Regeling vervallen per 12-08-2021

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL HORECA HELMOND 2015

Geldend van 13-08-2015 t/m 11-08-2021

Intitulé

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL HORECA HELMOND 2015

De burgemeester van Helmond;

Besluit:

  • I.

    vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol horeca Helmond 2015

  • II.

    in te trekken de Beleidsregel stappenplan handhaving horeca Helmond 2009

Hoofdstuk 1 Inleiding

De burgemeester en politie houden samen toezicht op horeca-inrichtingen binnen de gemeente Helmond. In deze ‘Beleidsregel handhavingsprotocol horeca Helmond 2015’ is uitgewerkt hoe toezichthouders van gemeente en politie optreden, wanneer er in de horeca overtredingen worden begaan. De beleidsregel geeft de horeca ondernemers inzicht in de consequenties van overtreding van de voor hen van toepassing zijnde horeca wet- en regelgeving.

In 2009 is de vorige beleidsregel ‘stappenplan handhaving horeca 2009 ‘ vastgesteld. Gewijzigde regelgeving waardoor de bevoegdheden voor het toezicht op de horeca bij de burgemeester is komen te liggen en de uitvoeringspraktijk leiden ertoe dat dit handhavingsprotocol moet worden geactualiseerd.

De Drank- en Horecawet heeft als belangrijkste uitgangspunt een verantwoorde verstrekking van alcoholhoudende dranken, om te voorkomen dat gezondheidsproblemen en andere maatschappelijke problemen ontstaan door misbruik van alcoholhoudende dranken. In de Algemene Plaatselijke Verordening staan bepalingen ter voorkoming van verstoring van de openbare orde en veiligheid ten gevolge van de exploitatie van een horeca onderneming.

Beleidscriteria

Dit handhavingsprotocol heeft tot doel:

  • -

    te realiseren dat geconstateerde overtredingen gevolgd worden door een reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de aard en de ernst van de overtreding (proportionaliteit en subsidiariteit);

  • -

    te bewerkstelligen dat er door de gekozen bestuursrechtelijke maatregel een einde komt aan de verboden situatie en dat herhaling van de overtreding wordt voorkomen;

  • -

    kenbaar te maken aan de ondernemer welke maatregel hij van de overheid kan verwachten na een overtreding, waardoor er mogelijk tevens een preventieve werking vanuit gaat.

Overleg

Om goede afspraken te maken met de bevoegde instanties met betrekking tot de gewenste handhaving is deze beleidsregel afgestemd in het Driehoeksoverleg (overleg tussen burgemeester, de officier van justitie en de politiechefs). Elk van de partijen committeert zich aan de uitvoering van de afspraken en draagt er zorg voor dat binnen de eigen organisatie de afspraken worden geëffectueerd.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 zijn in een matrixoverzicht de ‘standaardprocedures’ met betrekking tot het opleggen van een last onder dwangsom, een last onder bestuursdwang en een bestuurlijke boete opgenomen. Wanneer er bij een overtreding sprake is van het opleggen van een dwangsom of bestuursdwang, zal verwezen worden naar deze standaardprocedures, zodat duidelijk is hoe het proces van de bestuurlijke maatregel loopt.

In hoofdstuk 3 is een matrixoverzicht opgenomen, met daarin de afzonderlijke overtredingen en de te volgen bestuurlijke trajecten. Het voordeel van deze matrixoverzichten is dat in één oogopslag duidelijk is wat het gevolg is van een bepaalde overtreding. In de daaropvolgende hoofdstukken worden per overtreding de consequenties toegelicht. Omdat er sprake is van de meest voorkomende overtredingen, is de opsomming niet limitatief. Niet genoemde overtredingen worden zoveel als mogelijk overeenkomstig deze beleidsregel behandeld.

Hoofdstuk 2 Bestuurlijke procedures

In dit hoofdstuk worden drie bestuurlijke procedures beschreven. Deze procedures worden afzonderlijk of na elkaar door mij ingezet bij het houden van toezicht op de horeca in onze stad. Hieronder leest u hoe deze procedures verlopen.

