Regeling vervallen per 02-04-2017

BELEIDSREGEL TIJDELIJKE PROEF REGULEREN MENGVORMEN WINKEL/HORECA HELMOND 2016

Geldend van 02-04-2016 t/m 01-04-2017

Intitulé

BELEIDSREGEL TIJDELIJKE PROEF REGULEREN MENGVORMEN WINKEL/HORECA HELMOND 2016

De burgemeester van Helmond

Gelet op artikel 3, 12, 13, 14, 15, 18 en 25 van de Drank- en Horecawet

besluit:

vast te stellen de Beleidsregel tijdelijke proef reguleren mengvormen winkel/horeca Helmond 2016

Inleiding

In deze beleidsregel worden de door de burgemeester vastgestelde kaders voor een proef reguleren mengvormen winkel/horeca uiteengezet. Achtereenvolgens worden behandeld:

  • 1.

    Achtergrond en doel

  • 2.

    Kaders proef

  • 3.

    Voorwaarden en beperkingen voor deelnemers

  • 4.

    Handhaving

1. Achtergrond en doel

In diverse gemeenten, waaronder de onze, leeft bij verschillende ondernemers de wens om in een winkel ook iets te drinken of te eten te kunnen aanbieden, of in een horecagelegenheid iets te kunnen verkopen, waarbij de tweede activiteit ondergeschikt blijft aan de eerste. Daarmee wordt de winkel of horecagelegenheid aantrekkelijker, is de gedachte. In sommige gemeenten leeft deze wens vooral in de binnenstad, bij andere is daarvan (nog) niet gebleken. In de gemeente Helmond wordt tegen de grenzen van regelgeving aangelopen. Door mee te doen met deze pilot worden nieuwe belevingen gefaciliteerd.

De bestaande regels van de Drank- en Horecawet (DHW) laten mengvormen maar beperkt toe. Sinds 1 januari 2013 is het toezicht op de naleving en de handhaving van de wet aan de burgemeesters opgedragen. Deze stap is ingegeven door het uitgangspunt dat zij dat beter kunnen doen dan de centrale overheid, omdat zij de lokale omstandigheden kennen.

Bij een aantal burgemeesters is in G4- en G32-verband de gedachte gerezen dat het wenselijk is, in een aantal gemeenten een proef van beperkte duur te organiseren met mengvormen van winkels en horeca, binnen duidelijke kaders en onder duidelijke voorwaarden en beperkingen. Ook Actal, Adviescollege toetsing regeldruk, geeft in zijn advies over transsectoraal ondernemen aan dat er goede redenen zijn om ondernemers ruimte te bieden om buiten de traditionele grenzen van de verschillende soorten ondernemingen te treden.

(Zie.

Het hoofddoel van de DHW is het tegengaan van de nadelige gevolgen van alcoholgebruik, met bijzondere aandacht voor de bescherming van jongeren. Er is reden om te veronderstellen dat dit hoofddoel niet in gevaar komt door een kleine versoepeling van de regels van de wet. Met een proef in verschillende gemeenten kan worden nagegaan of de gedachte dat beperkte mengvormen van winkel- en horeca-activiteiten aantrekkelijk zijn, klopt, het niet tot onwenselijke concurrentievervalsing leidt en geen afbreuk doet aan het hoofddoel van de wet.

Dat spreekt mij, en ook het college van burgemeester en wethouders aan. Daarom heb ik besloten ook in onze gemeente de mogelijkheid te bieden om aan de proef mee te doen.

Het gaat om situaties waarbij de traditionele scheidslijn niet goed meer aansluit bij de manier waarop het publiek tegenwoordig graag winkelt en uitgaat. In juridische zin gaat het daarbij om lichte, vaak onbewuste overtredingen van de DHW waartegen handhavend optreden tot veel weerstand leidt. Men kan denken aan zaken als het schenken van een glas prosecco bij het passen van kleding in een speciaal-modezaak of van een glas wijn bij een boek-presentatie in een boekwinkel (categorie c, zie verder onder 2 voor de uitwerking van verschillende categorieën) en het direct verkopen van de tentoongestelde kunst in een horeca gelegenheid (categorie b). Ook het organiseren van een proeverij in een slijterij (categorie a), de verkoop van een fles olijfolie of een kookboek in een restaurant (categorie b) of de verkoop van een fles wijn in een fairtrade-cadeauwinkel (categorie c) zijn hier voorbeelden van. Deze zaken zijn in enkele buurlanden al gangbaar en succesvol, zonder dat er merkbare nadelige neveneffecten op lijken te treden.

