Regeling vervallen per 21-04-2021

Verordening op de raadscommissies 2014

Geldend van 25-04-2014 t/m 20-04-2021

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2014

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie of diens vervanger;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • d.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      raadscommissie Welzijn

    • b.

      raadscommissie Grondgebied

    • c.

      raadscommissie Algemene Zaken(AZ)

    • d.

      raadscommissie Financiën

  • 2. De raadscommissie Welzijn overlegt, hoort en adviseert over de volgende onderwerpen

    • a.

      algemeen welzijn en gezondheidszorg

    • b.

      gemeenschaps- en verenigingsleven

    • c.

      recreatie, sport en bibliotheekwezen

    • d.

      onderwijs en educatie

    • e.

      sociale zaken en werkgelegenheid

    • f.

      kunst en cultuur

  • 3. De raadscommissie Grondgebied overlegt, hoort en adviseert over de volgende onderwerpen:

    • a.

      ruimtelijke ordening & volkshuisvesting

    • b.

      inrichting en beheer van de openbare ruimte

    • c.

      verkeer en openbare werken

    • d.

      milieu en afval

  • 4. De raadscommissie Algemene Zaken overlegt, hoort en adviseert over algemene bestuurlijke zaken, openbare orde en veiligheid, economische zaken, toerisme en recreatie en de algemene financiele beleidskaders.

  • 5. De raadscommissie financiën overlegt, hoort en adviseert over de financiële aspecten van de jaarrekening, de (interim)accountantscontrole op de jaarrekening, de perspectiefnota, de interim-rapportage(s) en de programmabegroting

  • 6. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de voorzitters van de betrokken raadscommissies in overleg beslissen dat een gezamenlijke vergadering van de raadscommissies wordt belegd of de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, het onderwerp behandelt.

  • 7. Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde, vierde of vijfde lid, genoemde onderwerpen;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging over voornoemde onderwerpen;

  • c.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, derde, vierde of vijfde lid, genoemde onderwerpen;

  • d.

    het horen van indieners van bedenkingen en zienswijzen betreffende ontwerp-plannen, -programma’s, en –besluiten op hun onder artikel 2 genoemde taakgebieden, voor zover daarvoor geen afzonderlijke (hoor)regeling bestaat.

Artikel 4 Samenstelling en eed aflegging

  • 1.

    De raadscommissies Welzijn, Grondgebied en Algemene zaken bestaan uit twee leden per fractie. De raadscommissie financiën bestaat uit één lid per fractie. De leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 2.

    Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. Per fractie is bij voorkeur minimaal één commissielid een raadslid. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie, niet zijnde een raadslid.

  • 3.

    Elke fractie kan voor een incidentele vervanging een plaatsvervanger vanuit de fractie aanmelden. Het is de fracties toegestaan per commissie een vaste plaatsvervanger aan te wijzen. Deze dient daartoe wel beëdigd te worden.

  • 4.

    Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de niet-raadsleden in de gemeenteraad in handen van de voorzitter van de raad de volgende verklaring (of belofte) af:

    “Ik verklaar en beloof (zweer) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik verklaar en beloof (zweer) dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als commissielid naar eer en geweten zal vervullen. Dat verklaar en beloof ik (Zo waarlijk helpe mij God Almachtig).

Artikel 5 Voorzitter(s)

  • 1. De voorzitters worden door de raad benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het uitvoeren en doen naleven van deze verordening;

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie, indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad is tevens griffier van de raadscommissies.

  • 2. De raad kan, ter ontlasting van de griffier, de plaatsvervangend griffier benoemen als commissiegriffier van een of meer commissies.

  • 3. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 4. Bij verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door:

    • a.

      de plaatsvervangend griffier, indien de griffier tevens commissiegriffier is;

    • b.

      door de griffier, indien de plaatsvervangend griffier ingevolge lid 2 als commissiesecretaris is aangewezen;

    • c.

      door een op voordracht van het college door raad aangewezen medewerker van de secretarie, indien zowel de griffier als zijn plaatsvervanger afwezig zijn.

Hoofdstuk 3: Aanwezigheid wethouders, burgemeester, secretaris en adviseurs

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1. Tenzij de commissie anders beslist, zijn de burgemeester en/of de wethouder(s) uitgenodigd om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2. De raadscommissie kan voor aanvang van de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet aan de beraadslagingen (of gedeelten daarvan) mogen deelnemen.

