Regeling vervallen per 18-05-2017

Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester.

Geldend van 25-02-2005 t/m 17-05-2017

Intitulé

Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester

De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 februari 2006, nr.: 05010760;

gelet op artikel 61, derde lid, artikel 61a en artikel 147 van de Gemeentewet, de Circulaire

procedureregels benoeming burgemeester van 2 november 2005 en de Archiefwet;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vertrouwenscommissie: de commissie, bedoeld in artikel 3;

  • b.

    commissaris: de Commissaris van de Koningin in de provincie Zuid-Holland;

  • c.

    herbenoeming: benoeming van de burgemeester voor een nieuwe periode van zes jaar in de gemeenteHendrik-Ido-Ambacht;

  • d.

    raad: de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

  • e.

    rapportage: de schriftelijke weergave van het gevoelen van de raad omtrent het functioneren van de burgemeester;

  • f.

    commissiegriffier: de raadsgriffier in de hoedanigheid van secretaris van de commissie, bedoeld in onderdeel a.

Artikel 2 Aankondiging herbenoeming

  • 1. Uiterlijk acht maanden voor het einde van de ambtstermijn van de burgemeester stelt de commissaris de raad er schriftelijk van in kennis dat de herbenoeming aan de orde is. Voordat de commissaris de raad op de hoogte stelt, heeft hij ter zake een gesprek met de burgemeester.

  • 2. De commissaris ziet ingevolge zijn ambtsinstructie toe op een ordelijk verloop van de procedure tot herbenoeming en informeert daartoe de raad over het juridische kader.

Artikel 3 Instelling en taak commissie

  • 1. Ingesteld wordt een commissie voor de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester in het ambt van burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht.

  • 2. De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot herbenoeming door de raad voor te bereiden.

Artikel 4 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit de volgende leden: uit iedere fractie één vertegenwoordiger, zijnde de fractievoorzitter.

  • 2. Het secretariaat en de ambtelijke ondersteuning van de commissie worden opgedragen aan de commissiegriffier.

  • 3. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. Er worden noch plaatsvervangende leden noch een plaatsvervangende commissiegriffier aangewezen.

Artikel 5 Beslotenheid vergadering

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2. De commissie legt in elke vergadering met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 3. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in tweede lid wordt voldaan.

  • 4. De commissie noch de raad kunnen de geheimhouding, waartoe het tweede lid verplicht, niet opheffen.

  • 5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 6 Vergaderfrequentie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste de helft van de commissie dit noodzakelijk acht.

  • 2. Van elke vergadering wordt door de voorzitter ten minste vier dagen tevoren aankondiging gedaan aan de leden van de commissie, behoudens in situaties waarin sprake is van spoedberaad.

  • 3. De commissie vergadert niet, indien niet tenminste de helft commissie aanwezig is, met dien verstande dat de commissiegriffier hier niet als lid van de commissie wordt aangemerkt.

Artikel 7 Bevindingen van de commissie

  • 1. De commissie vormt zich een oordeel over het functioneren van de burgemeester, met dien verstande dat de profielschets in beginsel daarvoor het toetsingskader vormt. Door ontwikkelingen binnen de gemeente kan het verwachtingspatroon ten aanzien van de specifieke rol van de burgemeester wijzigen. Voor een goede beoordeling is het zaak de gewijzigde eisen duidelijk te formuleren en kenbaar te maken aan de burgemeester. Naast de profielschets kunnen deze geëxpliciteerde gewijzigde eisen vervolgens het kader vormen om het functioneren van de burgemeester te toetsen.

  • 2. Het verslag van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld. In het verslag kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt de commissiegriffier niet als lid van de commissie aangemerkt.

Artikel 8 Overleg tussen de commissie en de burgemeester

  • 1. De commissie bespreekt de rapportage met de burgemeester voordat de rapportage aan de raad wordt gezonden.

