een (sub)houdstermaatschappij;

Artikel 1.2 Doelstelling en reikwijdte

  • 1. Met deze regeling wordt beoogd om jongeren duurzaam aan het werk te helpen en werkgevers te stimuleren hen te scholen en op te leiden zodat zij minder kwetsbaar op de arbeidsmarkt worden.

  • 2. Voor subsidie op basis van deze regeling komt uitsluitend in aanmerking de werkgever of groep die:

    • a.

      een arbeidsovereenkomst of leerwerkovereenkomst van minimaal 32 uur per week voor minimaal de periode van één jaar aanbiedt aan de jongere;

    • b.

      een arbeidsovereenkomst of leerwerkovereenkomst van minimaal 20 uur per week voor minimaal de periode van een half jaar aanbiedt aan de jongere of

    • c.

      de arbeidsovereenkomst als bedoeld onder a en b omzet in een leerwerkovereenkomst.

Artikel 1.3 Verhouding tot ASV Helmond 2009

Van de ASV Helmond Helmond 2009 zijn de volgende artikelen niet van toepassing:

  • -

    artikel 2.1, eerste lid, artikel 2.2, artikel 2.3 en 2.10 van hoofdstuk 2;

  • -

    artikel 3.1, eerste, derde en zevende lid en 3.2 van hoofdstuk 3.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Een eenmalige subsidie kan worden verleend aan een werkgever die:

    • a.

      een arbeidsovereenkomst van minimaal 20 uur per week voor minimaal de periode van één jaar aanbiedt aan de jongere;

    • b.

      een leerwerkovereenkomst van minimaal 20 uur per week voor minimaal de periode van één jaar aanbiedt aan de jongere of die de arbeidsovereenkomst, als bedoeld onder a omzet in een

      leerwerkovereenkomst;

    • c.

      een arbeidsovereenkomst van minimaal 20 uur per week voor minimaal de periode van een half jaar aanbiedt aan de jongere;

    • d.

      een leerwerkovereenkomst van minimaal 20 uur per week voor minimaal de periode van een half jaar aanbiedt aan de jongere of die de arbeidsovereenkomst, als bedoeld onder c omzet in een

      leerwerkovereenkomst.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid, aanhef onder a en c, kan een eenmalige subsidie worden verleend aan de werkgever voor de werkelijke kosten van een scholing of opleiding van een extern opleidingsinstituut die

    wordt aangeboden aan de werknemer en welke voldoet aan de navolgende criteria:

    • a.

      de opleiding of scholing heeft een hoge arbeidsmarktkwalificatie en arbeidsmarktrelevantie;

    • b.

      de opleiding of scholing is gericht op het verminderen van de kwetsbaarheid van de werknemer op de arbeidsmarkt;

    • c.

      de opleiding of scholing is voor de werknemer noodzakelijk om de functie goed te vervullen, zich te ontwikkelen of door te groeien naar een vervolgfunctie en

    • d.

      de opleiding of scholing bij voorkeur gecertificeerd is.

Hoofdstuk 2 Subsidieverlening

Artikel 2.1 De termijn van aanvraag

In afwijking van het bepaalde in de ASV Helmond 2009 met betrekking tot de aanvraagtermijn moet:

  • a.

    een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder a, b, c en d, ingediend worden binnen zeven werkdagen nadat de verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst of leerwerkovereenkomst, waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, worden aangegaan. De datum van

    de te ontvangen ontvangstbevestiging geldt als de datum van indiening van de aanvraag.

  • b.

    een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, tweede lid, moet ingediend worden binnen een periode van drie maanden nadat de verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst zijn

    ingegaan. De datum van de te ontvangen ontvangstbevestiging geldt als de datum van indiening van de aanvraag.

