Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent de Re-integratieverordening Participatiewet Nadere regels re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018

Geldend van 18-09-2018 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent de Re-integratieverordening Participatiewet Nadere regels re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond

Collegevoorstel: 33771840

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2017

B e s l u i t:

  • I.

    In te trekken de Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2015;

  • II.

    Vast te stellen de Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018.

De Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018 worden als volgt ingevuld:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. De begrippen zoals bedoeld in artikel 1 van de Re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018 zijn in deze nadere regels van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid gelden de volgende begrippen:

    • a.

      belanghebbende: persoon die behoort tot de doelgroep;

    • b.

      verordening: de Re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018;

    • c.

      werkgever: zoals bedoeld in artikel 9 Werkloosheidwet.

Hoofdstuk 2. Werkstage (artikel 5 van de verordening)

Artikel 2. Duur werkstage

  • 1. De werkstage wordt ingezet voor maximaal 6 maanden.

  • 2. De termijn genoemd in het eerste lid kan verlengd worden met de duur van de periode waarin de belanghebbende tijdens de werkstage wegens in de persoon gelegen factoren niet heeft kunnen werken indien dit noodzakelijk is om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.

Artikel 3. Verplichtingen werkstage

Verplichtingen die aan de werkstage verbonden zijn:

  • a.

    De werkstageverlener sluit met de belanghebbende een werkstage-overeenkomst af door middel van een standaard werkstage-overeenkomst die door het college beschikbaar wordt gesteld;

  • b.

    De werkstageverlener is primair verantwoordelijk voor het handelen van de belanghebbende en kan de daaruit voortvloeiende schade als gevolg van wettelijke aansprakelijkheid of ongevallen niet afwentelen op de belanghebbende;

  • c.

    Kosten wegens door een belanghebbende aan eigendommen van derden toegebrachte schade, alsmede schade als gevolg van ongevallen, tijdens werk- en reisuren worden in beginsel verhaald op de ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering van de stageverlener en

  • d.

    Kosten in verband met wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen, tijdens werk- en reisuren, die niet of niet volledig op een verzekering van de stageverlener kunnen worden verhaald, worden verhaald op de verzekeringspolis van het college. De uitkering c.q. vergoeding is in dat geval niet hoger dan de binnen de verzekeringspolis vastgestelde maximum bedragen.

Artikel 4. Vergoeding noodzakelijke kosten werkstage

De noodzakelijke kosten kunnen worden vergoed overeenkomstig hoofdstuk 11 van deze nadere regels, indien de stageverlener deze niet vergoedt.

Hoofdstuk 3. Sociale activering (artikel 6 van de verordening)

Artikel 5. Voorwaarden

Sociale activering wordt aangeboden aan een belanghebbende met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, dat wil zeggen deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar.

Hoofdstuk 4. Scholing (artikel 7 van de verordening)

Artikel 6. Noodzakelijkheid van scholing

De noodzakelijke scholing heeft betrekking op een erkende opleiding en vindt plaats bij een erkend opleidingsinstituut.

Artikel 7. Duur van de scholing

De duur van de scholing is zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk maar maximaal twee jaar.

Artikel 8. Kosten scholing

  • 1. Bij toekenning van scholing komen de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking:

    • a.

      opleidingskosten, cursusbijdragen en examengeld;

    • b.

      boeken en leermiddelen die door het opleidingsinstituut verplicht zijn gesteld; of

    • c.

      reiskosten overeenkomstig artikel 16 van deze nadere regels.

  • 2. De kosten worden zover mogelijk rechtstreeks betaalbaar gesteld aan het opleidingsinstituut.

Hoofdstuk 5. Participatievoorziening beschut werk (artikel 8 van de verordening)

Artikel 9. Voorzieningen

Voorzieningen kunnen door het college worden ingezet afhankelijk van de mogelijkheden van de persoon die is aangewezen op de participatievoorziening beschut werk overeenkomstig de nadere regels.

Hoofdstuk 6. Ondersteuning bij leer-werktraject (artikel 9 van de verordening)

Artikel 10. Ondersteuning

  • 1. De ondersteuning bij het leer-werktraject wordt uitsluitend ingezet wanneer:

    • a.

      uitval uit het leer-werktraject dreigt of

    • b.

      door afronding van het leer-werktraject het perspectief op de arbeidsmarkt verbetert.

  • 2. De vorm en duur van de ondersteuning die geboden wordt is afhankelijk van de individuele omstandigheden van de belanghebbende.

  • 3. De duur van de ondersteuning is zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk.

Hoofdstuk 7. Persoonlijke ondersteuning (artikel 10 van de verordening)

Artikel 11. Persoonlijke ondersteuning

  • 1. De persoonlijke ondersteuning kan bestaan uit ondersteuning die dient tot het stabiliseren en beheersbaar maken van problematiek op verschillende levensgebieden. Hiermee wordt beoogd re-integratie mogelijk te maken.