De uitgangspunten voor het inzetten van deze procedure(s) zijn proportionaliteit en subsidiariteit. Dit betekent concreet dat de zwaarte van de sanctie aansluit op de ernst van de overtreding. In principe treedt de burgemeester op getrapte wijze op. Als de ondernemer binnen 2 jaar opnieuw een overtreding begaat dan wordt de volgende stap in de procedure gezet.

Afgesproken is dat de politie bij de constatering van een overtreding een bestuurlijke rapportage maakt ten behoeve van de burgemeester en een proces-verbaal ten behoeve van de strafrechtelijke afdoening.

Bij de exploitatie van horeca kan sprake zijn van strafbare feiten. Indien zich overtredingen of misdrijven voordoen op grond van bijvoorbeeld het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de economische delicten, de Vreemdelingenwet en de Wet Arbeid Vreemdelingen ligt de verantwoordelijkheid voor de vervolging en de opsporing door de politie bij het Openbaar Ministerie. Van belang is dat het Openbaar Ministerie de gemeente tijdig inlicht over zaken die zich hebben voorgedaan zodat indien mogelijk in de gezamenlijke aanpak ook bestuurlijke maatregelen kunnen worden getroffen.

2.1 Procedure last onder dwangsom

Een last onder dwangsom is een middel om te zorgen dat iemand die de regels overtreedt, deze overtreding beëindigt. Als de regels niet nageleefd worden, kan de burgemeester een last onder dwangsom opleggen. De dwangsom wordt verbeurd als de overtreding niet beëindigd wordt. De dwangsom moet dan betaald worden. De last onder dwangsom wordt gericht aan de overtreder, namelijk degene die de overtreding ongedaan kan maken.

Eerste overtreding:

De politie of een gemeentelijk toezichthouder stelt voor de eerste keer een overtreding vast. De burgemeester stuurt een vooraankondiging last onder dwangsom. De overtreder krijgt de mogelijkheid om, binnen 14 dagen, zienswijzen in te dienen.

De burgemeester beoordeelt of er zienswijzen zijn ingediend, of ze tijdig zijn ingediend en of er sprake is van bijzondere omstandigheden. Is het antwoord op een van de vragen ‘nee’? Dan legt de burgemeester de definitieve dwangsom1 op.

1 Bij een overtreding kunt u denken aan het bouwen zonder bouwvergunning, het starten van een bedrijf zonder milieuvergunning, op verkeerd moment vuilniszakken aan de weg zetten etc.

Tweede of volgende overtreding:

De politie of een gemeentelijk toezichthouder stelt opnieuw een overtreding vast. De dwangsom wordt verbeurd. Dit betekent dat de overtreder de boete daadwerkelijk moet betalen aan de gemeente. De burgemeester neemt hiervoor een invorderingsbesluit. Voor iedere overtreding daarna is opnieuw de opgelegde dwangsom verbeurd tot het maximum van het vastgestelde bedrag is bereikt.

Procedure last onder dwangsom

Vooraankondiging last onder dwangsom

Bijzondere omstandigheden?

Ja? Dan stopt de procedure.

Nee? Dan stap 3

Definitieve dwangsom wordt opgelegd

Wordt opnieuw een overtreding vastgesteld? Dan wordt de dwangsom verbeurd en ingevorderd

Bij iedere volgende overtreding wordt de dwangsom opnieuw verbeurd en ingevorderd (tot een maximum bedrag)

2.2 Procedure last onder bestuursdwang

Een last onder bestuursdwang is, net als de procedure onder dwangsom, een hulpmiddel om te zorgen dat iemand die de regels overtreedt, deze overtreding beëindigt. Het verschil tussen beide procedures? Bij de last onder dwangsom moet de overtreder een geldbedrag aan de gemeente betalen. Bij de last onder bestuursdwang moet de overtreder de overtreding2 beëindigen. Doet hij dat niet? Dan beëindigt de burgemeester de overtreding op kosten van de overtreder.

2 Bij een overtreding kunt u denken aan het bouwen zonder bouwvergunning, het starten van een bedrijf zonder milieuvergunning, op het verkeerde moment vuilniszakken aan de weg zetten etc.