Artikel 2.2 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. In afwijking van het bepaalde in de ASV Helmond 2009 met betrekking tot de bij de aanvraag in te dienen gegevens, worden binnen zes weken nadat de verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst

    of leerwerkovereenkomst worden aangegaan, de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      een volledig ingevuld en ondertekend vastgesteld aanvraagformulier;

    • b.

      een recent en (elektronisch) gewaarmerkt uittreksel uit het Handelsregister;

    • c.

      een kopie van de ondertekende arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder a en c, waarin in ieder geval zijn opgenomen de arbeidsduur per week, de ingangsdatum van

      de dienstbetrekking, de periode van de dienstbetrekking, de naam van de werkgever, de naam, geboortedatum en BSN-nummer van de werknemer en het bruto salaris of

    • d.

      een kopie van de ondertekende leerwerkovereenkomst bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder b en d en een kopie van de Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) waarin in ieder

      geval zijn opgenomen de arbeidsduur per week, de ingangsdatum van de dienstbetrekking, de periode van de dienstbetrekking, het bruto salaris, de naam van de werkgever, de naam van de

      onderwijsinstelling en het kenniscentrum en de naam, geboortedatum en BSN-nummer van de werknemer;

    • e.

      indien de arbeidsovereenkomst of leerwerkovereenkomst als bedoeld onder c en d niet ondertekend is, dan wordt door het college een hersteltermijn gegeven van twee maanden;

  • 2. Het college kan de werkgever om meerdere gegevens vragen indien dit noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 2.3 Algemene Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de subsidieverstrekking mag de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloeden of er mag geen verdringing plaatsvinden;

  • b.

    er mag niet reeds een andere re-integratievoorziening op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) door het college aan de werkgever zijn verstrekt ten behoeve van arbeidsinschakeling van een jongere;

  • c.

    er mag niet reeds door UWV Werkbedrijf een loonkostensubsidie zijn verstrekt ten behoeve van de doelgroep ingevolge de Werkloosheidswet (WW);

  • d.

    er mag geen strijd zijn met de doelstelling van deze regeling, te weten het bevorderen dat jongeren duurzaam aan het arbeidsproces deelnemen;

  • e.

    de som van alle subsidies, fiscale maatregelen zoals afdrachtkortingen en de middelen uit scholings- en opleidingsfondsen mag niet hoger zijn dan de totale loonkosten inclusief werkgeverslasten die de werkgever heeft om de jongere in dienst te nemen;

  • f.

    aan de werkgever mag niet eerder een subsidie zijn verleend op basis van regelingen of projecten vanuit de zogeheten Klijnsma-middelen;

  • g.

    er vindt geen cumulatie plaats van subsidies plaatsvinden op grond van de ‘Nadere regels re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Helmond en deze regeling;

  • h.

    er vindt geen cumulatie plaats van subsidies plaatsvinden op grond van de ‘Nadere regels Werkgeverssubsidie in dienst nemen uitkeringsgerechtigde SRE’ en deze regeling;

  • i.

    de werkgever of groep mag de werknemer in de afgelopen zes maanden, direct voorafgaand aan de aanvraag, niet in dienst hebben gehad;

  • j.

    per werkgever of groep kunnen maximaal tien subsidies per kalenderjaar verleend worden;

  • k.

    de werkgever verkeert niet in surseance van betaling of is niet failliet verklaard;

  • l.

    per jongere kan slechts eenmaal een subsidie als bedoeld in artikel 1.4 worden verleend. Als de jongere na een periode van werken bij een werkgever wederom drie maanden werkloos is geweest, dan is

    verlening van subsidie mogelijk aan andere werkgevers dan waar de betreffende jongere werkzaam is geweest en waar subsidie aan is verleend;

  • m.

    er vindt geen cumulatie plaats van subsidies als bedoeld in artikel 1.4, aanhef en onder b of d en een subsidie als bedoeld in artikel 1.4, tweede lid;

  • n.

    de werkgever dienst afspraken of intentieverklaringen met betrekking tot werkgelegenheidsprojecten na te komen.

Artikel 2.4 subsidieplafond / de verdeling van de subsidie

  • 1. Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze regeling, wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 2. Het college beslist op de aanvragen in de volgorde waarin aanvragen zijn ontvangen totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 2.5 Weigering subsidieverlening

Een aanvraag om subsidie op basis van deze regeling wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet in overeenstemming is met de doelstelling en reikwijdte van deze regeling als bedoeld in artikel 1.2;

  • b.

    het geen subsidiabele activiteit betreft als bedoeld in artikel 1.4;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de algemene subsidievoorwaarden als bedoeld in artikel 2.3;

  • d.

    wanneer het subsidieplafond bereikt is.

