Uitvoeringsregeling knalapparaten Het Hogeland

Geldend van 07-01-2020 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling knalapparaten Het Hogeland

In de gemeente Het Hogeland wordt door akkerbouwers gebruik gemaakt van knalapparaten. Deze apparaten (gaskanonnen) verzorgen een knalgeluid waarmee vogels worden verjaagd. Dat voorkomt dat er schade aan gewassen optreedt tijdens voornamelijk het groeiseizoen. Echter, knalapparaten veroorzaken ook vaak geluidsoverlast tot in de verre omgeving. Om overmatige hinder te voorkomen dienen regels gesteld te worden aan het gebruik van knalapparaten. In voorliggende uitvoeringsregeling wordt ingegaan op de geluidsaspecten van knalapparaten, het belang van de akkerbouwers en de voorwaarden waaronder het gebruik kan worden toegestaan. Aan het eind van dit voorstel is de uitvoeringsregeling met voorschriften opgenomen, deze vervangt de regelingen zoals die in het verleden bestond in de voormalige gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond.

Inleiding

In de akkerbouw kunnen knalapparaten worden gebruikt om vogels te verjagen. De apparaten worden ingezet om schade aan de oogst te voorkomen. De apparaten worden jaarlijks tijdens het groeiseizoen ingezet, dat kan per product verschillend zijn; vaak wordt in het vroege voorjaar (februari – mei) en najaar (september – december) gebruik gemaakt van knalapparaten. Deze apparaten produceren knallen die vaak tot ver in de omtrek waar te nemen zijn, tot op enkele kilometers afstand. De apparaten kunnen veel hinder veroorzaken waardoor regelmatig klachten worden ingediend bij de gemeente, zowel vanuit de gemeente zelf maar ook uit bijvoorbeeld gemeente Groningen (Beijum).

Vanaf 1 januari t/m 1 oktober jl. zijn in de gemeente Het Hogeland in totaal 34 klachten ingediend over geluidsoverlast veroorzaakt door knalapparaten waarvan voor een enkel knalapparaat meerdere klachten. Aan het gebruik van knalapparaten worden regels gesteld, meestal op grond van de APV. Doel van deze uitvoeringsregeling is om voorschriften vast te stellen met betrekking tot het gebruik van knalapparaten ter voorkoming van ontoelaatbare hinder voor omwonenden en in relatie tot de verkeersveiligheid op de openbare weg. Daarnaast vervangt de uitvoeringsregeling de voorschriften zoals die werden gebruikt in de voormalige gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond.

Algemene Plaatselijke Verordening

Indien een knalapparaat staat opgesteld binnen de grenzen van een inrichting (bijv. een erf van een akkerbouwbedrijf) valt het knalapparaat onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer. In de praktijk staan de knalapparaten echter vrijwel altijd op de akkers en dus buiten de grenzen van het bedrijf opgesteld. In dat geval zijn de regels van de APV van toepassing (APV Het Hogeland, in werking getreden op 8 januari 2019).

In artikel 4:6 van de APV (Overige geluidshinder) is het volgende opgenomen:

  • -

    Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of van het Besluit op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • -

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • -

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale omgevingsverordening.

  • -

    Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

In Artikel 4:6a (gebruik van knalapparatuur ter verjaging van vogels) staat: 

  • -

    Het in artikel 4.6, eerste lid, gestelde verbod geldt niet voor het gebruik van knalapparatuur ter verjaging van vogels van bedrijfsmatig in gebruik zijnde gronden indien wordt voldaan aan door het college vast te stellen algemene voorschriften.

  • -

    Indien plaatselijke of bijzondere omstandigheden dat wenselijk maken kan het college in concrete gevallen ter voorkoming van geluidhinder nadere voorwaarden voor gebruik opleggen dan wel toestaan dat van de algemene voorschriften wordt afgeweken.

