Regeling vervallen per 01-08-2017

Verordening Maatschappelijke Participatie

Geldend van 01-08-2015 t/m 31-07-2017

Intitulé

Verordening Maatschappelijke Participatie

De raad van de gemeente Hengelo,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 mei 2015;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de hierna volgende

Verordening maatschappelijke participatie.

Verordening maatschappelijke participatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

    • b.

      De wet: Participatiewet;

    • c.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • d.

      WSF 2000: Wet Studiefinanciering;

    • e.

      Inkomensgrenzen: worden op 1 januari en 1 juli van elk jaar vastgesteld op 120% van 100% wettelijk minimum loon (WML) voor een echtpaar en op 70% WML voor een alleenstaande ouder en een alleenstaande;

    • f.

      Kind: ten laste komend kind

    • g.

      Schoolgaande kinderen: kinderen van 4 tot en met 17 jaar die voltijd dagonderwijs volgen;

    • h.

      Subsidiejaar: tijdvak van een jaar lopend van 1 augustus tot 1 augustus van het jaar daarop volgend.

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening staan en die niet nader omschreven zijn hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Rechthebbenden

  • 1. Recht op een voorziening krachtens deze verordening heeft de inwoner van Hengelo, die 18 jaar en ouder is en die een inkomen heeft, dat gelijk is aan of minder dan de voor hem geldende inkomensgrens.

  • 2. Indien het inkomen hoger is dan de geldende inkomensgrens, wordt het meerdere op jaarbasis op de voorziening(en) in mindering gebracht.

  • 3. Niet voor voorzieningen komt in aanmerking degene, die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000, of daarmee vergelijkbaar onderwijs volgt.

Hoofdstuk 2. Kindpakket

Artikel 3 Kindpakket voor basisonderwijs

  • 1. Een kindpakket voor kinderen die basisonderwijs volgen bestaat uit een aantal voorzieningen die in hoofdstuk 3 wordt genoemd. Het bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

    • a.

      schoolfonds;

    • b.

      sport- en cultuurfonds;

    • c.

      computer;

    • d.

      zwemlessen.

  • 2. Als er ten behoeve van een kind een aanvraag wordt ingediend voor een van de bovengenoemde voorzieningen, dan wordt deze aanvraag behandeld als een aanvraag voor het kindpakket.

Artikel 4 Kindpakket voor voortgezet onderwijs

  • 1. Een kindpakket voor kinderen die voortgezet onderwijs volgen bestaat uit een aantal voorzieningen die in hoofdstuk 3 wordt genoemd. Het bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

    • a.

      schoolfonds;

    • b.

      sport- en cultuurfonds;

    • c.

      computer;

    • d.

      fietsvergoeding.

  • 2. Als er ten behoeve van een kind een aanvraag wordt ingediend voor een van de bovengenoemde voorzieningen, dan wordt deze aanvraag behandeld als een aanvraag voor het kindpakket.

Hoofdstuk 3. Voorzieningen

Artikel 5 Sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten (Sport- en cultuurfonds)

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten van deelname aan sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten.

  • 2. De bijdrage bedraagt maximaal € 110,00 per persoon per subsidiejaar voor alle tot het gezin behorende personen.

  • 3. Een bijdrage voor sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten wordt niet toegekend als er in hetzelfde subsidiejaar al een bijdrage van het Jeugdsportfonds voor hetzelfde kind is toegekend.

  • 4. Een bijdrage voor sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten wordt niet toegekend als er in hetzelfde subsidiejaar al een bijdrage voor zwemlessen voor hetzelfde kind is toegekend.

  • 5. De bijdrage ten behoeve van kinderen tot en met 17 jaar wordt rechtstreeks uitbetaald aan de vereniging of instelling.

Artikel 6 Fiets

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten van een fiets ten behoeve van een kind dat voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaat.

  • 2. De bijdrage bedraagt maximaal € 100,00 per kind.

Artikel 7 Studiekosten (Schoolfonds)

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan rechthebbende een bijdrage verstrekken voor een tegemoetkoming in de studiekosten voor schoolgaande kinderen.

  • 2. De hoogte van deze bijdrage is voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van

    • a.

      4 tot en met 11 jaar : € 110,00 per kind per subsidiejaar

    • b.

      12 tot en met 17 jaar: € 200,00 per kind per subsidiejaar

  • 3. Bepalend voor de vaststelling van de leeftijd, is de leeftijd die een kind bereikt in de loop van het subsidiejaar. Voor de kinderen die in de loop van het subsidiejaar 18 worden, is de datum van de aanvraag bepalend.