(Zoals bijvoorbeeld in België, zie www.10-europe.bl/blog/gemiste-kans.)

Er zijn horeca-ondernemers en winkeliers die proberen aan te sluiten bij de geschetste ontwikkelingen, maar zij lopen daarbij nu tegen wettelijke grenzen aan. Alle genoemde situaties leveren formeel namelijk strijd op met één of meer van de artikelen 3, 12, 13, 14, 15, 18 of 25 van de DHW. Dit leidt soms tot onbegrip en onvrede, zowel bij ondernemers als bij klanten. Ook kampen gemeenten met een schaarse toezicht- en handhavingscapaciteit. De proef richt zich op situaties waar het onwenselijk en disproportioneel is om de schaarse handhavingscapaciteit in te zetten. Daarnaast wordt onderzocht of de volksgezondheid of de openbare orde en veiligheid in het geding zijn. Al met al is er voldoende aanleiding om een proef met mengvormen van winkels en horeca te organiseren. Hierbij worden de uitgangspunten gevolgd die hiervoor in landelijk verband door gemeenten zijn geformuleerd, na overleg met diverse belangen- en brancheorganisaties. Ook met het advies van Actal is rekening gehouden.

Het doel van de proef is, na te gaan of de belangen van ondernemers en klanten worden gediend als tijdelijk meer ruimte wordt geboden om op maatschappelijk verantwoorde wijze in te spelen op de genoemde ontwikkelingen. Ook kunnen we dan nagaan of er geen ongewenste neveneffecten optreden. Daarmee wordt tevens informatie verzameld voor de evaluatie van de DHW in 2017. Als dat verantwoord is gebleken, zal de wetgever wellicht besluiten om ondernemers in de toekomst wettelijk de ruimte te geven om hun bedrijfsactiviteiten vorm te geven overeenkomstig de mogelijkheden van de proef. Daarom wordt gemonitord hoe het aantal uitgiftepunten in onze gemeente en de scheidslijn tussen hoofdactiviteit en nevenactiviteit zich ontwikkelen, en wat hiervan de gevolgen zijn.

2.Kaders proef

Om de uiteindelijke verwezenlijking van het hoofddoel van de DHW niet te doorkruisen, de bescherming van jongeren niet uit het oog te verliezen, maar ook om aan de redelijke wensen van ondernemers tegemoet te komen zonder dat hierbij voor een bepaalde groep oneerlijke concurrentievoordelen worden gecreëerd en ten slotte om ten behoeve van de evaluatie van de DHW in 2017 een representatief beeld te kunnen schetsen van de uitkomsten van de proef, zullen voor de proef de volgende kaders gelden.

  • ·

    De proef heeft een looptijd van twaalf maanden, te weten van 1 april 2016 tot en met 1 april 2017.

  • ·

    De proef kent drie categorieën:

    • -

      Categorie a: Slijterijen: deelnemers in het bezit van een vergunning op grond van artikel 3 DHW, die in afwijking van artikel 13, tweede lid en artikel 14, eerste lid, van de DHW een slijterij ook in gebruik mogen hebben voor het klanten op georganiseerde wijze laten proeven van alcoholhoudende drank die daar per fles e.d. wordt verkocht;

    • -

      Categorie b: Horeca: deelnemers in het bezit van een vergunning op grond van artikel 3 DHW, die in afwijking van artikel 13, eerste lid, artikel 14, tweede lid, en artikel 15, eerste lid, van de DHW een horecalokaliteit ook in gebruik mogen hebben voor het uitoefenen van de kleinhandel;

    • -

      Categorie c: detailhandel: deelnemers niet in het bezit van een vergunning op grond van artikel 3 DHW, die ofwel in afwijking van artikel 3 en artikel 12, eerste lid, en voor zover van toepassing, artikel 25, eerste lid, van de DHW in een winkel alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse mogen verstrekken; ofwel in afwijking van artikel 3, artikel 18, eerste lid, en voor zover van toepassing artikel 25 eerste lid, van de DHW in een winkel anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse mogen verstrekken aan particulieren.