Op grond van artikel 4:6a van de APV is het dus toegestaan een knalapparaat in werking te hebben indien wordt voldaan aan door het college vast te stellen algemene voorschriften. In de gemeenten Bedum, De Marne, Eemsmond en Winsum waren regels van toepassing op het gebruik van knalapparaten. Deze regels hadden voornamelijk te maken met een minimale afstand tussen knalapparaat en woningen van derden en het aantal knallen per apparaat per uur. Ook waren de tijden voor het in gebruik hebben van een knalapparaat beperkt. Daarnaast was er een ontheffingsplicht op grond van de APV van toepassing (elke keer aanvragen van een ontheffing voor het gebruik van een knalapparaat). Jaarlijks werden er in de vier gemeenten circa 15 ontheffingen verleend, ook werd regelmatig geconstateerd dat een knalapparaat zonder ontheffing in werking was.

Vanuit deregulering is het ontheffingensysteem voor het gebruik van knalapparaten veranderd in een meldingssysteem (verplichte melding, 24 uur voor het in gebruik nemen van een knalapparaat, wordt vastgelegd in een voorschrift).

Inhoudelijk zijn het redelijk vergelijkbare voorschriften die momenteel, na de herindeling, per gemeente nog worden toegepast. Ondanks dat er voorschriften waren verbonden aan het gebruik van knalapparaten kwamen er jaarlijks in de vier gemeenten klachten binnen over geluidshinder van deze apparaten. Om het beleid te harmoniseren, rekening houdende met het aantal klachten, is akoestisch onderzoek verricht door het akoestisch adviesbureau GeluidMeesters uit Groningen om ‘onderbouwd’ tot nieuwe beleidsregels i.c. nieuwe voorschriften te komen.

Voorkomen van wildschade door knalapparaten

Schade wordt vooral veroorzaakt door ganzen, kauwen, kraaien, duiven etc. Voor het voorkomen van ernstige vraatschade aan de oogst in de akkerbouw zijn preventiemiddelen in verschillende categorieën beschikbaar. Hierbij kan gedacht worden aan akoestische middelen (knalapparaten), visuele middelen (lichtflitsen, vlaggen en linten, ballonnen), geur- of smaakstoffen of afscherming van gewassen. Ook vliegers met roofvogels worden wel ingezet om vogels af te schikken. Van een vogelverschrikker zijn de meeste vogels niet (meer) onder de indruk. Een knalapparaat is echter ook alleen effectief als het op de juiste wijze wordt ingezet; het apparaat dient regelmatig verplaatst te worden om gewenning te voorkomen en apparaten zijn minder effectief als ze meer dan 6 maal per uur een knal laten horen, bij vogels treedt dan een gewenning op en heeft een knalapparaat nauwelijks meerwaarde. Daarnaast is het noodzakelijk, naast het knalapparaat, ook andere verjagingsmethodes toe te passen. Vanuit het Faunafonds is het verplicht om gelijktijdig meerdere methodes toe te passen, anders komt de gebruiker niet in aanmerking voor eventuele schadevergoeding.

Geluidsniveaus

Knalapparaten produceren een zeer hoog, impulsachtig geluidsniveau. Het bronvermogen van deze apparaten varieert en is afhankelijk van meerdere factoren.

GeluidMeesters heeft enkele knalapparaten die in Het Hogeland gebruikt worden akoestisch in beeld gebracht. Het karakter van het geluid komt sterk overeen met dat van schietwapens, vandaar dat landelijk beleidsregels zijn opgesteld op grond van het schrikeffect van de knallen. Het schrikeffect is voornamelijk afhankelijk van de hoogte van de knal en het achtergrondniveau. Hoe groter dat verschil, des te groter de hinder. De grootste hinder zal dan ook in de avond en nacht plaatsvinden als het buiten relatief stil is. Aan het schrikeffect hangt ook een maximaal niveau, overschrijding van dat niveau kan ernstige onaanvaardbare hinder opleveren voor omwonenden. Landelijk ligt dat maximale geluidsniveau op 70 dB(A) bij woningen in een woonwijk tot 75 dB(A) voor piekwaarden gemeten nabij de gevel van een woning op een bedrijventerrein in de dagperiode tot 19:00 uur. Het bevoegd gezag, in dit geval de gemeente, heeft de ruimte om de grenswaarde van 70 dB(A) of 75 dB(A) vast te leggen voor het niveau bij de gevel van een woning afkomstig van een knalapparaat.