Artikel 2.6 Hoogte subsidiebedrag

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt € 3.000,- in het geval de werkgever een arbeidsovereenkomst aanbiedt zoals bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef onder a, op basis van een arbeidsovereenkomst van 32

    uur per week. Het subsidiebedrag wordt naar rato van het aantal uren per week van de arbeidsovereenkomst naar beneden bijgesteld.

  • 2. Het subsidiebedrag bedraagt € 4.500,- in het geval de werkgever een leerwerkovereenkomst aanbiedt zoals bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder b, op basis van een leerwerkovereenkomst van

    32 uur per week. Het subsidiebedrag wordt naar rato van het aantal uren per week van de arbeidsovereenkomst naar beneden bijgesteld. Een op grond van artikel 1.4, eerste lid, aanhef onder a, toegekend subsidiebedrag wordt op het subsidiebedrag van € 4.500,- in mindering gebracht als sprake is van een omzetting van een arbeidsovereenkomst naar een leerwerkovereenkomst als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder b.

  • 3. Het subsidiebedrag bedraagt € 1.500,- in het geval de werkgever een arbeidsovereenkomst aanbiedt zoals bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef onder c, op basis van 32 uur per week. Het subsidiebedrag wordt naar rato van het aantal uren per week van de arbeidsovereenkomst naar beneden bijgesteld.

  • 4. Het subsidiebedrag bedraagt € 2.250,- in het geval de werkgever een leerwerkovereenkomst aanbiedtzoals bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder d, op basis van 32 uur per week en een de periode van een halfjaar. Het subsidiebedrag wordt naar rato van het aantal uren per week naar beneden bijgesteld. Een op grond van artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder c toegekend subsidiebedrag wordt op het subsidiebedrag van € 4.500,- in mindering gebracht als sprake is van een omzetting van een arbeidsovereenkomst naar een leerwerkovereenkomst als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, aanhef en onder d.

  • 5. Het subsidiebedrag, als bedoeld in artikel 1.4, tweede lid, bedraagt maximaal € 2.500,-. Reiskosten en andere aanverwante kosten zijn niet subsidiabel.

Artikel 2.7 Beslistermijn

  • 1. In afwijking van het bepaalde in de ASV Helmond 2009 met betrekking tot de beslistermijn, beslist het college binnen vier weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2. De beslissing als bedoeld in het vorige lid kan eenmaal met ten hoogste twee weken worden verdaagd.

Hoofdstuk 3 Subsidievaststelling

Artikel 3.1 Aanvraag tot subsidievaststelling en verantwoording

  • 1. De subsidieontvanger dient binnen zestien weken nadat de aanvraag om subsidieverlening is ingekomen een aanvraag voor subsidievaststelling in bij het college.

  • 2. In afwijking op het bepaalde in artikel 3.1, zevende lid, ASV Helmond 2009 dienen bij de aanvraag als bedoeld in het vorige lid de volgende gegevens te worden overgelegd:

    • a.

      een kopie van de loonspecificatie van de tweede maand van de arbeidsovereenkomst of leerwerkovereenkomst indien sprake is van een arbeidsovereenkomst met een proeftijd van maximaal

      één maand of een kopie van de loonspecificatie van de derde maand van de arbeidsovereenkomst of leerwerkovereenkomst indien sprake is van een arbeidsovereenkomst met een proeftijd van twee

      maanden; en

    • b.

      een kopie van de factuur van de opleiding of scholing, indien sprake is van een aanvraag voor de subsidie voor scholing of opleiding als bedoeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 3.2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van de volledige aanvraag om subsidievaststelling.

  • 2. De beslissing als bedoeld in het vorige lid kan eenmaal met ten hoogste twee weken worden verdaagd.

Artikel 3.3 Betaling subsidiegelden

Er vindt geen bevoorschotting plaats. De betaling van de plaatsingssubsidie vindt in één keer plaats, alsmede de betaling van de subsidie voor de scholing, na vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 4 Slotbepaling

Artikel 4.1 Inwerkingtreding ( en duur regeling)

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2013.

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 5 november 2013.
Burgemeester en wethouders van Helmond
De burgemeester, De secretaris,
Mevr. P.J.M.G. Blanksma-van den Heuvel Dhr. A.A.M. Marneffe RA
Bekend gemaakt op:
11 november 2013
De gemeentesecretaris,
Dhr. A.A.M. Marneffe RA