  • ·

    Er kunnen 10 ondernemers deelnemen. Het streven is dat 4 horecabedrijven, 4 winkels en 2 slijterijen meedoen. Deelname aan de pilot vindt plaats volgens het principe: “wie het eerst komt, wie het eerst maalt” en “vol=vol”. Dit betekent dat de eerste 4 horecabedrijven, 4 winkels en 2 slijterijen die zich aanmelden mee kunnen doen aan de proef. Mocht dit aantal voor een categorie op de sluitingsdatum van de inschrijving niet gehaald zijn dan wordt het aantal van 10 volgemaakt met de eerst ingediende aanvragen ongeacht de categorie.

  • ·

    Bij de beslissing over de toelating tot de proef wordt in elk geval gelet op de volgende factoren:

    • -

      de mate waarin de toe te laten activiteit bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de omgeving als winkel- of uitgaansgebied;

    • -

      of de aanvrager voldoet aan de zedelijkheidseisen als het om een vergunningsaanvraag was gegaan;

Voor alle categorieën geldt de voorwaarde dat alle voorwaarden en beperkingen van de proef strikt worden nageleefd.

3.Voorwaarden en beperkingen voor deelnemers

Deelname aan de proef vindt plaats onder de volgende algemene voorwaarden en beperkingen.

  • ·

    De deelnemer is, op zijn verzoek, door de burgemeester schriftelijk toegelaten tot de proef.

  • ·

    De handelingen die een deelnemer enkel tijdens de proef zijn toegestaan, zijn duidelijk ondergeschikt aan de bestaande hoofdactiviteit.

  • ·

    Er is ten alle tijden een bedrijfsleider aanwezig van ten minste 21 jaar.

  • ·

    Er wordt geen alcoholhoudende drank verkocht of geschonken aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, en evenmin als de drank kennelijk bestemd is voor iemand onder de 18.

  • ·

    Er wordt geen alcoholhoudende drank verkocht of geschonken aan iemand van wie duidelijk is dat hij reeds onder invloed van alcohol of van een verdovend middel is.

  • ·

    Voor deelnemers in categorie a en b: strikte naleving van de DHW-regels die buiten de proef vallen.

  • ·

    Het schenken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse is deelnemers in de categorieën a en c, enkel toegestaan gedurende de normale, toegestane openingstijden van de winkel (sluiten uiterlijk om 22.00 uur).

  • ·

    Voor deelnemers in categorie c: aan de pilot kunnen geen winkels meedoen waar vaak of dagelijks kinderen of jeugdigen komen, zoals speelgoedwinkels, supermarkten, bouwmarkten en warenhuizen.

  • ·

    Voor deelnemers in categorie c: de verkoop en het schenken van alcoholhoudende drank in het kader van de proef gebeurt onder leiding van iemand die vast in het bedrijf werkzaam is en die een SVH-verklaring Sociale Hygiëne heeft dan wel een Instructie Verantwoord Alcoholgebruik heeft gevolgd. Zijn naam wordt bij de aanmelding voor de proef opgegeven.

Bij de toelating tot de proef kunnen aan individuele deelnemers bijzondere voorwaarden en beperkingen worden opgelegd als daar reden voor is.

4.Handhaving

De toelating van een deelnemer kan ten alle tijden worden ingetrokken bij overtreding van een algemene of bijzondere voorwaarde of beperking.

Het betreft een pilot met regels uit een landelijke wet, dit betekent dat als er een handhavingsverzoek van een derde partij komt, er wordt overgaan tot handhaving van de Drank- en Horecawet en het met de wet strijdige gebruik moet worden gestaakt.

In beide gevallen zal handhavend worden opgetreden conform de ‘Beleidsregel handhavingsprotocol horeca Helmond 2015’.

Slotbepalingen

Gedurende de looptijd van de pilot kunnen ten alle tijden aanvullende regels of kaders worden toegevoegd danwel geschrapt. De deelnemers worden hier tijdig van in kennis gesteld.

Inwerkingtreding

De beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Besloten door de burgemeester van Helmond op 29 februari 2016.
de burgemeester van Helmond,
mevrouw P.J.G.M. Blanksma – Van den Heuvel
Bekend gemaakt op:
1 april 2016
de gemeentesecretaris,
mr. drs. A.P.M. ter Voert