Eerste overtreding:

De politie of een gemeentelijk toezichthouder stelt een overtreding vast. De burgemeester stuurt een brief aan de overtreder waarin aangegeven wordt dat bij een volgende overtreding een bestuursrechtelijk traject opgestart wordt dat kan leiden tot (tijdelijke) sluiting van de horecagelegenheid dan wel alcoholverkoop.

Tweede overtreding:

De politie of een gemeentelijk toezichthouder stelt opnieuw een overtreding vast. De burgemeester stuurt een vooraankondiging last onder bestuursdwang aan de overtreder. De overtreder krijgt de mogelijkheid om, binnen 14 dagen, zienswijzen in te dienen. De burgemeester beoordeelt of er zienswijzen zijn ingediend, of ze tijdig zijn ingediend en of er sprake is van bijzondere omstandigheden. Is het antwoord op een van de vragen ‘nee’? Dan verstuurt de burgemeester het definitieve bestuursdwangbesluit. De overtreder krijgt 14 dagen de tijd om zijn overtreding te beëindigen.

Derde of volgende overtreding:

Beëindigt de overtreder zijn overtreding niet binnen de gestelde termijn of wordt de overtreding opnieuw begaan? Dan wordt de overtreding door de gemeente beëindigd. Op kosten van de overtreder.

Procedure last onder bestuursdwang

Brief consequenties overtreding

Vooraankondiging last onder bestuursdwang

Bijzondere omstandigheden?

Ja? Dan stopt de procedure.

Nee? Dan stap 4

Definitief bestuursdwangbesluit wordt opgelegd

Geeft de overtreder gehoor aan de oproep?

Ja? Dan stopt de procedure.

Nee? Dan stap 6

De gemeente beëindigt de overtreding op kosten van de overtreder

2.3 Bestuurlijke boete

Een bestuurlijke boete, ook administratieve boete genoemd, is een punitieve (bestraffende) sanctie. De procedures last onder dwangsom en last onder bestuursdwang zijn gericht op het beëindigen van een illegale situatie. De bestuurlijke boete dus niet. Het achterliggende idee is dat het opleggen van een boete een afschrikwekkende werking heeft waardoor dezelfde overtreding in de toekomst niet meer zal worden begaan. Een bestuurlijke boete kan in combinatie met een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang door mij worden opgelegd.

Een bestuurlijke boete wordt in ieder geval opgelegd wanneer er sprake is van een overtreding waarbij geen herstelmogelijkheid is (bijv. het schenken van alcohol aan personen jonger dan 18 jaar).

Een bestuurlijk boete kan wettelijk niet worden opgelegd wanneer:

  • -

    De overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft;

  • -

    Het economisch voordeel dat wordt verkregen door de overtreding de voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk overschrijdt;

  • -

    De burgemeester artikel 19a3 van de Drank en Horecawet toepast;

  • -

    De burgemeester reeds het voornemen om de vergunning in te trekken voor de betreffende overtreding schriftelijk heeft medegedeeld.

3 Dit is de zogenaamde ‘three strikes out’ bepaling. Deze richt zich op detailhandelaren die niet vergunningplichtig zijn op grond van de Drank- en Horecawet maar wel (zwak) alcoholische drank verkopen. Denk aan supermarkten, warenhuizen, snackbars, bezorgdiensten et cetera. Verkoopt zo’n detailhandelaar in 12 maanden 3 keer alcoholhoudende drank aan een persoon jonger dan 18 jaar? Dan kan de burgemeester deze detailhandelaar het recht op de verkoop van alcoholhoudende drank tijdelijk ontnemen (voor minimaal 1 week en maximaal 12 weken).

Procedure

De politie of de gemeentelijke toezichthouder stelt een overtreding van de in artikel 44a4 Drank- en Horecawet (DHW) genoemde bepalingen vast. Deze persoon stelt een proces verbaal of boeterapport op en stuurt dit aan de burgemeester. De burgemeester stuurt een vooraankondiging tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder. De overtreder krijgt de mogelijkheid om, binnen 14 dagen, zienswijzen in te dienen.

