Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2007

1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften die zijn ingediend bij een bestuursorgaan op grond van de Algemene wet bestuursrecht of enige andere wettelijke regeling.

2. Van het bepaalde in het eerste lid zijn uitgesloten de bezwaarschriften, waarvoor een specifieke regeling is betreffende de behandeling van het bezwaar.

1. De commissie bestaat uit 9 leden, verdeeld over 3 kamers.

2a. Elke kamer bestaat uit twee leden en een voorzitter. De leden en de voorzitters worden benoemd, geschorst en ontslagen door burgemeester en wethouders. Deze besluiten worden ter kennis gebracht van de raad.

2b. Kamer 3 bestaat uit:

A - een lid dat deskundig is op het terrein van bestuursrecht/ambtenarenrecht, aangewezen door het College van Burgemeester en Wethouders.

B - een lid dat deskundig is op het terrein van personeels- en organisatiezaken, aangewezen door de in het Georganiseerd Overleg toegelaten vakorganisaties;

C - een onafhankelijk extern lid in gezamenlijk overleg aan te wijzen door de leden genoemd onder sub A en sub B.

3. Burgemeester en wethouders benoemen overeenkomstig het tweede lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

4. De voorzitter en de leden van de kamers mogen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan in Helmond, mogen geen banden hebben bij een in Helmond werkzame belangenorganisatie of mogen geen deel uitmaken van de Helmondse advocatuur.

5. De kamers wijzen de vervanger van de voorzitter aan.

1. In het secretariaat van alle kamers wordt voorzien door de afdelingsmanager MO.BJZ.

1. De leden van de commissie kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen. Het ontslag gaat in met ingang van de dag, gelegen een maand na de dag waarop het ontslag is genomen of zoveel eerder als in de opvolging is voorzien.

2. Burgemeester en wethouders kunnen te allen tijde een lid, anders dan op eigen verzoek, ontslag verlenen op zwaarwegende gronden en een ander lid in zijn plaats benoemen.

1. De secretaris van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

De gevraagde inlichtingen worden onverwijld verstrekt.

2. De secretaris kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zonodig uitnodigen om in verband daarmede ter zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

1. Indien het bezwaarschrift niet is ondertekend en niet tenminste bevat de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, wijst de secretaris van de commissie bezwaarmaker op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit binnen een termijn van veertien dagen te herstellen.

2. Indien in het bezwaarschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere natuurlijke persoon of rechtspersoon is overgelegd, wijst de secretaris van de commissie de bezwaarmaker op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit uiterlijk tijdens de in artikel 10 bedoelde hoorzitting te herstellen.

3. Het tweede lid is niet van toepassing in het geval de gemachtigde als advocaat of procureur is ingeschreven.

1. De voorzitter van de kamer bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting, waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de commissie te doen horen.

2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3, 7:4, lid 6 en 7:5, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

3. Degene die namens de belanghebbende ter zitting het woord wenst te voeren moet een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt.

1. De hoorzitting is openbaar.

2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de kamer of een der aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe het verzoek doet.

3. Indien de kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

1. Van het verhandelde ter zitting wordt een schriftelijk verslag gemaakt.

2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen voor het overige ter zitting is voorgevallen. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding. Het verwijst naar de ter zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

3. Het verslag wordt getekend door de voorzitter en de secretaris van de kamer.

1. Wanneer na het horen feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaar of het beroep te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit door de voorzitter van de kamer aan belanghebbenden medegedeeld en wordt met inachtneming van het ter zake in deze verordening bepaalde een nieuwe hoorzitting belegd.

2. Op deze nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen van deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

1. De kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. De kamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid zulks verlangt.

2. Het advies van de kamer is gemotiveerd.

3. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de kamer ondertekend.

1. Het advies wordt onder medezending van het in artikel 15 bedoelde verslag tijdig schriftelijk aan het bestuursorgaan uitgebracht.

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de kamer de termijn, die eventueel in de wettelijke regeling betreffende de afhandeling van het bezwaarschrift is gesteld, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de kamer en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. 3. Van een besluit tot verdaging ontvangt de kamer een afschrift.

1. De commissie brengt jaarlijks een verslag uit aan het college van burgemeester en wethouders. Het verslag wordt ter kennis gebracht aan de gemeenteraad.

2. De burgemeester rapporteert in zijn burgerjaarverslag over de behandeling van de bezwaarschriften aan de gemeenteraad.

3. De burgemeester zal desgewenst, op eigen initiatief of op verzoek van de raad, één of meerdere tussentijdse rapportages uitbrengen aan de gemeenteraad.

1. Deze verordening treedt in werking op 15 maart 2007

2. Deze verordening is van toepassing op alle op 15 maart 2007 en daarna ingekomen bezwaarschriften en op alle vóór 15 maart 2007 ingekomen bezwaar- en beroepschriften waarvoor nog geen hoorzitting heeft plaatsgevonden.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als : "Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2007"