  • 2. Indien ter zake van zijn functioneren in het gesprek, bedoeld in het eerste lid, afspraken met de burgemeester worden gemaakt, worden deze in de rapportage aan de raad vermeld.

  • 3. Indien daarvoor aanleiding is, wordt in de rapportage tevens melding gemaakt van gesprekken die de raad in een eerder stadium met de burgemeester over diens functioneren heeft gevoerd, alsmede over eventuele afspraken die daarbij zijn gemaakt.

Artikel 9 Aanbeveling

  • 1. De raad bespreekt de rapportage van de commissie met de burgemeester. Indien de raad dat nodig oordeelt, overlegt de raad vooraf ter zake met de commissaris.

  • 2. Voordat de raad een aanbeveling inzake de herbenoeming van de burgemeester opstelt, overlegt de raad met de commissaris over het functioneren van de burgemeester.

  • 3. Het overleg met de commissaris vindt plaats met gesloten deuren. Van de beraadslagingen wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 4. De raad zendt een aanbeveling tenminste vier maanden voor de eerste dag van de maand waarin de herbenoeming dient in te gaan, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en oninkrijksrelaties, door tussenkomst van de commissaris. De raad verstrekt bij zijn anbeveling de rapportage van de commissie, de rapportage van de beraadslagingen van de aadsvergadering waarin de aanbeveling is vastgesteld, alsmede overige voor de beoordeling van e aanbeveling relevante informatie. De raad verstrekt de burgemeester afschriften van voornoemde stukken.

  • 5. De aanbeveling van de raad is openbaar. Ten aanzien van de stukken die door de commissie aan de raad worden gezonden, de beraadslagingen daarover in de raad en van de stukken die door de raad aan de minister worden gezonden, geldt een geheimhoudingsplicht.

  • 6. Na ontvangst van de aanbeveling zendt de commissaris deze zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen één maand door naar de minister vergezeld van zijn advies daarover. Tevens rapporteert de commissaris over zijn bevindingen met betrekking tot de inhoud en het verloop van de procedure. Daarbij gaat hij in op zijn overleg met de raad en op het gesprek dat hij met de burgemeester heeft gehad, indien de aanbeveling daartoe aanleiding geeft.

Artikel 10 Voorzitter

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt naar buiten op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken, die bestemd zijn voor de commissie, worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de commissiegriffier en aldaar bewaard.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend en vanaf het privé-adres van de commissiegriffier verzonden.

Artikel 11 Ontbinding vertrouwenscommissie

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop aan de raad is bekendgemaakt, dat de burgemeester is herbenoemd.

  • 2. De voorzitter en de commissiegriffier van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van het college onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de navolgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdelen a. en c. van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris van de Koningin of van kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Overige bepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester van 3 december 2001 wordt ingetrokken.

  • 3.

    De verordening wordt aangehaald als: Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht in zijn openbare vergadering van 6 februari 2006.
De griffier, De voorzitter,
B.Poiesz. H.H. Jonker.

Toelichting op de Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester

In deze verordening wordt de procedure geregeld met betrekking tot het aanbevelingsrecht van de raad in verband met de herbenoeming van de burgemeester. Er zijn specifieke bepalingen opgenomen ten aanzien van de taken en bevoegdheden van de vertrouwenscommissie. In het kader van de Wet dualisering gemeentebesturen wordt het secretariaat en de ambtelijke ondersteuning opgedragen aan de commissiegriffier. Gelet op deze wet is het gewenst de positie van de secretaris van een raadscommissie ten opzichte van de ‘reguliere’ ambtelijke organisatie en de griffie goed wordt geregeld. Om aan te geven dat de secretaris van een raadscommissie onder de griffier is ervoor gekozen om de commissiesecretaris vanaf nu commissiegriffier te noemen, naar analogie van de raadsgriffier. Opgemerkt zij dat de Circulaire procedureregels benoeming burgemeester tevens in acht dient te worden genomen bij de toepassing van de verordening.