De burgemeester beoordeelt of er zienswijzen ingediend, of de zienswijzen tijdig zijn ingediend en of er sprake is van bijzondere omstandigheden. Binnen 13 weken na de dagtekening van de bestuurlijke rapportage, neemt de burgemeester het definitieve besluit5. Dit besluit wordt aan de overtreder verstuurd.

4 Overeenkomstig de bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

5 De hoogte van de boete wordt vastgesteld overeenkomstig het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

Procedure bestuurlijke boete

Vooraankondiging opleggen bestuurlijke boete

Bijzondere omstandigheden?

Ja? Dan stopt de procedure.

Nee? Dan stap 3.

Definitieve bestuurlijke boete wordt opgelegd

Hoofdstuk 3 Bestuursrechtelijke mogelijkheden per (type) overtreding

Dit hoofdstuk richt zich specifiek op horecabedrijven. Een horecabedrijf is een openbare inrichting als het een exploitatievergunning heeft op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV, artikel 2.3.1.2). Schenkt een horecaonderneming ook alcohol? Dan moet de onderneming ook een Drank- en Horecavergunning hebben (op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet, DHW). Voordat de burgemeester bestuursrechtelijke stappen onderneemt moet een overtreding geconstateerd worden. De politie en de aangewezen ambtenaren van de gemeente Helmond zijn de toezichthouders. Deze toezichthouders maken een bestuurlijke rapportage of een controlerapport.

Hieronder leest u schematisch de 17 meest voorkomende overtredingen en de procedure die daar op volgt.

Overtredingen:

Procedure:

Last onder dwangsom

Last onder bestuursdwang

Bestuurlijke boete

Exploiteren horeca-inrichting zonder daartoe strekkende vergunning (exploitatie- en/of Drank- en/of Horecavergunning of wijziging in de ondernemingsvorm van de horeca-inrichting.

X

X

Exploitatie van een horecabedrijf na weigering, intrekking, schorsing of vervallen van Drank- en Horecavergunning.

X

X

Exploitatie van een inrichting terwijl de exploitatievergunning is geweigerd of na intrekking van de exploitatievergunning.

X

Exploitatie inrichting in strijd met de voorschriften opgenomen in de exploitatievergunning

X

Exploitatie horeca-inrichting in strijd met voorschriften uit de Drank- en Horecavergunning en/ of de Drank- en Horecawet.

X

Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in het horeca- of slijtersbedrijf.6

6 Omdat voor afwezigheid leidinggevende vergunning ingetrokken wordt, is bestuurlijke boete niet mogelijk zodra de ondernemer schriftelijk van intrekking van de vergunning op de hoogte is gesteld.

X

X

Niet vragen om legitimatie wanneer een persoon niet onmiskenbaar 18 jaar of ouder is of verkoop van alcoholhoudende drank aan een personen/ personen jonger dan 18 jaar door ondernemers.

X

X

“Three strikes out”. Binnen 12 maanden 3 keer verkoop alcoholhoudende drank aan personen jonger dan 18 jaar door niet-vergunningplichtige ondernemers.

X

Verbod op kleinhandel in horeca-inrichting of op een terras.

X

X

X

Onder invloed (van drank of drugs) aan het werk zijn in een horeca- of slijtersbedrijf.

X

Situatie zoals bedoeld in wet BIBOB of minimaal 3 keer een weigering van beschrijving persoon op aanhangsel DHW.

X

Zonder ontheffing alcoholhoudende drank verstrekken.

X

Paracommercie: zich niet houden aan schenktijden voor alcoholhoudende drank of drank schenken tijdens verboden bijeenkomsten/ boven maximaal aantal bijeenkomsten.

X

X

Paracommercie: niet melden van een activiteit/ bijeenkomst.

X

X

Overtreding sluitingsuur.

X

Verstoring openbare orde.

X

Speelautomaten zonder vergunning of in strijd met de vergunning.

X

Aanvullende informatie

Overtreding 1:

Overtreding van artikel 3 DHW en artikel 2.3.1.2 APV.