De minste hinder wordt uiteraard ondervonden bij een niveau van 70 dB(A), 75 dB(A) is de grens die wordt aangehouden bij schietlawaai. Ook verkeersdeelnemers kunnen schrikken van harde knallen. Met het oog op verkeersveiligheid wordt een grenswaarde van 85 dB(A) als een aanvaardbare waarde geacht (aangezien er geen sprake is van een vast object met regelmatig terugkerende geluidsimpuls kan deze waarde hoger zijn dan op de gevel van eenwoning).

Uit verschillende metingen van GeluidMeesters B.V. blijkt dat het geluidvermogen van een knalapparaat ten hoogste 145 dB(A) bedraagt. Dit betreft een zeer hoog maximaal geluidsniveau. Het geluidvermogen van een knalapparaat kan echter niet worden verminderd (dan is het effect op de vogels overigens ook niet meer doelmatig). Om een maximale waarde bij de gevel van een woning te kunnen waarborgen is derhalve een minimale afstand tussen de geluidbron en het beoordelingspunt (woning) nodig. Daartoe heeft GeluidMeesters een rekenmodel opgesteld waarin wordt gerekend met een geluidvermogen van 145 dB(A) en een grenswaarde op de gevel van de woning van 70 dB(A). Uit deze berekening volgt dat voldaan kan worden aan de grenswaarde bij een afstand tussen knalapparaat en de gevel van een woning van derde van ten minste 800 meter. Ter plaatse van de openbare weg kan worden voldaan aan de norm van 85 dB(A) bij een afstand van ten minste 180 meter..

Belangen van de agrarische ondernemer en bewoners

In de provincie Groningen levert de landbouw een substantiële bijdrage aan de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid. Vooral in de voormalige gemeenten De Marne en Eemsmond is akkerbouw een belangrijke inkomensbron met economisch sterke akkerbouwbedrijven, de voormalige gemeenten Winsum en Bedum betreffen vooral weidegebied waar minder gebruik wordt gemaakt van knalapparaten (voornamelijk alleen bij de groei van mais).

Vooral langs de hele Waddenkust tussen de Eemshaven en Lauwersoog is de grond van zeer hoge kwaliteit en geschikt voor diverse akkerbouwproducten. Door het telen van diverse producten is de kans ook aanwezig dat knalapparaten in deze regio het hele jaar door gebruikt gaan worden. Vooral in voormalig De Marne is sprake van vermenging van woningbouw met agrarisch gebied (functiemenging van zowel milieugevoelige functies als agrarische bedrijfsfuncties). In deze regio staan ook woningen waarin zogenaamde ‘rustzoekers’ wonen (landelijk wonen, omgeving door groen in the middle of nowhere). Waar sprake is van functievermenging van wonen met agrarische bedrijvigheid kan ook regelmatig sprake zijn van ‘conflicten’ veroorzaakt door geluidshinder van opslag van landbouwproducten (koelcellen in en nabij dorpen), (geluids)hinder door agrarisch verkeer en geluidshinder van knalapparaten. De focus in dat gebied ligt echter op de economische belangen van de agrarische sector zonder de belangen van de andere bewoners en recreatie uit het oog te verliezen.

Wonen in het buitengebied heeft voordelen, echter kan niet ten koste gaan van de belangen van de akkerbouwbedrijven die economisch rendabel een bedrijf moeten kunnen exploiteren. Daarbij speelt dat het agrarisch gebied nu ook belangrijk is als woon- en recreatiegebied. Dit maakt dat nieuwe bewoners de voor hen ‘nieuwe’ situatie met knalapparaten als hinderlijk ervaren. Om aan de belangen van zowel de ondernemers als de omwonenden tegemoet te komen worden daarom voorschriften opgesteld ten einde ernstige overmatige hinder te beperken of te voorkomen zonder dat het gebruik van een knalapparaat onmogelijk wordt gemaakt. Een zekere mate van hinder ten gevolge van knalapparaten in de agrarische bedrijfstak wordt dan ook aanvaardbaar geacht, mits de mate en tijdsperiode waarin de hinder kan worden ondervonden beperk is en waarbij de effectiviteit van een knalapparaat ook gewaarborgd dient te worden.

