Beleidsregel ontheffingen en handhaving sluitingstijden Helmond 2009

Inleiding

In deze beleidsregel wordt het beleid ten aanzien van de ontheffingen van sluitingstijden geformuleerd en wordt tevens vastgelegd hoe de handhaving van de sluitingstijden ten aanzien van de natte en droge horeca in Helmond ter hand genomen wordt. In het stappenplan van 2005 was reeds bepaald hoe de handhaving ten aanzien van de natte horeca zou plaatsvinden. Door wijziging van het sluitingstijdenbeleid en door de integrale herziening van de APV was het in 2007 noodzakelijk het stappenplan uit 2005 aan te passen. Inmiddels is bij de 2e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 (verder APV) de sluitingstijden vergunning afgeschaft in het kader van de deregulering en de vermindering van de lastendruk. Natte en droge horeca hebben hierdoor beiden een algemene sluitingstijd van 03.00 uur.

Juridisch kader

Artikel 2.3.1.4 en 2.3.1.5 van de APV luiden als volgt:

Artikel 2.3.1.4 Sluitingstijden inrichtingen

• 1.

  Het is de houder van een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid onderdeel a, onder 1º en 2º, verboden deze voor bezoekers geopend te hebben of bezoekers daarin te laten verblijven tussen 03.00 uur en 08.00 uur.

• 2.

  De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

• 3.

  Het verbod gesteld in het eerste lid geldt niet op Koninginnendag en op Nieuwjaarsdag.

• 4.

  De burgemeester kan bij besluit andere gelegenheden of dagen aanwijzen waarop het verbod als gesteld in het eerste lid niet van toepassing is.

• 5.

  Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door op het Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften.

Artikel 2.3.1.5 Afwijking sluitingstijden inrichtingen en tijdelijke sluiting

• 1.

  De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer inrichtingen tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2.3.1.4 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.

• 2.

  Het bepaalde in artikel 2.3.1.4 is van overeenkomstige toepassing.

• 3.

  Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 13b van de Opiumwet.

Beleidscriteria

a.Hanteren van de sluitingstijden.

Voor zowel de natte (m.n. cafés) als de droge horeca (b.v. cafetaria’s) gelden dezelfde sluitingstijden, n.l. 03.00 uur. Praktisch gezien betekent het strikt hanteren van 03.00 uur, dat al ruimschoots voor dat tijdstip met ontruiming van de inrichting moet worden begonnen. Ik hanteer op basis van artikel 2.3.1.4, tweede lid jo. eerste lid, de volgende algemene beleidsregel:

Voor de natte horeca:

• 1.

  er worden vanaf 03.00 uur geen consumpties verstrekt (o.a. biertap dicht);

• 2.

  vanaf 03.00 uur zijn de lichten aan;

• 3.

  vanaf 03.00 uur is de muziek uit c.q. gestopt.

Voor de droge horeca geldt:

• 1.

  er worden vanaf 03.00 uur geen bestellingen meer in ontvangst genomen;

• 2.

  vanaf 03.15 uur worden er geen bestellingen meer verstrekt;

• 3.

  vanaf 03.15 uur is de apparatuur voor het bereiden van consumpties buiten werking gesteld;

• 4.

  vanaf 03.00 uur is de muziek uit.

Om 03.30 uur is alle publiek, zowel in de droge als de natte horeca, uit de inrichting verdwenen.

Handhaving van het sluitingstijdenbeleid t.a.v. natte horeca

Het sluitingstijdenbeleid voor de natte horeca wordt volgens de volgende stappen gehandhaafd.

Stap 1

De politie constateert bij een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a. sub 1 van de APV een overtreding van de sluitingstijd, ingevolge artikel 2.3.1.4, eerste lid APV.

Bij een overtreding van de sluitingstijd van minder dan 30 minuten wordt geen proces verbaal opgemaakt indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

• 1.

  er worden geen consumpties verstrekt;

• 2.

  de lichten zijn aan;

• 3.

  de muziek is uit c.q. gestopt.

