Regeling vervallen per 01-08-2021

Verordening Maatschappelijke Participatie 2019

Geldend van 01-08-2019 t/m 31-07-2021

Intitulé

Verordening Maatschappelijke Participatie 2019

De raad van de gemeente Hengelo,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 juni 2019;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de hierna volgende

Verordening Maatschappelijke Participatie 2019

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    de wet: Participatiewet;

  • c.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • d.

    WSF 2000: Wet Studiefinanciering;

  • e.

    inkomensgrenzen: 120% van de normen bedoeld in de artikelen 21 en 22 van de Participatiewet;

  • f.

    kind: ten laste komend kind;

  • g.

    schoolgaande kinderen: kinderen van 4 tot en met 17 jaar die voltijd dagonderwijs volgen;

  • h.

    subsidiejaar: tijdvak van een jaar lopend van 1 augustus tot 1 augustus van het jaar daarop volgend;

  • i.

    kalenderjaar: tijdvak van een jaar lopend van 1 januari tot en met 31 december;

  • j.

    voorziening: bijdrage in de kosten, bijdrage in de kosten van een activiteit, voucher voor de aanschaf in natura of betaling aan de aanbieders op basis van declaratie.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening staan en die niet nader omschreven zijn hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Rechthebbenden

  • 1.

    Recht op een volledige voorziening krachtens deze verordening heeft de inwoner van Hengelo, die 18 jaar of ouder is en die een inkomen heeft, dat gelijk is aan of minder is dan de voor hem geldende inkomensgrens.

  • 2.

    Indien het inkomen hoger is dan de geldende inkomensgrens kan recht bestaan op een gedeeltelijke voorziening. Het deel van het inkomen dat hoger is dan de inkomensgrens wordt op jaarbasis op de voorziening(en) in mindering gebracht.

  • 3.

    Degene die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000 of daarmee vergelijkbaar onderwijs volgt, kan niet zelf voor een voorziening in aanmerking komen. Zij kunnen wel voor voorzieningen ten behoeve van hun ten laste komende kinderen in aanmerking komen als zij wel aan de overige voorwaarden voldoen.

  • 4.

    Ten laste komende kinderen van ouders die een vrijwillig of wettelijk schuldentraject volgen, kunnen ongeacht de hoogte van het inkomen voor een kindpakket in aanmerking komen.

Artikel 3 Aanvragen

  • 1.

    Het aanvragen van de voorzieningen vindt plaats middels een door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    De voorzieningen die in een subsidiejaar of kalenderjaar worden verstrekt, kunnen uitsluitend in het betreffende subsidiejaar of kalenderjaar worden aangevraagd. Het is niet mogelijk met terugwerkende kracht, over het voorafgaande subsidiejaar/jaren of kalenderjaar/jaren, voor voorzieningen in aanmerking te komen.

Hoofdstuk 2. Kindpakket

Artikel 4 Kindpakket

  • 1.

    Het kindpakket bestaat uit een aantal voorzieningen dat in hoofdstuk 3 wordt genoemd. Het kan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • i.

    bijdrage voor educatieve of maatschappelijke activiteiten;

  • ii.

    fiets;

  • iii.

    schoolkosten;

  • iv.

    zwemlessen;

  • v.

    computer;

  • vi.

    kledingvoucher;

  • vii.

    identiteitskaart;

  • viii.

    speel-o-theek.

  • 2.

    Als er ten behoeve van een kind een aanvraag wordt ingediend voor een van de bovengenoemde voorzieningen, dan wordt deze aanvraag behandeld als een aanvraag voor het kindpakket.

  • 3.

    De bijdrage ten behoeve van kinderen tot en met 17 jaar wordt rechtstreeks uitbetaald aan de vereniging of instelling.

  • 4.

    Een bijdrage van het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor sportieve en culturele activiteiten is voor kinderen tot en met 17 jaar een voorliggende voorziening.

Hoofdstuk 3. Voorzieningen

Artikel 5 Sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten van deelname aan sportieve, culturele, educatieve en maatschappelijke activiteiten.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt per subsidiejaar maximaal € 110 per persoon van 18 jaar of ouder.