  • 2. De persoonlijke ondersteuning kan bestaan uit ondersteuning die gericht is op structurele plaatsing op een werkplek. Deze wordt verleend indien:

    • a.

      de persoonlijke ondersteuning bestaat uit een individueel trainings- of inwerkprogramma en een systematische begeleiding van de belanghebbende, gericht op het kunnen uitvoeren van de hem opgedragen taken; of

    • b.

      de belanghebbende zonder een systematische begeleiding niet in staat zou zijn de hem opgedragen te verrichten.

  • 3. De persoonlijke ondersteuning zoals bedoeld in het tweede lid kan bestaan uit het beschikbaar stellen van persoonlijke ondersteuning of uit vergoeding van de kosten van persoonlijke ondersteuning.

  • 4. Bij de keuze voor een partij die de persoonlijke ondersteuning zal uitvoeren wordt, voor zover mogelijk, aangesloten bij het voor die beroepsgroep geldende erkenningskader.

Hoofdstuk 8. Proefplaatsing (artikel 12 van de verordening)

Artikel 12. Duur proefplaatsing

  • 1. De proefplaatsing wordt ingezet voor maximaal 3 maanden.

  • 2. De termijn genoemd in het eerste lid kan verlengd worden met de duur van de periode waarin de belanghebbende tijdens de proefplaatsing wegens in de persoon gelegen factoren niet heeft kunnen werken indien dit noodzakelijk is om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.

  • 3. Voordat de proefplaatsing aanvangt wordt schriftelijk vastgelegd welke voorwaarden verbonden zijn aan de proefplaatsing.

Hoofdstuk 9. Stimuleringspremie (artikel 13 van de verordening)

Artikel 13. Voorwaarden

  • 1. Het college kan aan een werkgever een stimuleringspremie verlenen die met een persoon die behoort tot de doelgroep een arbeidsovereenkomst sluit gericht op een regulier dienstverband.

  • 2. De stimuleringspremie kan toegekend worden aan de werkgever voor een belanghebbende die 80%-100% loonwaarde kan genereren binnen de contractduur.

  • 3. Voorwaarden voor toekenning van een stimuleringspremie zijn:

    • a.

      de werkgever en de uitkeringsgerechtigde gaan een arbeidsovereenkomst aan met een minimale duur van 6 maanden;

    • b.

      de stimuleringspremie kan uitsluitend verstrekt worden voor de belanghebbende die werkzaamheden verricht die vallen onder het begrip algemeen geaccepteerde arbeid.

    • c.

      de stimuleringspremie wordt toegekend onder de voorwaarde dat de werkgever investeert in het verkrijgen van voldoende arbeidsproductiviteit van de belanghebbende. Dit wordt per belanghebbende afzonderlijk bepaald.

    • d.

      de premie wordt definitief toegekend nadat aan de voorwaarden van het plan van aanpak, zoals genoemd onder c, is voldaan.

  • 4. Duur premieverlening en hoogte stimuleringspremie:

    • a.

      de termijn waarover stimuleringspremie kan worden verleend is 6 maanden, met een verlengingsmogelijkheid van 6 maanden;

    • b.

      de hoogte van de stimuleringspremie bedraagt € 2.250,00 bij een dienstverband van 6 maanden met een arbeidsduur van 40 uur per week. De hoogte van de premie wordt vastgesteld naar rato van het dienstverband en over de daadwerkelijk gewerkte periode binnen de premieperiode.

    • c.

      wanneer er naar het oordeel van het college sprake is van bijzondere omstandigheden, kan het college besluiten om de periode bedoeld in onderdeel a te verlengen of om de hoogte van de stimuleringspremie bedoeld in onderdeel b op een ander bedrag te stellen.

  • 5. De aanvraag van de stimuleringspremie wordt schriftelijk ingediend door de werkgever binnen een maand na aanvang van de arbeidsovereenkomst waarbij een door de belanghebbende en werkgever ondertekende arbeidsovereenkomst wordt toegevoegd.

  • 6. Het college verstrekt de stimuleringspremie per maand of kwartaal en kan hieraan aanvullende voorwaarden stellen.

  • 7. Onverlet het bepaalde in artikel 19 kan een stimuleringspremie worden geweigerd indien naar het oordeel van het college de concurrentieverhoudingen onverantwoord worden beïnvloed en er verdringing van arbeidsplaatsen plaatsvindt.

Hoofdstuk 10. Nazorg (artikel 14 van de verordening)

Artikel 14. Inhoud nazorg

  • 1. Wanneer de belanghebbende algemeen geaccepteerde arbeid heeft aanvaard dan kan het college nazorg aanbieden. De nazorg kan bestaan uit tenminste 3 contactmomenten met de werkgever en/of de belanghebbende gedurende de eerste 6 maanden.