Er wordt een proces verbaal opgemaakt indien:

• A:

  de politie een overtreding van de sluitingstijd van 30 minuten of meer constateert,

  of

• B:

  de politie een overtreding van de sluitingstijd van minder dan 30 minuten constateert en aan een of meer van de volgende voorwaarden niet wordt voldaan:

  • 1.

    er worden geen consumpties verstrekt;

  • 2.

    de lichten zijn aan;

  • 3.

    de muziek is uit c.q. gestopt.

Het bedrijfsbureau van de politie Brabant Zuidoost, afdeling Helmond-Centrum zorgt voor het doorgeleiden van een kopie van het proces verbaal naar de burgemeester. De burgemeester stuurt de ondernemer van de betreffende inrichting een voornemen tot het opleggen van een dwangsom van € 750,- per overtreding. De burgemeester biedt de ondernemer de mogelijkheid binnen twee weken een schriftelijke reactie op het voornemen (zienswijzen) in te dienen.

Stap 2

De politie constateert bij een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a. sub 1 van de APV, binnen één jaar een tweede overtreding van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B. De politie volgt dezelfde procedure als bij stap 1.

Het bedrijfsbureau van de politie Brabant zuidoost, afdeling Helmond-Centrum zorgt voor het doorgeleiden van een kopie van het proces verbaal naar de burgemeester. De burgemeester legt een last onder dwangsom van € 750,- op aan de ondernemer van de betreffende inrichting. Dit houdt in dat een dwangsom van € 750,- wordt verbeurd door de ondernemer voor elke volgende overtreding van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B. Tegen het besluit staat bezwaar, beroep en een verzoek tot voorlopige voorziening open.

Stap 3

De politie constateert bij een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a. sub 1 van de APV, binnen één jaar na de voorgaande overtreding een derde overtreding van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B. De verbalisant maakt slechts een mutatie (registratie van het feit).

Het bedrijfsbureau van de politie Brabant zuidoost, afdeling Helmond-Centrum zorgt voor het doorgeleiden van de mutatie naar de burgemeester. De burgemeester gaat over tot invordering van de verbeurde dwangsom bij dwangbevel. Tegen het dwangbevel kan verzet aangetekend worden.

Stap 4

Bij meer dan drie overtredingen van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B bij dezelfde inrichting wordt na ontvangst van de mutatie door het bedrijfsbureau steeds door de gemeente overgegaan tot inning van de verbeurde dwangsom. Tenzij de voorgaande overtreding meer dan één jaar geleden is, in dat geval volgt opnieuw stap 1.

Handhaving van het sluitingstijdenbeleid t.a.v. droge horeca

Het sluitingstijdenbeleid voor de droge horeca wordt volgens de volgende stappen gehandhaafd.

Stap 1

De politie constateert bij een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a. sub 2 van de APV een overtreding van de sluitingstijd, ingevolge artikel 2.3.1.4, eerste lid APV.

Bij een overtreding van de sluitingstijd van minder dan 30 minuten wordt geen proces verbaal opgemaakt indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

• 1.

  er worden geen bestellingen meer in ontvangst genomen;

• 2.

  na 03.15 uur worden er geen bestellingen meer verstrekt en is de apparatuur voor

  het bereiden van consumpties buiten werking gesteld;

• 3.

  de muziek is uit.

Er wordt een proces verbaal opgemaakt indien:

• A:

  de politie een overtreding van de sluitingstijd van 30 minuten of meer constateert,

  of

• B:

  de politie een overtreding van de sluitingstijd van minder dan 30 minuten constateert en aan een of meer van de volgende voorwaarden niet wordt voldaan:

  • 1.

    er worden geen bestellingen meer in ontvangst genomen;

  • 2.

    na 03.15 uur worden er geen bestellingen meer verstrekt en is de apparatuur  voor het bereiden van consumpties buiten werking gesteld;

  • 3.

    de muziek is uit.