Artikel 8 Zwemlessen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan rechthebbende een bijdrage verstrekken voor de kosten van zwemlessen van een kind tot en met 12 jaar dat niet over een zwemdiploma A, B of C beschikt.

  • 2. De bijdrage bedraagt maximaal € 230,00 per subsidiejaar.

  • 3. De bijdrage wordt rechtstreeks uitbetaald aan het zwembad.

Artikel 9 Bibliotheek

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan een rechthebbende per kalenderjaar een vergoeding verstrekken voor de kosten van een abonnement van de bibliotheek te Hengelo.

  • 2. De vergoeding wordt rechtstreeks uitbetaald aan de bibliotheek.

Artikel 10 Voorstellingen culturele podia te Hengelo van door gemeente gesubsidieerde instellingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen per subsidiejaar een bijdrage verstrekken in de kosten van voorstellingen van culturele instellingen te Hengelo, die subsidie ontvangen van de gemeente.

  • 2. De bijdrage bedraagt 50% van de kosten van maximaal 5 voorstellingen per persoon per kalenderjaar voor alle tot het gezin behorende personen.

  • 3. De bijdrage wordt rechtstreeks uitbetaald aan de instelling.

Artikel 11 Vakantie(activiteit)

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen per subsidiejaar een bijdrage verstrekken in de kosten van een vakantie of vakantieactiviteit in Nederland.

  • 2. De bijdrage bedraagt maximaal € 25,00 voor een eendaagse activiteit of € 50,00 voor een meerdaagse activiteit per persoon per kalenderjaar voor alle tot het gezin behorende personen.

Artikel 12 Computer

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan rechthebbenden een computer verstrekken ten behoeve van hun schoolgaande kinderen.

  • 2. Er wordt maximaal één computer per vijf jaar per gezin verstrekt.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Beleid

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 15 Indexering

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de hoogte van de bijdrage opnieuw vaststellen.

Artikel 16 Onvoorziene situaties

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Maatschappelijke Participatie.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Maatschappelijke Participatie 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juli 2015,

De griffier, De voorzitter,

Toelichting op de Verordening maatschappelijke participatie

Algemeen

Deze verordening regelt diverse voorzieningen welke de gemeente Hengelo kent voor mensen met een laag inkomen en hun ten laste komende kinderen.

Alle voorzieningen worden per subsidiejaar toegekend, met uitzondering van het abonnement van de bibliotheek, welke per kalenderjaar loopt.

Deze nieuwe verordening vervangt de verordening maatschappelijke participatie 2015.

De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd:

De inkomensgrenzen zijn conform de Participatiewet gewijzigd naar 120% van de van toepassing zijnde norm voor een gezin of een alleenstaande. Dit betekent voor de alleenstaande ouder dat we uitgaan van de norm alleenstaande en niet meer van 90% van het wettelijk minimumloon. Verder houden we, conform bestaand beleid, geen rekening met de kostendelersnorm.

Het begrip ‘kind’ is opgenomen in artikel 1. Het begrip ‘gezin’ staat in de Participatiewet.

KINDPAKKET

De raad stelt voor twee soorten kind pakketten uit te voeren. Eén specifiek voor het basisonderwijs en één specifiek voor het voortgezet onderwijs.

Kindpakket basisonderwijs bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

  • 1.

    schoolfonds

  • 2.

    sport- en cultuurfonds

  • 3.

    computer

  • 4.

    zwemlessen.

Kindpakket vervolgonderwijs bestaat in ieder geval uit de volgende onderdelen:

  • 1.

    schoolfonds

  • 2.

    sport- en cultuurfonds

  • 3.

    computer

  • 4.

    fietsvergoeding.

Het kindpakket is vormgegeven aan de hand van bestaande voorzieningen.

Nieuw is de fiets voor kinderen in het voortgezet onderwijs. De andere voorzieningen die zijn opgenomen in het kindpakket zijn reeds bestaande voorzieningen. Wel is de vergoeding voor zwemlessen verhoogd, conform eerdere besluitvorming, zodat de hoogte van de vergoeding beter aansluit bij de werkelijke kosten van zwemlessen. Hiermee wordt voorkomen dat kinderen geen zwemles volgen, omdat er teveel kosten voor eigen rekening van het gezin blijven.