De ondernemer krijgt 14 dagen om zijn zienswijzen in te dienen en om alsnog een aanvraag voor een vergunning in te dienen. Tijdens de aanvraagprocedure mag het bedrijf open blijven, wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • -

    het geldende bestemmingsplan staat horeca toe op het perceel en;

  • -

    er bestaan geen (andere) wettelijke belemmeringen (o.a. antecedenten; sociale hygiëne) en;

  • -

    er is geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake zal zijn van verstoringen van de openbare orde en veiligheid waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan als de exploitatie doorgaat en;

  • -

    het is de overname van een bestaande horecaonderneming waarbij de aard van de exploitatie ongewijzigd wordt voortgezet en;

  • -

    er is naar het oordeel van de burgemeester concreet geen aanleiding te veronderstellen dat niet handhavend optreden leidt tot verstoringen van concurrentieverhoudingen, een ongewenste precedentwerking of schadeclaims en;

  • -

    de ondernemer toont aan dat hij juridisch en feitelijk over de onderneming beschikt en;

  • -

    er wordt binnen de gestelde termijn van 14 dagen een ontvankelijke vergunningaanvraag ingediend - voor zover dat nog niet is gebeurd - en een in deze aanvraag opgenomen leidinggevende is tijdens de openingsuren van het bedrijf steeds aanwezig en;

  • -

    de onderneming staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en;

  • -

    er is geen BIBOB-tip van het Openbaar Ministerie ontvangen.

Indien niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, moet de horeca inrichting voor het publiek gesloten blijven tot het moment dat de vergunning verleend is.

Overtreding 2 en 3:

Overtreding van artikel 2.3.1.2 eerste lid jo artikel 2.3.1.7 APV, artikel 2.3.1.2 tweede lid APV.

Is er sprake van een geweigerde, geschorste of ingetrokken vergunning? Dan wordt er niet gewacht tot de weigering of intrekking onherroepelijk is geworden. Is geconstateerd dat het horecabedrijf zonder vergunning geëxploiteerd wordt? Dan wordt direct de procedure tot sluiting gevolgd door het opleggen van een last onder bestuursdwang.

Overtreding 4:

Overtreding van artikel 2.3.1.8 jo 2.3.1.10 APV.

De burgemeester kan op grond van artikel 2.3.1.10 van de APV voor een openbare inrichting tijdelijk andere sluitingstijden vaststellen of een tijdelijke sluiting bevelen. De keuze van de maatregel en de duur hiervan wordt bepaald op grond van de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval. Overtreding van artikel 13b van de Opiumwet vallen hier niet onder. Daarvoor geldt de “Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b Helmond”.

Overtreding 5:

De vergunning wordt op grond van artikel 32 DHW voor maximaal 12 weken geschorst. De duur van de schorsing varieert van 1 tot 12 weken en wordt bepaald op grond van de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval. Overtreding van artikel 13b van de Opiumwet vallen hier niet onder. Daarvoor geldt de “Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b Helmond”.

Overtreding 6:

Overtreding van artikel 24 DHW.

Bij de eerste constatering wordt een waarschuwing uitgedaan, bij een tweede constatering wordt de procedure tot intrekking van de vergunning opgestart.

Overtreding 7:

Overtreding van artikel 20, eerste lid DHW.

De hoogte van de dwangsom bedraagt € 2.000,- per overtreding met een maximum van €10.000,-.

Overtreding 8:

Overtreding van artikel 19a DHW.

Dit artikel is gericht op detailhandelaren die niet vergunningsplichtig zijn op grond van de Drank- en Horecawet maar wel zwak-alcoholhoudende drank verkopen, zoals supermarkten, warenhuizen, bezorgdiensten, e.d. Wanneer zij in een periode van 12 maanden 3 keer alcoholhoudende drank verkopen aan personen jonger dan 18 jaar (zoals verboden in artikel 20 DHW) kan de burgemeester zo’n ondernemer het recht om alcoholhoudende drank te verkopen tijdelijk ontnemen, minimaal voor 1 week en maximaal voor 12 weken. De burgemeester kan dit afdwingen door middel van bestuursdwang (artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht).

Overtreding 9:

Overtreding van artikel 15 DHW en artikel 2.3.1.12 APV.

