Marktverordening Het Hogeland 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Marktverordening Het Hogeland 2021

De raad van de gemeente Het Hogeland;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Marktverordening Het Hogeland 2021

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde wekelijkse warenmarkt;

  • b.

    College: college van het college;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats: de standplaats die voor een termijn van 15 jaar ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • g.

    standwerkplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • h.

    Vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • i.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door het college ingestelde (week)warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden, met uitzondering van eventueel door het college ingestelde private markten.

Artikel 3. Inrichtingsplan

  • 1.

    Voor elke markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

  • a.

    Aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

  • b.

    Een kaart van de markt;

  • 2.

    Op de kaart zijn aangegeven:

  • a.

    De grenzen van de markt;

  • b.

    De plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning;

  • c.

    Voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

  • d.

    Indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

  • e.

    Indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3.

    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning, binnen een half uur na aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

  • 4.

    Het inrichtingsplan is gedurende de markttijd bij de markt aanwezig en in te zien en wordt voorts aan de vergunninghouder verstrekt bij verlening van de vergunning.

Artikel 4. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5. De marktcommissie

  • 1.

    Er is een marktcommissie die tot taak heeft het college op hun verzoek of uit eigen beweging van advies te voorzien omtrent zaken op markt.

  • 2.

    De commissie moet het college in ieder geval van advies voorzien over de toewijzing van vaste standplaatsvergunningen (artikel 8).

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en de werkwijze van de marktcommissie.

Artikel 6. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van het college een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor een periode van (maximaal) 15 jaar voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van het college als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

  • 5.

    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6.

    Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten, voor zover hem nog geen andere vergunning als hiervoor bedoeld in de leden 1-4 voor die betreffende weekmarkt is verleend.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 7. Plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van de houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren en/of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 2.

    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.

Artikel 8. Selectiestelsel

  • 1.

    Het college maakt bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt, dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen, dat toewijzing plaats zal vinden na voorafgaande selectie en dat de selectiecriteria vooraf bekend zullen worden gemaakt.

  • 2.

    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving. Deze kennisgeving vindt plaats in:

  • Het publicatieblad van de gemeentelijke publicaties

  • De gemeentelijke website

  • Het vakblad van de ambulante handel.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

  • a.

    of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (20);

  • b.

    de uitstraling van de uitstalling (20);

  • c.

    het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

  • d.

    of bij de gegadigde sprake is van een duurzame wijze van ondernemen (20).

  • e.

    of de gegadigde samenwerkingsgericht is (20)

Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

  • 4.

    Het college legt de aanvragen om advies voor aan de marktcommissie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf. Daartoe wordt het verzoek/de ondernemers getoetst aan de criteria als genoemd in artikel 8 lid 3 van deze verordening.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Het college kan van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, wordt deze ingetrokken.

Artikel 10. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste-standplaatsvergunning in:

  • a.

    op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

  • b.

    twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 9.

  • 2.

    Het college kan een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

  • a.

    als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • b.

    als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

  • c.

    als van de vergunning gedurende ten minste twee keer achtereen geen gebruik is gemaakt;

  • d.

    als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk een half uur na aanvang van de weekmarkt heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kan het college echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een melding daartoe moet zo mogelijk voorafgaande aan de marktdag bij het college worden ingediend en vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkplaatsen

Artikel 12. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 11.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor op de dag vóór de aanvang van de markttijd, of op de dag voorafgaande aan de marktdag, bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroep vereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

  • a.

    zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

  • b.

    niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 1.

    Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 2.

    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 13. Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 12, tweede tot en met vijfde lid. De laatste volzin van het vierde lid is niet van toepassing.

  • 2.

    Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 14. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen

bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 15. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is door middel van het tonen van zijn vergunning.

Artikel 16. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan 2 uur voor de aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door het college verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 17. Markt schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 18. Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

  • 2.

    Voor de marktmeester wordt door het college een instructie vastgesteld.

Artikel 19. Onmiddellijke verwijdering

Het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt

gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft

gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling

heeft overtreden.

Artikel 20. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de

tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 21. Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht

  • 1.

    Ingetrokken worden de volgende marktverordeningen:

  • a.

    De marktverordening van de gemeente Hefshuizen (Eemsmond), vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 1991.

  • b.

    De Marktverordening van de gemeente De Marne, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 oktober 2011.

  • c.

    De Marktverordening van de gemeente Bedum, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2005.

  • d.

    De marktverordening van de gemeente Winsum, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 juli 1994.

  • 1.

    De mogelijk krachtens de in lid 1 van dit artikel genoemde marktverordeningen vastgestelde anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.

  • 2.

    Een krachtens de in lid 1 van dit artikel genoemde marktverordeningen verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3.

    De krachtens de in lid 1 van dit artikel genoemde marktverordeningen verleende vaste standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd vervallen van rechtswege 15 jaar na de inwerkingtreding van de ‘Marktverordening Het Hogeland 2020 ‘ Daarna kunnen deze vergunninghouders een nieuwe aanvraag indienen voor een periode van maximaal 15 jaar (artikel 6.2)

  • 4.

    De krachtens de in lid 1 van dit artikel genoemde marktverordeningen verleende vaste standplaatsvergunningen voor bepaalde tijd, worden ingaande 1 januari 2021 omgezet in vaste vergunningen voor 15 jaar. Daarna vervallen deze vergunningen, en kan de procedure worden gevolgd ingevolge artikel 6 en 8 van deze verordening.

  • 5.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de in het eerste lid van dit artikel genoemde marktverordeningen, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 6.

    Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciënniteitslijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Het Hogeland 2021.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Het Hogeland op 9 december 2020

H.J. Bolding, voorzitter

P. Norder, griffier