Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond houdende regels omtrent de toekenning van tegemoetkoming aan Helmondse amateursportorganisaties, cultuur en welzijnsinstellingen die financieel geraakt zijn door de gevolgen van COVID-19 (Beleidsregel tegemoetkoming Helmondse amateursportorganisaties, cultuur en welzijnsinstellingen COVID-19)

1) Het college verstrekt op aanvraag een tegemoetkoming aan een Amateursportvereniging of een Instelling die ten minste 20% omzetverlies heeft geleden als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19 en daardoor in acute financiële nood verkeerd.

2) Een Amateursportvereniging of een Instelling komt slechts eenmaal in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van onderhavige beleidsregel.

3) Het college beslist afwijzend op een aanvraag indien de aanvrager reeds van of namens de Rijksoverheid een tegemoetkoming voor doorlopende lasten ontvangt op grond van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid, Tijdelijke overbruggingsreling voor zelfstandige ondernemers, Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19, Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb, één van de regelingen voor de creatieve en recreatieve sector of één van de regelingen voor amateursportverenigingen. Tenzij deze tegemoetkoming het omzetverlies niet beneden de 20% heeft gebracht voor de periode tot 1 oktober 2020.

1) Het totaal beschikbare bedrag voor het verstrekken van tegemoetkomingen bedraagt € 300.000,--.

2) De hoogte van de tegemoetkoming per amateursportorganisatie dan wel instelling is afhankelijk van de doorlopende lasten van de betreffende aanvrager.

3) Bij overschrijding van het beschikbare bedrag, bedoeld in het eerste lid, zal het college ambtshalve besluiten om door middel van een evenredige korting op het aangevraagde bedrag de verdeling van het totaal beschikbare bedrag zo vorm te geven dat alle aanvragen die voor toekenning in aanmerking komen een bepaald percentage van het aangevraagde bedrag ontvangen.

4) Artikel 4:25, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op het verstrekken van tegemoetkomingen op grond van onderhavige regeling.

1) Voor de aanvraag van een tegemoetkoming wordt een vastgesteld formulier gebruikt.

2) De aanvraag voor een tegemoetkoming kan worden ingediend in de periode van 1 oktober 2020 tot 31 oktober 2020.

3) Het is mogelijk reeds een aanvraag in te dienen voor de aanvraagperiode. In dat geval zal de aanvraag beoordeeld worden op basis van de gerealiseerde (geprognosticeerde gegevens worden aldus niet meegenomen) omzetgegevens die bij die aanvraag worden overgelegd.

4) Het college beslist binnen vier weken na sluiting van de aanvraagperiode als bedoeld in het tweede lid.

1) Op verzoek van het college toont de aanvrager aan dat hij voldoet aan de voorwaarden van deze beleidsregel door het overleggen van:

• a)

  een ingevuld aanvraagformulier waaruit blijkt dat er een omzetverlies (hierbij wordt meegenomen een eventuele tegemoetkoming als artikel 2 lid 3) is geleden van ten minste 20% in de periode van 1 maart 2020 tot 1 oktober 2020; dan wel,

• b)

  een factuur / facturen op naam van de amateursportvereniging of de instelling voor haar doorlopende lasten; en

• c)

  bewijs van betaling van de in onderdeel b bedoelde facturen, waaruit blijkt dat de instelling de factuur heeft betaald.

2) Het college kan een besluit tot toekenning van een tegemoetkoming intrekken indien:

• a)

  de aanvrager aan wie een tegemoetkoming is toegekend onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, waardoor een tegemoetkoming ten onrechte is toegekend;

• b)

  het besluit tot toekenning van een tegemoetkoming anderszins onjuist was en de aanvrager dit wist, dan wel behoorde te weten.

3) Het college vordert een bedrag dat als gevolg van een besluit als bedoeld in het tweede lid ten onrechte is uitbetaald terug van degene aan wie is uitbetaald.