Regeling reis- en verblijfskostenvergoeding gemeente Het Hogeland

Geldend van 04-07-2019 t/m heden

Intitulé

Regeling reis- en verblijfskostenvergoeding gemeente Het Hogeland

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

besluit:

- gelet op artikelen 3:21 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO);

- gelet op artikelen 7:7 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sociale werkvoorziening;

- gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en de Reisregeling binnenland;

- na bereikte overeenstemming in de commissie voor Bijzonder Georganiseerd Overleg, 25 juni 2019;

tot vaststelling van de navolgende Regeling reis- en verblijfskostenvergoeding

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Het Hogeland, alsmede de personen die anderszins in dienst van de gemeente Het Hogeland en Ability Re-integratie BV werkzaamheden verrichten;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    standplaats: de locatie binnen de gemeente waar de werkzaamheden doorgaans worden verricht of van waaruit met de werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt;

  • d.

    plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex of terrein van waaruit de medewerker naar het oordeel van het college gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

  • e.

    dienstreis: een noodzakelijke verplaatsing van een medewerker voor het verrichten van werkzaamheden in verband met zijn functie anders dan op de werkplek, evenals het hiermee verband houdende verblijf buiten de gemeente;

  • f.

    functie: geheel van aan de medewerker opgedragen werkzaamheden voortvloeiend uit de doelstellingen van de gemeentelijke organisatie;

  • g.

    woon-werkverkeer: de noodzakelijk af te leggen afstand tussen het woonadres en de standplaats.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1.

    Voor de bepaling van de reis- en verblijfskosten geldt dat de plaats van tewerkstelling van de medewerker het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

  • 2.

    De medewerker kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, bepalen dat het woonadres het beginpunt respectievelijk het eindpunt is van de dienstreis. Voor de berekening van de reiskosten wordt het totaal aantal kilometers woon-werkverkeer door de medewerker in mindering gebracht.

  • 3.

    Vergoeding wordt verleend van reis- en verblijfskosten in verband met dienstreizen binnen Nederland.

  • 4.

    Vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen naar het buitenland neemt het college in voorkomend gevallen een afzonderlijke beslissing.

Artikel 3 Reiskosten dienstreizen

  • 1.

    Indien er sprake is van dienstreizen, kan de medewerker gebruik maken van (bij voorkeur) het openbaar vervoer (bijv. via NS-businesscard) de dienstauto, of de eigen auto.

  • 2.

    Bij gebruik van de eigen auto bedraagt de vergoeding € 0,37 bruto per kilometer.

  • 3.

    De daadwerkelijke verreden kilometers worden vergoed, op basis van een beschikbaar gesteld systeem.

  • 4.

    Parkeer-, tol en veergelden worden na overlegging van de betreffende betalingsbewijzen volledig vergoed (netto bedrag).

  • 5.

    De naar oordeel van het college te maken redelijke verblijfskosten worden vergoed na overlegging van de betreffende betalingsbewijzen waarbij als maximum geldt de onbelaste vergoedingen genoemd in artikel 5 van de van de ‘Regeling Reisregeling Binnenland’.

Artikel 4 Reis- en verblijfkostendeclaraties

  • 1.

    Het declareren van reis- en verblijfkosten geschiedt via een beschikbaar gesteld systeem, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.

  • 2.

    In verband met een dienstreis gemaakte kosten voor maaltijden en voor kleine uitgaven overdag en ’s avonds kan de medewerker een vergoeding ontvangen op grond van de Reisregeling binnenland.

  • 3.

    De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor een vergoeding staan vermeld in de Reisregeling binnenland.

  • 4.

    Verblijfskosten worden niet toegekend bij een verblijf binnen de gemeente Het Hogeland.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere regeling treffen.

Artikel 6 Voorbehoud wijzigingen en uitvoering

Het college van burgemeester en wethouders kan deze regeling in geval van fiscale wijzigingen aanpassen of intrekken na overeenstemming met het Georganiseerd Overleg (GO).

Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    De regeling wordt aangehaald als “Regeling reis- en verblijfskostenvergoeding gemeente Het Hogeland”.

  • 2.

    De regeling treedt in werking de dag na die van de bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de huidige regeling Reis- en verblijfkosten.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland op 2 juli 2019

H.J. Bolding, burgemeester

P.P.M. van Vilsteren, secretaris