Artikel 9 Gemeentesecretaris en adviseurs

De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris en/of andere ambtenaren en adviseurs aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 4: Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats, overeenkomstig het jaarlijks door de raad vastgestelde vergaderschema voor de raad en de raadscommissies.

  • 2. Een raadscommissie vergadert voorts, indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 20.00 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 4. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag, een afwijkend aanvangsuur of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De griffier zendt namens de voorzitter ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd en op de gemeentelijke website geplaatst. De griffier maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het gemeentelijk informatieblad, op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij de aanvang van de vergadering tekent ieder lid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen tijdens de vergadering het woord voeren in maximaal 5 minuten. Insprekers kunnen zich tot aanvang van de vergadering melden bij de griffier als inspreker. Bij veel insprekers kan de voorzitter de duur van het inspreken beperken. Het inspreken geschiedt, nadat de voorzitter het woord heeft verleend.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Aan het begin van de vergadering krijgen insprekers het woord over onderwerpen, die niet op de agenda staan, maar wel behoren tot het taakgebied van de raadscommissie.

  • 4. Bij het inspreken bij een agendapunt bepaalt de voorzitter in overleg met de commissie wanneer de inspreker het woord krijgt tijdens het agendapunt. Na de inspraak krijgen de commissieleden de gelegenheid om aan de inspreker vragen te stellen. De inspreker antwoordt direct en richt zich daarbij tot de voorzitter.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing op het horen als bedoeld in artikel 3, onder d.

Artikel 18 Afsprakenlijst

  • 1. De ontwerp-afsprakenlijst van de voorgaande vergadering wordt binnen twee werkdagen aan de leden toegezonden. De ontwerp-afsprakenlijst wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 2. Bij het begin van de vergadering wordt de afsprakenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 3. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders , hebben het recht, een voorstel tot wijziging van de afsprakenlijst aan de raadscommissie te doen, indien de afsprakenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voor de vaststelling van de afsprakenlijst bij de commissiegriffier te worden ingediend.

  • 4. De afsprakenlijst moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester en de wethouders, de secretaris en de ter vergadering aanwezige leden, allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben, afzonderlijk wordt vermeld welke leden afwezig waren.

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      de conclusies, toezeggingen en afspraken per agendapunt van het gesprokene.

    • d.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen die inspreken en aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 26 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5. De afsprakenlijst wordt opgesteld onder de zorg van de griffier.

Artikel 19 Volgorde sprekers

  • 1. Een lid, de burgemeester, een wethouder, de secretaris of een aanwezige adviseur, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en/of het van hem verkregen te hebben.

  • 2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 20 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in beginsel in twee termijnen. De raadscommissie kan beslissen in meer termijnen te beraadslagen.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid voert per spreektermijn niet meer dan één maal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel. De commissie kan beslissen hiervan af te wijken.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 21 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de maximale spreektijd van de leden. De commissie beslist over de spreektijd, met dien verstande dat aan alle fracties evenveel spreektijd wordt verleend.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 23 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het naleven van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 24 Beraadslaging

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen, teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 25 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen, alvorens met de beraadslaging over het betreffende agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 26 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle leden opgenomen.

Hoofdstuk 5: Besloten vergadering

Artikel 27 Algemeen

  • 1. De commissie kan besluiten om (geheel of gedeeltelijk) in beslotenheid te vergaderen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 8 zijn de burgemeester, wethouders, secretaris en adviseurs alleen op nadrukkelijk verzoek van de commissie in een besloten vergadering aanwezig.

  • 3. Voor het overige zijn op een besloten vergadering de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing, voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 28 Afsprakenlijst

  • 1. De afsprakenlijst van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2. Deze afsprakenlijst worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van deze afsprakenlijst.

Artikel 29 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6: Toehoorders en pers

Artikel 31 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 32 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 33 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7: Slotbepalingen

Artikel 34 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 35 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na haar vaststelling. Op dat tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissies vastgesteld bij het raadsbesluit van 24 april 2008.

Ondertekening

LB
Malden, 24 april 2014,
DE RAAD VOORNOEMD;
De raadsgriffier
L.Bosland.
De voorzitter,
P.Mengde