Nieuw is ook de aanvraagprocedure.

Voor de uitvoering is gekozen voor een ‘slimme aanvraag’ procedure. Als iemand ten behoeve van zijn kind een aanvraag doet voor een enkele voorziening, dan behandelen we deze aanvraag als ware het een aanvraag voor het kindpakket. Hiermee wordt bevorderd dat kinderen krijgen waar ze recht op hebben. Alle voorzieningen voor kinderen worden zoveel mogelijk rechtstreeks aan de vereniging, club of het zwembad uitbetaald, of in natura uitgekeerd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Met de bijstandsnorm wordt altijd bedoeld de geldende norm. Voor een alleenstaande is dat 70% en voor een echtpaar 100% van het netto wettelijk minimumloon. Vanaf 1 januari 2015 is de norm voor een alleenstaande ouder afgeschaft.

Er is reeds jaren geleden gekozen voor een eenvoudige uitvoering door geen rekening te houden met het kunnen delen van kosten. Om voortaan ook op efficiënte en laagdrempelige wijze te kunnen beslissen op aanvragen, wordt deze eenvoudige uitvoering voortgezet door voor kostendelers ook de alleenstaande norm te hanteren.

Artikel 2. Rechthebbenden

Mensen met een inkomen tot en met 120% van de norm voor een echtpaar of alleenstaande kunnen in aanmerking komen voor een voorziening. Mensen, die met hun inkomen net boven deze grens zitten, kunnen wel de regelingen aanvragen. Bij de vaststelling van de hoogte van de bijdrage wordt rekening gehouden met het inkomen boven de 120%. Het meerdere wordt dan in mindering gebracht op de bijdrage.

Studenten vallen niet onder het begrip rechthebbende.

Artikel 3 en 4:

zie toelichting hierboven bij kindpakket.

Artikel 5. Sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten. Deze activiteiten moeten in georganiseerd verband plaats vinden. Nb Een sportschool valt niet onder deze definitie, omdat er individueel gesport wordt. Daarnaast dient de rechthebbende of het kind lid of contribuant te zijn van een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting.

Deze laatste voorwaarde geldt niet voor educatieve en maatschappelijke activiteiten. Onder kosten voor educatieve en maatschappelijke activiteiten wordt o.a. verstaan:

  • ·

    Kosten voor georganiseerde activiteiten bij wijkcentra en speeltuinen in Hengelo;

  • ·

    Contributie van (een vereniging van) speeltuinen, de speel-o-theek;

  • ·

    Contributie van bijvoorbeeld een vakbond of ouderenbond;

  • ·

    Kosten taalcursus of eigen bijdrage bij activiteiten rond laaggeletterdheid.

De rechthebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Per persoon verstekken burgemeester en wethouders maximaal € 110,00 per subsidiejaar. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden, zolang het totaal maximumbedrag niet wordt overschreden. Om de participatie van kinderen zoveel mogelijk te stimuleren, wordt de bijdrage voor hun activiteiten rechtstreeks overgemaakt aan de vereniging of instelling. Hiermee wordt voorkomen dat ouders alsnog besluiten het geld voor andere noodzakelijke kosten te gebruiken en tevens hoeven ouders het bedrag voor de contributie dan niet eerst voor te schieten. Het gaat er om dat het kind kan deelnemen.

Uiteraard is het zo dat als de ouders kunnen aantonen dat ze de rekening zelf al betaald hebben, het bedrag naar hun eigen rekening wordt overgemaakt.

Artikel 6. Fiets

Uit de vele gesprekken met de doelgroep en het maatschappelijk middenveld, alsmede uit de politieke markt is gebleken dat de fiets een noodzakelijk onderdeel van een kindpakket is. Er is besloten om eenmalig een extra bedrag van € 100,00 toe te voegen aan het budget voor schoolgaande kinderen, waarmee ouders naar eigen keuze een fiets kunnen aanschaffen. Voor kinderen die het voortgezet onderwijs gaan bezoeken, krijgen voortaan € 200,00 per jaar aan schoolkosten vergoed. Samen met de fietsvergoeding kan er in ieder geval € 300,00 besteed worden aan schoolbenodigdheden, waaronder een fiets.

Artikel 7. Studiekosten

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage voor een tegemoetkoming in de studiekosten van hun kinderen verstrekken. Het volgen van onderwijs gaat gepaard met extra kosten. Hierbij moet gedacht worden aan de kosten van excursies, verplichte sportkleding, ouderbijdrage en schoolfonds.

