VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN EN WETHOUDERS GEMEENTE HET HOGELAND - NOVEMBER 2019

Geldend van 04-12-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-01-2019

Intitulé

VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN EN WETHOUDERS GEMEENTE HET HOGELAND - NOVEMBER 2019

De raad van de gemeente Het Hogeland;

gelezen het voorstel van de voorzitter en de griffier;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3. eerste lid, 3.1.4. eerste lid, 3.1.7, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9. eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2, en 3.3.8 van het Rechtpositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

besluit vast te stellen de verordening rechtspositie raadsleden en wethouders gemeente Het Hogeland – november 2019.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • griffier; de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • presidium: het op grond van het reglement van orde van de gemeenteraad ingestelde gremium, bestaande uit de raadsvoorzitter en de voorzitters van de raadsfracties;

  • niet-partijpolitiek georiënteerde scholing: scholing die niet wordt verzorgd of aangeboden door een politieke partij, c.q. - groepering, dan wel een daaraan gelieerde organisatie of anderszins inhoudelijk gericht is op het gedachtengoed van een politieke partij, c.q. - groepering.

Artikel 2 Vergoeding raadsleden voor de werkzaamheden en reiskosten voor reizen binnen de gemeente

  • 1.

    De vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden is conform de tabel van artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Voor vergoeding van kosten voor reizen binnen de gemeente op grond van artikel 3.1.7, eerste lid onder b. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers komen in aanmerking kosten voor reizen ten behoeve van het bijwonen van raadsvergaderingen, door of namens de griffie voor (delen van) de raad georganiseerde activiteiten, vergaderingen en andere bijeenkomsten van ingestelde overleg- en werkgroepen, fractievergaderingen en werkbezoeken in fractieverband.

Artikel 3 Toelage lid onderzoekscommissie en bijzondere commissie van raadsleden

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 200,- per maand.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van € 120,- per maand.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten raadsleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raadslid vergoed:

  • a.

    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt .

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en/of tolkosten vergoed;

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Onder een beslissing van het gemeentebestuur dient ook te worden verstaan een door of namens het bestuur van een gemeenschappelijke regeling georganiseerde bijeenkomst voor raadsleden, alsmede een via de griffie aangekondigde bijeenkomst voor leden van meerdere gemeenteraden.

  • 5.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 6.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 5 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden

  • 1.

    Een raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing gericht op het vervullen van zijn of haar functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient voor een aanspraak op vergoeding van de daarmee gemoeide kosten vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Reis- en verblijfkosten komen tevens in aanmerking voor vergoeding. Hiervoor zijn de bepalingen in artikel 4 van toepassing.

  • 3.

    De aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 4.

    Wanneer de aanvraag voldoet aan het in artikel 1 geformuleerde criterium kent de griffier de aanvraag toe. Bij twijfel legt de griffier de aanvraag en eventuele aanvullende informatie voor aan het presidium, waarop deze beslist, zo nodig bij meerderheid van stemmen.

  • 5.

    Er kan een vergoeding worden verstrekt voor zover het voor het betreffende begrotingsjaar daarvoor bestemde budget nog niet is uitgeput. In hetzelfde begrotingsjaar kan aan een raadslid maximaal twee keer een vergoeding voor scholing worden verstrekt.

  • 6.

    De griffier, of wanneer deze een aanvraag heeft voorgelegd het presidium, kan besluiten de gevraagde vergoeding gedeeltelijk toe te kennen.

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorziening voor raadsleden

  • 1.

    Een raadslid wordt ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie een tablet-computer ter beschikking gesteld. Hiervoor tekent het raadslid een bruikleenovereenkomst. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Op de tablet-computer en desgevraagd op een eigen smartphone wordt voor een raadslid een eigen gemeentelijk e-mailaccount aangemaakt.

  • 3.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde tablet-computer in bij de gemeente.

  • 4.

    De mogelijkheid bestaat de ter beschikking gestelde tablet-computer na beëindiging van de functie over te nemen tegen vergoeding van de dagwaarde.

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8 Declaratie en betaling van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een toegezonden factuur,

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een declaratie wordt, binnen drie maanden na factuurdatum of de door het raadslid gedane uitgave, ingediend door opgave van kosten via het door de gemeente gehanteerde digitale systeem. De opgave wordt vergezeld van eventuele digitale of gedigitaliseerde bewijsstukken.

  • 3.

    Declaraties worden door de griffier goedgekeurd, dan wel bij twijfel voor een bindend oordeel, zo nodig bij meerderheid van stemmen, voorgelegd aan het presidium.

  • 4.

    Uitbetaling van een ingediende declaratie geschiedt binnen vier weken na indienen daarvan. Wanneer een oordeel van het presidium gevraagd wordt bedraagt deze termijn zes weken.

Artikel 9 Intrekken oude regeling

De Verordening rechtspositie raadsleden en wethouders dd. 2 januari 2019 wordt ingetrokken, met dien verstande dat de bepalingen die betrekking hebben op wethouders van kracht blijven tot het moment waarop het college van b&w een regeling voor de rechtspositie van burgemeester en wethouders heeft vastgesteld.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op de datum van publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 2 januari 2019.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening rechtspositie raadsleden Het Hogeland - november 2019".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Het Hogeland op 27 november 2019

De voorzitter, Henk Jan Bolding

De griffier, Pieter Norder