Regeling vervallen per 01-01-2025

Verordening Begraafrechten 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2024

Intitulé

Verordening Begraafrechten 2021

De raad van de gemeente Hengelo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2020;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2021 (Verordening begraafrechten 2021)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraaf- en gedenkplaatsen: de gemeentelijke begraaf- en gedenkplaatsen aan de Deurningerstraat en aan de Oldenzaalsestraat;

  • b.

    asbus: een bus voor de berging van as van een overledene;

  • c.

    urn: een voorwerp voor de berging van een of meer asbussen;

  • d.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon, of aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk, voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • f.

    urnenkelder: een kelder waarvoor aan een natuurlijk persoon, of aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk, voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon, of aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk, voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen plaatsen en geplaatst houden van asbussen zonder urnen;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een plaats bij de gemeente in beheer waarop as wordt verstrooid;

  • i.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • k.

    rechthebbende: degene aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, urnenkelder of urnennis.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraaf- en gedenkplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraaf- en gedenkplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 6.2, 6.2.1 en 6.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

  • 3.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 6.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak tien jaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 6.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd met ingang van het kalenderjaar volgende op dat waarin de belastingplicht is ontstaan.

  • 2.

    Afkoop van onderhoudsrechten als bedoeld in hoofdstuk 6.2 en 6.3 van de tarieventabel gaat in per de eerste dag van een kalenderjaar volgende op dat waarin de belastingplicht is ontstaan.

  • 3.

    Het onderhoudsrecht is gekoppeld aan de verlening van het recht op een graf of het doen bijzetten en bijgezet houden van urnen of asbussen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6.1 tot en met 6.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafrechten wordt, met uitzondering van de onderhoudsrechten, bedoeld in onderdeel 6.1 van de tarieventabel, geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening Begraafrechten 2020 van 5 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening begraafrechten 2021.

Ondertekening

Vastgesteld door de gemeenteraad van Hengelo

in de openbare vergadering van 4 november 2020,

de griffier,

de voorzitter,