Regeling vervallen per 01-01-2017

VERORDENING OP DEHEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2016

Geldend van 02-08-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, nr. 1492187;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN HENDRIK-IDO-AMBACHT 2016

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen ‘Waalhof’ en ‘Achterambacht’;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • het doen verstrooien van as;

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en

voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de

begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    het lichten van een lijk, een asbus of een beenderenkistje op rechterlijk gezag;

  • 2.

    het begraven of cremeren van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de

    overleden moeder in één kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze

    verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel

    genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel rechten zijn opgenomen

    die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3. van de tarieventabel is

    gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, zoals bedoeld in onderdeel 4.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. Andere rechten, dan bedoeld in onderdeel 4.2 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2. en 4.3. van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2. van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoelt in hoofdstuk 4.2. van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als bedoeld in hoofdstuk 4.2. en 4.3. van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Hendrik-Ido-Ambacht 2015' van 1 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingrechten Hendrik-Ido-Ambacht 2015’

Aldus besloten door de raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht in zijn openbare vergadering van 7 december 2015.

De griffier, De voorzitter,

G.H. Logt J. Heijkoop