  • 3.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 225,00 per kind tot en met 17 jaar per subsidiejaar voor de tot het gezin behorende kinderen.

Artikel 6 Fiets

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen maximaal drie keer, met tussenpozen van tenminste twee jaar, een fiets verstrekken ten behoeve van kinderen vanaf 8 jaar tot en met 17 jaar.

  • 2.

    De fietsen worden bij voorkeur in natura verstrekt.

Artikel 7 Schoolkosten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken voor een tegemoetkoming in de schoolkosten voor schoolgaande kinderen.

  • 2.

    De hoogte van deze bijdrage is voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van

  • a.

    4 tot en met 11 jaar : € 150,00 per kind per subsidiejaar;

  • b.

    12 tot en met 17 jaar: € 240,00 per kind per subsidiejaar.

  • 3.

    De leeftijd die het kind in het subsidiejaar bereikt is bepalend. Uitgezonderd het kind dat in de loop van het subsidiejaar 18 jaar wordt. Daarvoor is de leeftijd op 1 augustus aan het begin van het subsidiejaar bepalend.

Artikel 8 Zwemlessen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken voor de kosten van zwemlessen van een kind tot en met 17 jaar dat niet over een KNZB zwemdiploma beschikt.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 290 per subsidiejaar en kan maximaal twee maal per kind worden verstrekt.

  • 3.

    De bijdrage geldt voor zwemlessen in het Twentebad en bij zwemschool Riva, beiden in de gemeente Hengelo gevestigd.

  • 4.

    De bijdrage wordt rechtstreeks uitbetaald aan het Twentebad of zwemschool Riva.

Artikel 9 Bibliotheek

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen per kalenderjaar een vergoeding verstrekken voor de kosten van een abonnement van de bibliotheek te Hengelo.

  • 2.

    De vergoeding wordt rechtstreeks uitbetaald aan de bibliotheek.

Artikel 10 Voorstellingen van door de gemeente gesubsidieerde culturele instellingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen per subsidiejaar een bijdrage verstrekken in de kosten van voorstellingen van culturele instellingen te Hengelo, die subsidie ontvangen van de gemeente.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt 50% van de kosten van maximaal 5 voorstellingen per persoon per kalenderjaar voor alle tot het gezin behorende personen.

  • 3.

    De bijdrage wordt rechtstreeks uitbetaald aan de instelling.

Artikel 11 Vakantie(activiteit)

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten van een vakantie of vakantieactiviteit in Nederland.

  • 2.

    De bijdrage bedraagt maximaal € 25,00 voor een eendaagse activiteit of maximaal € 50,00 voor een meerdaagse activiteit per persoon per kalenderjaar, voor alle tot het gezin behorende personen.

Artikel 12 Computer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan rechthebbenden een computer in natura verstrekken ten behoeve van hun schoolgaande kinderen indien er geen computer of een computer van vijf jaar of ouder in het gezin aanwezig is.

  • 2.

    Er wordt maximaal één computer per vijf jaar per gezin verstrekt.

Artikel 13 Kledingvoucher

Burgemeester en wethouders kunnen eenmaal per subsidiejaar een voucher van € 100,00 verstrekken voor de kosten van kleding en schoenen van een kind tot en met 17 jaar.

Artikel 14 Identiteitskaart

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een identiteitskaart verstrekken aan een kind tot en met 17 jaar.

  • 2.

    De Identiteitskaart wordt per kind eenmaal per vijf jaar verstrekt.

Artikel 15 Speel-o-theek

Burgemeester en wethouders kunnen per kalenderjaar een abonnement verstrekken voor speel-o-theken in Hengelo.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 16 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 17 Beleid

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 18 Vaststellen

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de hoogte van de voorziening opnieuw vaststellen.

Artikel 19 Onvoorziene situaties

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Maatschappelijke Participatie 2019.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2019 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Maatschappelijke Participatie 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 juni 2019,

De griffier,

De voorzitter,