Het onderdeel studiekosten is speciaal gericht op het vergroten van de participatie van kinderen en jongeren. Ouders met schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar kunnen een bijdrage voor schoolkosten krijgen. Deze bijdrage is gedifferentieerd op grond van de onderwijsvorm. Voor controledoeleinden wordt in principe met leeftijdsgrenzen gewerkt.

Ouders kunnen voor kinderen van 4 tot en met 11 jaar een bedrag van € 110,00 per jaar per kind ontvangen voor schoolkosten. Voor kinderen van 12 tot en met 17 jaar kan men voor de schoolkosten € 200,00 per jaar per kind ontvangen.

Ouders hoeven niet aan te tonen dat ze daadwerkelijk deze kosten hebben gemaakt. Uitgangspunt is dat ouders voor hun kinderen die naar school gaan extra kosten hebben.

Voor de vaststelling van de leeftijd van een kind gaan we uit van de leeftijd die het kind in het subsidiejaar bereikt. Voor een kind dat aan het begin van het subsidiejaar (1 augustus) nog 11 jaar is, maar voor het einde van het subsidiejaar (1 augustus van het jaar daarop volgend) 12 jaar wordt, wordt voor het gehele subsidiejaar aangemerkt als 12 jaar. Voor jongeren die in de loop van het schooljaar de leeftijd van 18 jaar bereiken, is de datum van de aanvraag bepalend of er (nog) recht is. De ouders ontvangen dan een bedrag van € 200,00 voor het kind.

Artikel 8. Zwemlessen

Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstekken in de kosten van zwemlessen in Hengelo tot een hoogte van maximaal € 230,00 per jaar. Zij verstrekken de bijdrage indien de ten laste komende kinderen tot en met 12 jaar van de rechthebbende niet beschikken over de zwemdiploma's A, B of C (het ZwemABC). Burgemeester en wethouders verstrekken de bijdrage als de rechthebbende heeft aangetoond dat hij de kosten daadwerkelijk maakt of heeft gemaakt. De bijdrage wordt rechtstreeks overgemaakt aan het zwembad.

Artikel 9. Abonnementskosten bibliotheek

Met het abonnement kan de rechthebbende alle materialen (boeken, muziek-cd's, cd-rom's, dvd's en videobanden) bij de bibliotheek Hengelo onbeperkt lenen. Kinderen tot 18 jaar betalen geen contributie. Volwassenen kunnen via deze voorziening ook een gratis abonnement ontvangen.

Artikel 10. Voorstellingen culturele podia

Elk gezinslid kan in aanmerking komen voor een vergoeding van de helft van de kosten van maximaal 5 voorstellingen van een cultureel podium in Hengelo. Vooralsnog zijn als podia aangewezen het Rabotheater en Metropool. Het is alleen mogelijk om óf vijf voorstellingen bij te wonen in het Rabotheater óf vijf voorstellingen in Metropool.

De bijdrage in de kosten van deze voorstellingen wordt direct aan de kassa verrekend en door de gemeente rechtstreeks aan Rabotheater of Metropool betaald.

Artikel 11. Vakantie(activiteit)

Elk gezinslid kan in aanmerking komen voor een bijdrage van € 50,00 per jaar voor de kosten van een meerdaagse vakantie of € 25,00 voor een eendaagse vakantieactiviteit in Nederland (in individuele gevallen kan hiervan worden afgeweken door bijvoorbeeld een bezoek aan een dierentuin vlak over de grens toch voor vergoeding in aanmerking te laten komen). Onder een vakantieactiviteit kan worden verstaan een bezoek aan een pretpark, een dagkaart van de NS gekoppeld aan een activiteit, etc.. Men moet aantonen, dat men de kosten heeft gemaakt of gaat maken.

Artikel 12. Computer

Burgemeester en wethouders kunnen aan rechthebbenden ten behoeve van hun schoolgaande kinderen van 4 tot en met 17 jaar een computer verstrekken.

Deze voorziening geldt alleen bij rechthebbenden die niet beschikken over een goed werkende computer. Onder een niet goed werkende computer wordt ook verstaan de computer waarbij het besturingssysteem dermate verouderd is, dat de benodigde moderne programma’s niet kunnen draaien.

Artikel 14. beleid

Er volgen beleidsregels over het vaststellen van het inkomen van marginale zelfstandigen.

Artikelen 13 en 15 t/m 18

Behoeven geen toelichting.