De hoogte van de dwangsom bedraagt € 750,- per overtreding met een maximum van € 3.750,-.

Overtreding 10:

Overtreding van artikel 20, zesde lid DHW.

De vergunning wordt op grond van artikel 32 DHW voor 2 weken geschorst. Bij een volgende overtreding binnen een periode van 2 jaar wordt de vergunning voor 6 weken geschorst. Een daaropvolgende overtreding binnen een periode van 2 jaar wordt gevolgd door intrekking van de vergunning op grond van artikel 31 DHW.

Overtreding 11:

Overtreding op grond van artikel 3 Wet BIBOB of bijschrijving leidinggevende zoals bedoeld in artikel 31, derde lid DHW.

Als naar mening van de burgemeester ernstig gevaar bestaat dat de beschikking (mede) zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of om verdiensten uit strafbare feiten te benutten, wordt de vergunning ingetrokken, dan wel worden er voorschriften aan de vergunning verbonden.

Overtreding 12:

Overtreding van artikel 35, eerste lid DHW.

Wanneer wordt vastgesteld dat er zonder ontheffing zwak-alcoholhoudende drank wordt verstrekt, wordt er onmiddellijk (spoed)bestuursdwang toegepast, wat neerkomt op onmiddellijke beëindiging van de alcoholverstrekking.

Overtreding 13:

Onder een paracommerciële rechtspersoon wordt verstaan: “een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf” (artikel 1 DHW). In artikel 4 DHW is bepaald dat in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) regels gesteld kunnen worden waaraan paracommerciële rechtspersonen moeten voldoen, o.a. met betrekking tot schenktijden en aantal bijeenkomsten.

De vergunning wordt op grond van artikel 32 DHW voor maximaal 12 weken geschorst. De duur van de schorsing varieert van 1 tot 12 weken en wordt bepaald op grond van de ernst van de overtreding en de omstandigheden van het geval..

Overtreding 14:

In artikel 2.3.5.4 van de APV is bepaald dat een bijeenkomst, gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de rechtspersoon zijn betrokken en waar alcoholhoudende drank wordt geschonken maximaal drie keer per kalenderjaar mag plaatsvinden en dat dit dan uiterlijk vier weken voor de bijeenkomst bij de burgemeester wordt gemeld.

Overtreding 15:

Overtreding van artikel 2.3.1.9 APV.

De politie en toezichthouders controleren op de sluitingsuren. Bij overtreding van de sluitingstijd maakt de politie een proces-verbaal op.

Voor de drankverstrekkende (“natte”) horeca:

  • 1.

    er worden vanaf 3:00 uur geen consumpties meer verstrekt (o.a. biertap dicht);

  • 2.

    vanaf 3:00 uur zijn de lichten aan;

  • 3.

    vanaf 3:00 uur is de muziek uit/gestopt

Voor de voedselvertrekkende (“droge”) horeca:

  • 1.

    er worden vanaf 3:00 uur geen bestellingen meer in ontvangst genomen;

  • 2.

    vanaf 3:15 uur worden er geen bestellingen meer verstrekt;

  • 3.

    vanaf 3:15 uur is de apparatuur voor het bereiden van consumpties buiten werking gesteld;

  • 4.

    vanaf 3:00 uur is de muziek uit.

Om 3:30 uur is al het publiek, zowel in de natte als droge horeca, uit de inrichting verdwenen.

De hoogte van de dwangsom bedraagt € 750,- per overtreding met een maximum van € 3.750,-.

Overtreding 16:

De politie en de toezichthouders van de gemeente houden toezicht op de openbare orde. Wanneer als gevolg van de exploitatie van een horecaonderneming de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid in of nabij deze horecaonderneming wordt verstoord, of dit op voorhand mag worden aangenomen (dreigende verstoring) kan de DHW-vergunning geschorst worden en de onderneming tijdelijk worden gesloten. Verstoring van de openbare orde en veiligheid is onder andere geluidsoverlast, vechtpartijen en geweldsdelicten binnen of bij een horecagelegenheid.

