Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening Adviescommissie bezwaarschriften

Geldend van 14-11-2002 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening Adviescommissie bezwaarschriften

De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen 26 september 2002;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 juli 2002 ;

gelet op de wens dat de bestuursorganen van Heumen (gemeenteraad, de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders) zich over de afhandeling van bezwaarschriften laten adviseren door een onafhankelijke commissie

gelet op de artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

bes1uit :

mede tengevolge van de Wet dualisering gemeentebestuur d.d. 7 maart 2002 vast te stellen de

Verordening Adviescommissie bezwaarschriften gemeente Heumen 2002

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht

  • b.

    een bezwaarschrift: een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:4, lid 1 van de wet alsmede een beroepschrift als bedoeld in artikel 6:4, lid 2 van de wet.

  • c.

    de commissie: de Adviescommissie bezwaarschriften;

  • d.

    belanghebbenden: de indiener(s) van een bezwaarschrift en andere belanghebbenden

HOOFDSTUK II De adviescommissie bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie en haar bevoegdheid

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 en artikel 7:19 van de wet genaamd de Adviescommissie bezwaarschriften. De commissie adviseert de bestuursorganen van de gemeente Heumen over de op bezwaarschriften te nemen beslissingen.

  • 2.

    De bevoegdheid van de commissie strekt zich uit tot bezwaarschriften waarop hoofdstuk 6 en 7 van de wet van toepassing zijn, met uitzondering van:

    • a.

      bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden voor de sector gemeenten en de Uitwerkingsovereenkomst (CAR – UWO);

    • b.

      bezwaarschriften waarvan de behandeling bij enige verordening aan anderen is opgedragen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 3.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4.

    Het college benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden en een plaatsvervangend voorzitter. De plaatsvervangende leden kunnen in afwijking van lid 2 wel werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentelijk bestuursorgaan.

Toelichting: Door deze wijzigingen delegeert de raad de benoeming van de commissieleden aan het college.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon die in dienst is van de gemeente Heumen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3.

    Het college kan overeenkomstig artikel 3, lid 4 de secretaris of een plaatsvervanger benoemen tot plaatsvervangend lid.

Toelichting: Door deze wijziging delegeert de raad de benoeming van de secretaris of diens plaatsvervanger tot plaatsvervangend lid aan het College.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4.

    Degene die ter vervulling van een tussentijdse vacature tot lid van de commissie wordt benoemd, heeft zitting gedurende de resterende zittingsduur van de gemeenteraad.

Paragraaf 2 Procedure en werkwijze van de commissie

Artikel 6 Ontvangst bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt namens het bestuursorgaan door de commissie verzonden. Hierin wordt vermeld dat de commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden ingevolge de artikelen

    • -

      2:1, tweede lid,

    • -

      6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

    • -

      6:14, eerste lid

    • -

      6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • -

      7:4, tweede lid,

    • -

      7:6, vierde lid,

    • -

      7:18, tweede en zesde lid, en

    • -

      7:20, vierde lid,

  • van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door of namens de voorzitter van de commissie.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd de verdagingsbeslissingen als bedoeld in artikel 7:10, lid 3 en artikel 7:24, lid 5 van de wet te nemen.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen. Hij kan verlangen dat door of namens het bestuursorgaan een schriftelijke reactie (verweerschrift) gegeven wordt op de inhoud van het bezwaarschrift.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • Ingevolge artikel 7:13, lid 3 kan de commissie het horen opdragen aan de voorzitter of een lid van de commissie.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het betreffende bestuursorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    Door of namens de voorzitter worden de belanghebbenden en het bestuursorgaan schriftelijk uitgenodigd voor een hoorzitting als bedoeld in artikel 9, lid 1.

  • 2.

    Binnen drie werkdagen na verzending van de in het eerste lid bedoelde uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het bestuursorgaan, onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.

Toelichting: Dit artikel is een geheel nieuw artikel. Er is geen wettelijk bezwaar tegen het horen in het kader van de bezwaarprocedure door de voorzitter en een lid van de Adviescommissie, terwijl advisering door de voltallige commissie heeft plaatsgevonden. (ABRS 2 maart 200, GS 2000/7119,3).

Artikel 12 Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien het gaat om een aangelegenheid waarbij zij op enigerlei wijze direct of indirect persoonlijk zijn betrokken.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De hoorzittingen zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezigen leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte, zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Indien het verslag gemaakt wordt in de vorm van een afzonderlijk document wordt dit ondertekend door de fungerend voorzitter en de fungerend secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter dit onderzoek uit eigen beweging of op verlangen van de commissie houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden. Onverlet het bepaalde in artikel 7:9 en 7:23 van de wet worden zij in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de informatie.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien een lid dat verlangt.

  • 3.

    De voorzitter neemt beslissingen over het uit te brengen advies indien toepassing wordt gegeven aan artikel 7:3 onder a., b. of d. en artikel 7:17 onder a. en b. van de wet.

  • 4.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5.

    Het advies wordt door de fungerend voorzitter en de fungerend secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen van het advie

  • 1.

    Het advies wordt, onder opneming of medezending van het verslag als bedoeld in artikel 13, uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    De commissie stuurt tevens een kopie van het advies en het verslag aan belanghebbenden.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 18 Inlichtingen en verslag

  • 1.

    De commissie verstrekt op verzoek van de Raad alle inlichtingen.

  • 2.

    De commissie brengt jaarlijks aan de bestuursorganen schriftelijk verslag uit over de werkzaamheden van de commissie en haar bevindingen daaromtrent.

  • 3.

    De commissie is bevoegd op eigen initiatief de bestuursorganen alle door haar nodig geachte voorstellen te doen.

  • 4.

    Over andere tot haar werkterrein behorende aangelegenheden dient de commissie de bestuursorganen op hun verzoek van bericht en raad.

Artikel 19 Inwerkingtreding en verslag

Deze gewijzigde verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking. Te zelfder tijd vervalt de Verordening Adviescommissie bezwaarschriften gemeente Heumen 2001.

Deze verordening kan worden aangehaald als: de Verordening Adviescommissie bezwaarschriften.

Toelichting: In verband met de Tijdelijke referendumwet (Trw) op 1 januari 2002 is gekozen voor een termijn van zes weken. Het bepaalde in artikel 142 Gemeentewet aangaande bekendmaking van besluiten geldt sinds de inwerkingtreding van voornoemde wet niet meer voor een groot aantal verordeningen, waaronder de onderhavige.

Ondertekening

Deze verordening is vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heumen van 26 september 2002.
MvdH Malden, 26 september 2002
DE RAAD VOORNOEMD;
De secretaris, De burgemeester,
J.Wijnia. F.C.W. Grienberger.

Nota-toelichting