Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Hendrik-Ido-Ambacht 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Hendrik-Ido-Ambacht 2020

De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2019, nr.2367509;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Hendrik-Ido-Ambacht 2020

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen ‘Waalhof’ en ‘Achterambacht’;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken, het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, het doen verstrooien van as;

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, het doen verstrooien van as;

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • l.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • m.

    particuliere verstrooiingsplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;

  • n.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    het lichten van een lijk, een asbus of een beenderenkistje op rechterlijk gezag;

  • 2.

    het begraven of cremeren van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1.

    Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3. van de tarieventabel is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, zoals bedoeld in onderdeel 4.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    Andere rechten, dan bedoeld in onderdeel 4.2 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2. en 4.3. van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2. van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoelt in hoofdstuk 4.2. van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als bedoeld in hoofdstuk 4.2. en 4.3. van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Hendrik-Ido-Ambacht 2019' van 3 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingrechten Hendrik Ido Ambacht 2020’

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht in zijn openbare vergadering van 2 december 2019.

De griffier, De voorzitter,

G.H. Logt J. Heijkoop

Tarieventabel aangaande de begraafplaatsen in Hendrik-Ido-Ambacht 2020

Hoofdstuk 1Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 1.179,00

1.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf wordt geheven voor een periode van 30 jaar

€ 1.770,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 828,00

1.2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf wordt geheven voor een periode van 30 jaar

€ 1.236,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf, urnenplaats of gedenkplaats en het recht op een urnennis wordt geheven voor een periode van 20 jaar

€ 589,00

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een extra stoffelijke overschot, indien technisch mogelijk, in een particulier graf wordt een toeslag geheven van

€ 589,00

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht voor een extra asbus, indien technisch mogelijk, in een particulier urnengraf, urnenplaats wordt geheven een toeslag van

€ 294,00

1.6

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 wordt geheven voor een periode van:

5 jaar

€ 294,00

10 jaar

€ 589,00

15 jaar

€ 885,00

20 jaar

€ 1.179,00

1.7

Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2 wordt geheven voor een periode van:

5 jaar

€ 204,00

10 jaar

€ 410,00

15 jaar

€ 616,00

20 jaar

€ 822,00

1.8

Voor het verlengen van het (uitsluitend) recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het (uitsluitend) recht

€ 294,00

1.9

Voor het verlenen van een begraafplaatsrecht op een algemeen graf wordt eenmalig geheven voor een periode van 15 jaar

€ 380,00

1.10

Voor het verlenen van een begraafplaatsrecht op een algemeen kindergraf wordt eenmalig geheven voor een periode van 25 jaar

€ 444,00

Hoofdstuk 2Begraven

2.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 564,00

2.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden één jaar wordt geheven

€ 139,00

2.3

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

€ 283,00

2.4

Voor het begraven in één graf van levenloos geboren kinderen van meervoudige geboorten en van stoffelijke overschotten van kinderen van meervoudige geboorten die kort na de geboorte zijn overleden, wordt geheven

€ 139,00

2.5

Voor het begraven van het stoffelijk overschot van kinderen, kort na de geboorte overleden, die in één graf met het stoffelijk overschot van hun moeder worden begraven, wordt geen tarief, bedoeld in 2.2 geheven

2.6

Bij het begraven in een particulier graf, waarvan de lopende uitgiftetermijn kleiner is dan de wettelijk voorgeschreven grafrust, wordt het recht, zoals bedoeld in onderdeel 1.1, per ontbrekend jaar verhoogd met

€ 59,00

2.7

Voor het begraven op de zaterdag binnen op grond van artikel 10, lid 1, de uren en/of op grond van artikel 10, lid 2, van de verordening op het beheer van de begraafplaatsen Hendrik-Ido-Ambacht, wordt geheven

€ 242,00

Hoofdstuk 3Begraven van foetussen

3.1

Voor het begraven van een foetus (een na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken ter wereld gekomen menselijk vrucht) met een grafrusttermijn van vijf jaar (inclusief het laten aanbrengen van een naambordje op de daarvoor bestemde zuil nabij het foetusveld) wordt geheven

€ 260,00

Hoofdstuk 4Grafbedekking en onderhoud

4.1

Voor het afgeven van een vergunning terzake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 19 van de vigerende verordening op de heffing en invordering van rechten en op het beheer van de begraafplaatsen Hendrik-Ido-Ambacht 2015, wordt geheven voor het plaatsen van gedenktekenen, het afdekken van een urnennis of het aanbrengen van een gedenkplaatje, per gedenkteken, afdekplaatje of gedenkplaatje

€ 35,40

4.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats met de grafruimten en de eventueel daarop geplaatste voorwerpen wordt geheven per grafruimte:

4.2.1

Voor een particulier graf, per jaar

€ 97,00

4.2.2

Voor een particulier kindergraf, per jaar

€ 49,10

4.2.3

Voor een particulier urnengraf, een particulier urnenplaats of een particulier gedenkplaats, per jaar

€ 49,10

4.2.4

Voor een urnennis, per jaar

€ 44,40

4.3

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2.1 tot en met 4.2.4 kunnen worden vooruitbetaald. De termijn is afhankelijk van de nog resterende jaren dat men het uitsluitend recht heeft op de grafruimte.