Wanneer er sprake is van een ernstig incident en/of ernstige verstoring van de openbare orde, of wanneer er een ernstige verstoring van de openbare orde dreigt, dan kan de burgemeester zonder voorafgaande stappen de inrichting sluiten, zo nodig met gebruikmaking van spoedshalve bestuursdwang. De inrichting zal in zo’n geval gesloten worden voor de duur van maximaal 12 maanden.

Om te bepalen of er sprake is van een ernstig incident, of ernstige verstoring van de openbare orde, wordt gekeken naar de volgende indicatoren:

  • -

    geweldsdelict waarbij sprake is van ernstig letsel;

  • -

    het gebruik van wapens;

  • -

    schietincident, ongeacht of er sprake is van verwonding;

  • -

    steekincident waarbij sprake is van verwonding;

  • -

    de hoeveelheid betrokken personen bij het geweld ( hoe meer personen, hoe eerder er sprake is van een ernstig incident);

  • -

    directe betrokkenheid van personeel van de horeca-inrichting;

  • -

    indirecte betrokkenheid van het personeel (waarbij sprake is van verwijtbaarheid en/of verwijtbare nalatigheid)

Bij aanwezigheid van wapens in een horeca-inrichting is de Wet Wapens en Munitie en de Regeling Wapens en Munitie van toepassing. De gemeente heeft in deze geen bevoegdheden om toezicht te houden. Volgens artikel 45 eerste lid Wet Wapens en Munitie zijn alleen ambtenaren die in dat artikel zijn vermeld bevoegd om toezicht te houden. Eventuele strafrechtelijke afhandeling vindt plaats onder regie van het OM. Wel kan worden bekeken of er gronden zijn om de vergunning in te trekken. De grond die hier het meest voor zal komen is neergelegd in artikel 31 eerste lid onder c van de DHW (feiten die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid).

Wanneer er niet alleen sprake is van aanwezigheid van wapens, maar deze wapens ook zijn gebruikt en waardoor de openbare orde en veiligheid direct in het geding zijn geweest, is er sprake van ernstige verstoring van de openbare orde. De burgemeester kan hierbij overgaan tot een onmiddellijke sluiting van de horecagelegenheid met toepassing van spoedshalve bestuursdwang.

Overtreding 17:

Overtreding van artikel 2.3.3.2 en 2.3.3.3 APV.

De hoogte van de dwangsom bedraagt € 750,- per overtreding met een maximum van € 3.750,-.

Hoofdstuk 4 Aanvullende kaders en uitgangspunten

Afwijkingsbevoegdheid

Er kunnen zich situaties voordoen die dermate ernstig zijn dat van de matrix wordt afgeweken. Dat kan betekenen dat bij zeer ernstige overtredingen of acute bedreiging van veiligheid een stap wordt overgeslagen. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van cumulatie van overtredingen in of nabij een horecabedrijf met een zodanige negatieve invloed op de omgeving dat de openbare orde en/of fysieke leefomgeving in ernstige mate wordt aangetast. Dan worden de afzonderlijke stappen per overtreding niet genomen, maar wordt direct overgegaan tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel.

In dat geval sluit de burgemeester de horeca-inrichting op grond van artikel 2.3.1.10 APV. Afhankelijk van de aard van de overtredingen en de omvang en ernst ervan wordt de duur van de sluiting op maximaal 12 maanden gesteld. Daarnaast wordt beoordeeld of de drank- en horecavergunning en/of de exploitatievergunning op grond van respectievelijk artikel 31 DHW en artikel 2.3.1.8 APV wordt ingetrokken. Ook daarbij wordt rekening gehouden met de aard, omvang en ernst van de overtredingen.

Overgangsrecht

Op handhavingsprocedures die al in gang gezet zijn door het sturen van een vooraankondiging tot het nemen van bestuurlijke maatregelen of een beschikking tot het treffen van bestuurlijke maatregelen blijft de Beleidsregel stappenplan handhaving horeca Helmond 2009 van toepassing.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Ondertekening

Besloten op 13 juli 2015
De burgemeester,
Mevr. P.J.M.G Blanksma - Van den Heuvel
Bekend gemaakt op:
10 augustus 2015
De gemeentesecretaris,
Mr. drs. A.P.M. ter Voert