Uitvoeringsregels

Het is te motiveren om geen knalapparaten meer toe te staan binnen de gemeente Het Hogeland; er wordt veel geluid geproduceerd, er zijn regelmatig klachten en de woon- en recreatiefunctie van het buitengebied worden aangetast.

Daarnaast zijn er ook andere preventiemiddelen voorhanden, zij het minder effectief. Echter, een verbod zal mogelijk leiden tot ongewenste alternatieven en mogelijk ten koste gaan van de vitaliteit van de agrarische sector. Het gebruik van knalapparaten wordt daarom alleen toelaatbaar geacht indien daarbij aan een aantal voorwaarden wordt voldaan waarmee onaanvaardbare hinder wordt tegengegaan. De voorwaarden die hieronder worden beschreven sluiten aan bij de resultaten van het akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd door adviesbureau GeluidMeesters B.V. Voorgesteld wordt gebruik te maken van minimaal aan te houden afstanden gecombineerd met een maximaal geluidsniveau zodanig dat niet meer geluid wordt toegestaan dan daadwerkelijk voor de bedrijfsvoering strikt noodzakelijk is. Daarom worden er tevens voorschriften opgenomen in deze uitvoeringsregeling met betrekking tot de duur van het gebruik van een knalapparaat. Wat betreft het maximale niveau op de gevel van een woning van derde wordt het volgende opgemerkt.

Uit de berekening van GeluidMeesters volgt dat bij een maximale grenswaarde van 70 dB(A) ten minste een afstand van 800 meter moet worden aangehouden tussen knalapparaat en een geluidsgevoelig object. Dat zal voor veel akkerbouwpercelen een onmogelijke afstand zijn; vaak liggen in de nabijheid van percelen woningen van derden. Alleen in de polders boven Uithuizen en Usquert is deze afstand mogelijk. Voor andere percelen, waar nu ook knalapparaten worden gebruikt, zal niet voldaan kunnen worden aan de afstand van minimaal 800 meter. Of het gebruik van knalapparaten wordt hier (bijna) onmogelijk gemaakt of de norm van 70 dB(A) is te laag gesteld.

Het vastleggen van een maximaal geluidsniveau van 75 dB(A) op de gevel van een woning van derde zal de afstand halveren tot 400 meter. De norm van 75 dB(A) komt voort uit de circulaire ‘Schietlawaai 1979’ waarbij boven 75 dB(A) sprake is van ernstige hinder met schrikeffecten. Daarnaast speelt mee dat de normen voor het maximale geluid in het kader van de invoering van de nieuwe Omgevingswet waarschijnlijk versoepelt zullen worden of helemaal komen te vervallen in de dagperiode tussen 07:00 en 19:00 uur en er een maximaal aantal van zes knallen per uur worden toegestaan. Om het gebruik van knalapparaten in Het Hogeland niet onmogelijk te maken wordt dan ook voorgesteld om de volgende geluidsruimte te bieden:

  • 1.

    een maximaal niveau van 75 dB(A) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning;

  • 2.

    tijdstippen waarbinnen gebruik mag worden gemaakt van eenknalapparaat;

  • 3.

    een knalfrequentie van maximaal zes knallen peruur;

  • 4.

    een maximaal aaneengesloten periode van zes weken;

  • 5.

    een minimale afstand van 400 meter tot een woning van derde;

  • 6.

    een minimale afstand van 180 meter tot de openbare weg;

  • 7.

    een minimale afstand van 300 meter tussen twee knalapparaten.

Toezicht en Handhaving

De uitvoeringsregels vormen tevens het toetsingskader om, in het geval van klachten ten aanzien van geluidsoverlast, te beoordelen of sprake is van toelaatbare geluidsbelasting. Er is sprake van acceptabele hinder als wordt voldaan aan de afstanden en de overige algemene voorschriften uit deze uitvoeringsregeling. Pas naar aanleiding van aanhoudende klachten over geluidsoverlast zullen geluidsmetingen worden uitgevoerd. Er dienen in dat geval ten minste twee series geluidmetingen van elke ten minste drie knallen te worden gemeten met minimaal 4 uur tijdverschil tussen de twee series, tenzij aannemelijk kan worden gemaakt dat meerdere metingen geen andere conclusies zullen geven. De metingen worden uitgevoerd conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999. Toezicht en handhaving kan uitgevoerd worden op grond van de APV door een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa).