4.4

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2.1 tot en met 4.2.4 kunnen ook jaarlijks betaald worden. Voor het jaarlijkse ontvangen van een factuur voor het onderhoud wordt aan administratiekosten geheven per jaar

€ 7,00

4.5

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats met de grafruimten en de eventueel daarop geplaatste voorwerpen wordt geheven per grafruimte:

4.5.1

Voor een algemeen graf, eenmalig

€ 749,00

4.5.2

Voor een algemeen kindergraf, eenmalig

€ 624,00

Hoofdstuk 5Stichten van een grafkelder

5.1

Voor het stichten van een grafkelder in een particulier graf (inclusief aanschaf betonconstructie, leveren en plaatsen de betonconstructie, en het open en sluiten van het graf) wordt geheven

€ 3136,00

Hoofdstuk 6Plaatsen of bijzetten van asbussen en urnen

6.1

Voor het plaatsen of bijzetten van een asbus of urn in een particulier graf, een algemeen graf of een particulier urnengraf wordt geheven

€ 283,00

6.2

Voor het plaatsen of bijzetten van een asbus of urn in een urnennis of een urnenplaats wordt geheven

€ 140,00

Hoofdstuk 7Een gedenkplaatje of een gedenkzuil

7.1

Voor het aankopen van een gedenkplaatje met ten hoogste 40 lettertekens wordt geheven

€ 181,00

7.1.1

Indien het aantal lettertekens van 40 wordt overschreden wordt het tarief als bedoeld in artikel 7.1 verhoogd met € 1,00 per extra letter

7.2

Het tarief voor het aanbrengen van een gedenkplaatje op een gedenkzuil bedraagt

€ 27,20

Hoofdstuk 8Lijkschouwing

8.1

Voor het schouwen van een stoffelijk overschot wordt geheven:

Tijdens kantooruren (ma-vrij 08.00 – 17.00 uur)

€ 255,00

Buiten kantooruren

€ 485,00

Hoofdstuk 9Inschrijven en overboeken van particuliere graven, particuliere urnengraven, urnenplaatsen, urnennissen en gedenkplaatsen

9.1

Voor het inschrijven en overboeken van particulier graven, particuliere urnengraven, urnenplaatsen, urnennissen, gedenkplaatsen en algemene graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 25,80

Hoofdstuk 10Opgraven en/of herbegraven, verstrooien

10.1.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of de overblijfselen van een stoffelijk overschot wordt geheven

€ 637,00

10.1.2

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of de overblijfselen van een stoffelijk overschot uit een kindergraf wordt geheven

€ 318,00

10.2

Voor het na het opgraven weer begraven wordt een recht geheven als bedoeld in hoofdstuk 2

10.3

Voor het opgraven van een asbus of urn uit een particulier graf , een eigen urnengraf of een algemeen graf wordt geheven

€ 255,00

10.4

Bij het weer terugplaatsen van een asbus of urn wordt geheven:

10.4.1

In een particulier graf of een algemeen graf

€ 283,00

10.4.2

In een particulier urnengraf

€ 140,00

10.5

Voor het verstrooien van as wordt geheven per asbus:

10.5.1

In een particulier graf of een algemeen graf

€ 132,00

10.5.2

In een particulier urnengraf of urnenplaats

€ 66,70

10.5.3

Op een verstrooiingsplaats

€ 66,70

Hoofdstuk 11Uitvaartcentrum

11.1

Voor het gebruik van de aula voor de begrafenisplechtigheid wordt geheven

€ 272,00

11.1.1

Voor het gebruik van de aula voor condoleance, voorafgaand aan of na afloop van de begrafenis wordt geheven

€ 217,00

11.2

Voor het gebruik van de opbaarruimte wordt geheven per dag

€ 108,00

11.3

Voor het gebruik van de 24 uurskamer (inclusief sleutel) wordt geheven per dag

€ 163,00

Behorende bij raadsbesluit van zijn openbare vergadering van 2 december 2019,

De griffier van gemeente Hendrik-Ido-Ambacht,

G.H. Logt