  • 2. Bij een 6 maanden contract is er tenminste 1 contactmoment bij plaatsing, 1 contactmoment na 3 maanden en 1 contactmoment aan het eind van het contract.

  • 3. Bij een jaarcontract is er tenminste 1 contactmoment bij de plaatsing, 1 contactmoment aan het einde van de proeftijd en 1 contactmoment na 3 maanden.

Hoofdstuk 11. Overige noodzakelijke voorzieningen (artikel 15 van de verordening)

Artikel 15. Noodzakelijke voorzieningen

  • 1. Er kan een vergoeding verstrekt worden voor overige noodzakelijke kosten die belanghebbende moet maken in het kader van zijn re-integratie en waarvoor geen voorliggende voorziening bestaat.

  • 2. Het college stelt het recht op een vergoeding en de hoogte van een vergoeding ambtshalve vast of, als dit niet mogelijk is, vooraf schriftelijk op aanvraag.

  • 3. het college bepaalt, als dit noodzakelijk is, welke gegevens belanghebbende voor de vaststelling van het recht op een vergoeding moet verstrekken, alsmede de wijze en het tijdstip waarop hij de gegevens moet verstrekken.

Artikel 16. Voorziening reiskosten

  • 1. Het college kan de reiskosten vergoeden die belanghebbende moet maken in het kader van zijn re-integratie. Hiermee worden ook de reiskosten bedoeld die belanghebbende moet maken in het kader van zijn onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming is gebaseerd op basis van kosten openbaar vervoer tweede klasse indien men reist met het openbaar vervoer.

  • 3. In afwijking van het tweede lid bedraagt, indien reizen met openbaar vervoer niet mogelijk of wenselijk is en met eigen vervoer wordt gereisd, de tegemoetkoming € 0,19 per kilometer per dag en wordt de reisafstand gemeten van postcode woonadres en huisnummer tot postcode locatie en huisnummer aan de hand van de ANWB routeplanner snelste route.

  • 4. Het college vergoedt geen reiskosten als de reisafstand minder dan 10 kilometer enkele reis bedraagt of als per voet of fiets wordt gereisd.

  • 5. In afwijking van het vierde lid, is vergoeding van reiskosten wel mogelijk bij een afstand van minder dan 10 kilometer enkele reis als de belanghebbende door lichamelijke, psychische of sociale problemen niet in staat is met eigen vervoer te reizen en aangewezen is op openbaar vervoer.

  • 6. De betaling vindt indien mogelijk wekelijks vooraf plaats.

  • 7. Indien de aanwezigheid op locatie afwijkt van datgene dat vooraf gecalculeerd is dan stopt het college de betaling en wordt bezien of de tegemoetkoming aangepast moet worden.

  • 8. Voor incidentele bezoeken aan Senzer in het kader van voortgangsgesprekken over de re-integratie wordt geen reiskostenvergoeding verstrekt.

Artikel 17. Voorziening KDV, VSO, TSO, BSO

  • 1. Het college kan de kosten van KDV, VSO, TSO, BSO vergoeden die belanghebbende moet maken in het kader van zijn re-integratie.

  • 2. Opvang KDV, VSO en BSO wordt gerealiseerd bij een geregistreerde opvanglocatie (LRKP)

  • 3. TSO wordt gerealiseerd bij een opvanglocatie zoals genoemd in het tweede lid of school waar kind naar school gaat.

  • 4. Vergoeding vindt plaats na overleg nota’s en presentielijst re-integratielocatie. (EIGEN BIJDRAGE)

Artikel 18. Overige noodzakelijke voorzieningen

Het college kan aan belanghebbende overige noodzakelijke kosten vergoeden zover die noodzakelijk zijn in het kader van zijn re-integratie, zoals legeskosten en inentingen, mits de werkgever deze kosten niet vergoedt.

Hoofdstuk 12. Samenloop

Artikel 19. Samenloop

Het college zal geen stimuleringspremie of (onkosten)vergoeding verstrekken voor kosten waarvoor al dan niet door het college al een andere premie of subsidie wordt verstrekt.

Hoofdstuk 13. Slotbepalingen

Artikel 20. Schakelbepaling

Het bepaalde in artikel 16 van de Re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018 is van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels met dien verstande dat waar in de verordening het begrip verordening wordt gebezigd nadere regels moet worden gelezen.

Artikel 21. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na publicatie in het Gemeenteblad.

  • 2. Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels re-integratieverordening Participatiewet Helmond 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2018

Burgemeester en wethouders van Helmond,

De burgemeester,

mevr. P.J.M.G. Blanksma - van den Heuvel

De secretaris,

mr. drs. A.P.M. ter Voert