Mogelijke maatregelen en beoogd resultaat

Op basis van vorenstaande uitvoeringsregels wordt het gebruik van knalapparaten toelaatbaar geacht mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1.

    Een knalapparaat dient doelmatig te worden gebruikt. Hieronder wordt verstaan dat het gebruik slechts wordt toegestaan ter voorkoming en beperking van gewasschade, gedurende een maximaal aaneengesloten periode van zes weken op het zelfde perceel.

  • 2.

    Een knalapparaat is niet in werking buiten de volgende tijdstippen:

  • - maanden november tot en met maart 07:00 uur tot 18:00 uur;

  • - maanden april tot en met oktober 07:00 uur tot 19:00 uur.

  • 3.

    Het maximale bronvermogen van een knalapparaat mag ten hoogste 145 dB(A) bedragen, loodrecht op de loop in achterwaartse richting gemeten. Dat resulteert in een te meten maximaal geluidsniveau van 114 dB(A) op een afstand van 10 meter vanaf het hart van het apparaat.

  • 4.

    De knalfrequentie per knalapparaat bedraagt maximaal zes knallen per uur.

  • 5.

    De minimale afstand tussen een knalapparaat en een geluidsgevoelig object van een derde bedraagt ten minste 400 meter, gemeten vanaf de gevel van het object tot de locatie van het knalapparaat. Een geluidgevoelig object betreft woningen, andere geluidgevoelige gebouwen en terreinen als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet geluidhinder met inbegrip van begraafplaatsen en kampeerterreinen. Andere agrarische gebouwen en agrarisch gerelateerde bedrijfswoningen zijn uitgezonderd.

  • 6.

    De maximale geluidniveaus vanwege een knalapparaat mogen niet hoger zijn dan 75 dB(A) ter plaatse van de gevel van een geluidgevoelig object op een hoogte van 1,5 meter boven het plaatselijke maaiveld.

  • 7.

    De minimale afstand tussen een knalapparaat en de openbare weg bedraagt ten minste 180 meter, gemeten vanaf de rand van de weg tot aan de locatie van het knalapparaat.

  • 8.

    De maximale geluidniveaus vanwege een knalapparaat mogen niet hoger zijn dan 85 dB(A) aan de rand van de openbare weg op een hoogte van 1,5 meter boven het plaatselijk maaiveld.

  • 9.

    de minimale afstand tussen een knalapparaat en een tweede knalapparaat bedraagt ten minste 300 meter, gemeten vanaf de locaties van de knalapparaten.

  • 10

    De ingebruikname van een knalapparaat wordt minimaal 24 uur daaraan voorafgaand gemeld aan de gemeente Het Hogeland, middels een daartoe vastgesteld formulier. Hierop wordt in ieder geval de locatie, maximale ingebruikname en knalfrequentie vermeld.

  • 11

    Een knalapparaat moet zijn voorzien van een duidelijk leesbaar label waarop naam, adres, woonplaats, telefoonnummer en emailadres van de gebruiker staan vermeld.12. Bij elk knalapparaat moet een rode vlag zijn geplaatst, minimaal 40 x 40 cm en minimaal 1 meter boven het maaiveld.

Bovenstaande voorschriften zijn voor een ieder van toepassing die gebruik maakt van een knalapparaat op basis van artikel 4:6a van de APV van Het Hogeland.

Gevolgen

Er is geen ontheffing meer noodzakelijk voor het gebruik van een knalapparaat, wel dient het gebruik minimaal 24 uur voorafgaand aan het gebruik gemeld te worden bij de gemeente via een standaard meldingsformulier (toegevoegd als bijlage). Voor het gebruik van een knalapparaat gelden algemene voorschriften. De Uitvoeringsregeling zal gedurende zes weken ter inzage liggen in het gemeentehuis te Uithuizen. Het indienen van bezwaar of beroep is niet mogelijk.