Het bedrijfsbureau van de politie Brabant Zuidoost, afdeling Helmond-Centrum zorgt voor het doorgeleiden van een kopie van het proces verbaal naar de burgemeester. De burgemeester stuurt de ondernemer van de betreffende inrichting een voornemen tot het opleggen van een dwangsom van € 750,- per overtreding. De burgemeester biedt de ondernemer de mogelijkheid binnen twee weken een schriftelijke reactie op het voornemen (zienswijzen) in te dienen.

Stap 2

De politie constateert bij een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid, onder a. sub 2 van de APV, binnen één jaar een tweede overtreding van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B. De politie volgt dezelfde procedure als bij stap 1.

Het bedrijfsbureau van de politie Brabant zuidoost, afdeling Helmond-Centrum zorgt voor het doorgeleiden van een kopie van het proces verbaal naar de burgemeester. De burgemeester legt een last onder dwangsom van € 750,- op aan de ondernemer van de betreffende inrichting. Dit houdt in dat een dwangsom van € 750,- wordt verbeurd door de ondernemer voor elke volgende overtreding van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B. Tegen het besluit staat bezwaar, beroep en een verzoek tot voorlopige voorziening open.

Stap 3

De politie constateert bij een inrichting als bedoeld in artikel 2.3.1.1, eerste lid onder a. sub 2 van de APV, binnen één jaar na de voorgaande overtreding een derde overtreding van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B. De verbalisant maakt slechts een mutatie (registratie van het feit).

Het bedrijfsbureau van de politie Brabant zuidoost, afdeling Helmond-Centrum zorgt voor het doorgeleiden van de mutatie naar de burgemeester. De burgemeester gaat over tot invordering van de verbeurde dwangsom bij dwangbevel. Tegen het dwangbevel kan verzet aangetekend worden.

Stap 4

Bij meer dan drie overtredingen van de sluitingstijd als in stap 1 onder A of B bij dezelfde inrichting wordt na ontvangst van de mutatie door het bedrijfsbureau steeds door de gemeente overgegaan tot inning van de verbeurde dwangsom. Tenzij de voorgaande overtreding meer dan één jaar geleden is, in dat geval volgt opnieuw stap 1.

Openbare orde- en veiligheidsproblemen en overlastproblemen

De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer inrichtingen tijdelijk andere dan de geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen. Het betreft hier tijdelijke maatregelen.

Daarnaast biedt de Overlastverordening horeca- en aanverwante bedrijven 2006 de mogelijkheid om aan de overlastvergunning voorschriften te verbinden, b.v. over de sluitingstijden. B.v. indien de exploitatie van het horecabedrijf geluidsoverlast veroorzaakt voor de omgeving door muziek of komende en gaande bezoekers. Zo ook indien vanwege het horecabedrijf openbare orde- en/of veiligheidsproblemen ontstaan of het woon- en leefklimaat verstoord wordt. Of er aanleiding is om nadere voorschriften op te leggen is erg afhankelijk van de aard en de omvang van de overlast, de openbare orde- of veiligheidsproblemen of de verstoring van woon- en leefklimaat, m.a.w. van de omstandigheden van het geval. Daarbij spelen o.a. klachten, processen-verbaal, politierapportages, geluidsmetingen een belangrijke rol. Ik zal steeds in de afzonderlijke situatie bekijken of er maatregelen moeten worden genomen.

Overleg

De beleidsregel van 11 december 2007 is besproken in het driehoeksoverleg burgemeester, officier van justitie en politie. Op 19 oktober 2007 heeft het driehoeksoverleg ingestemd met de beleidsregel. Onderhavige beleidsregel is met betrekking tot de handhaving inhoudelijk niet gewijzigd t.o.v. de vorige. Er zijn enkel technische wijzigingen aangebracht vanwege de nieuwe APV bepaling. Gelet hierop is de beleidsregel niet opnieuw aan het driehoeksoverleg voorgelegd.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking. Per deze datum wordt de Beleidsregel vergunningen en handhaving sluitingstijden Helmond 2008, vastgesteld op 11 december 2007, ingetrokken.