Regeling vervallen per 04-12-2019

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN EN WETHOUDERS GEMEENTE HET HOGELAND 2019

Geldend van 19-01-2019 t/m 03-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN EN WETHOUDERS GEMEENTE HET HOGELAND 2019

De raad van de gemeente Het Hogeland;

gelezen het voorstel van de tijdelijke/beoogde raadsgriffier en de waarnemend burgemeester, voorgelegd door de Raadsklankbordgroep BMWE;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid van het Rechtspositiebesluit wethouders en de artikelen 7a, vierde lid en 13, tweede lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; artikel 33, derde lid van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de verordening rechtspositie raadsleden en wethouders gemeente Het Hogeland 2019.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- raadslid: lid van de gemeenteraad van de gemeente Het Hogeland;

- wethouder: de wethouder bedoeld in artikel 35 van de Gemeentewet;

- griffier: de griffier bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

- gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk Voorzieningen aan raadsleden

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet die worden gemaakt buiten de gemeentegrenzen ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur is:

  • a.

    voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

  • b.

    voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 3 Scholing

  • 1.

    Raadsleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met vervulling van de functie van raadslid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag wordt ingediend voorafgaand of tijdens het jaar waarop de aanvraag van toepassing is en gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier inventariseert in december wat de scholingsbehoefte is voor het komende jaar.

  • 4.

    Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 5.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken overeenkomstig het tweede lid en met inachtneming van de volgende criteria:

    • a.

      deelname aan de scholing is van algemeen belang voor de vervulling van het raadslidmaatschap en

    • b.

      het budget is toereikend.

  • 6.

    In voorkomende gevallen (bijvoorbeeld als de aanvraag niet voor vergoeding in aanmerking komt of de aanvrager kan zich hierin niet vinden of bij naderende uitputting van het beschikbare budget) wordt in het fractievoorzittersoverleg beslist op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 4 Tablet

Aan raadsleden wordt voor de uitoefening van hun raadslidmaatschap een tablet in bruikleen

ter beschikking gesteld en zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Hoofdstuk Voorzieningen voor wethouders

Artikel 6 Reiskosten woon-werk

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 8 Tablet

Aan wethouders wordt een tablet in bruikleen ter beschikking gesteld en zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 9 – Mobiele telefoon

Aan wethouders wordt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld en zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 10 – Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk III van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 11 – Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 12 – Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen, of

    • c.

      betaling met een gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling door:

    • a.

      raadsleden ingediend bij de griffier;

    • b.

      wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.

Hoofdstuk Slotbepalingen

Artikel 13 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rechtspositie raadsleden en wethouders gemeente Het Hogeland 2019”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Het Hogeland op 2 januari 2019

De voorzitter, Henk Jan Bolding

De griffier, Pieter Norder