Regeling vervallen per 21-04-2018

Regeling voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2015

Geldend van 19-01-2015 t/m 20-04-2018

Intitulé

Regeling voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2015

Het college van de gemeente Heusden;

gelet op artikel 169, vierde lid van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de navolgende:

Regeling voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2015

Algemeen

Artikel 1

  • 1. De kermissen worden jaarlijks gehouden:

    • -

      in Drunen op het Raadhuisplein, Stationsstraat, Torenstraat en de Grotestraat op de eerste en tweede Pinksterdag en de daaraan voorafgaande vrijdag en zaterdag;

    • -

      in Elshout in de Theodorus J. Rijkenstraat en de Hertog Janstraat op de laatste dinsdag in april en de daaraan voorafgaande zaterdag zondag en maandag;

    • -

      in Nieuwkuijk aan de Nieuwkuijksestraat (parkeerterrein) op de zaterdag voorafgaande aan de derde zondag in juni t/m de daaropvolgende dinsdag;

    • -

      in Haarsteeg aan de Haarsteegsestraat en de Mr. Prinsenstraat (parkeerterreinen) op de zaterdag voorafgaande aan de laatste zondag in juli t/m de daaropvolgende dinsdag;

    • -

      in Vlijmen op het Plein (parkeerterrein) of op een gelijkwaardige locatie nabij het centrum van Vlijmen, op de vrijdag voorafgaande aan de laatste zondag in september t/m de daarop volgende dinsdag;

    • -

      in Heusden (vesting) op de Vismarkt en de Botermarkt op Hemelvaartsdag en 3 dagen daaropvolgend;

    • -

      in Herpt in de Hoofdstraat op de eerste zaterdag in juli en 3 dagen daaropvolgend.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ook andere kermisperiodes en kermisterreinen aanwijzen.

Artikel 2

  • 1. De kermissen mogen geopend worden vanaf 13.00 uur.

  • 2. De kermissen zijn uiterlijk geopend tot 24.00 uur.

Artikel 3

Met “de organisator” wordt bedoeld de partij aan wie de organisatie van kermissen binnen de gemeente Heusden is gegund door middel van een openbare gunningsprocedure.

Artikel 4

Deze voorwaarden zijn van toepassing op de organisator en de exploitanten van de kermissen binnen de gemeente Heusden.

Procedure inschrijving

Artikel 5

1.De verhuur van de standplaatsen voor de kermis geschiedt bij inschrijving. Dezeinschrijving dient te geschieden via de inschrijfformulieren van de kermisbonden Bovakof NKB. Het inschrijfformulier moet volledig en duidelijk leesbaar worden ingevuld endient vergezeld te gaan van een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Voor met hydraulica aangedreven inrichtingen geldt bovendien dat een geldigkeuringsbewijs moet worden overgelegd;

2.Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door exploitanten danwel door hungemachtigden van kermisinrichtingen, zoals deze staan ingeschreven bij de Kamer vanKoophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie. De bevoegdheid van degemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen door deexploitant ondertekende volmacht.

  • 3.

    Op het inschrijfformulier moeten tenminste worden vermeld:

    • a.

      naam, voornaam, geboortedatum, correspondentieadres, telefoonnummer. Bank- of girorekeningnummer, alsmede handtekening van de exploitant;

    • b.

      naam en omschrijving van de inrichting, het handelsregisternummer, instantie waar de exploitant is ingeschreven.

    • c.

      het bedrag, zowel in cijfers als letters, dat geboden wordt;

    • d.

      de juiste afmetingen van de frontbreedte en diepte en doorsnede van de inrichtingalsmede uitsteekzeilen, oploopvloeren, kassa e.d., wanneer deze buiten de matenvan breedte, diepte of doorsnede uitsteken, benevens voor-/zij- en achteringangen;

e.de juiste afmetingen van de kassawoonwagen, indien het noodzakelijk is voor deexploitatie dat hiervan gebruik wordt gemaakt;

  • f.

    de benodigde aansluitwaarde in KWH en PK;

  • g.

    het aantal salon- en pakwagens, inclusief de afmetingen daarvan;

  • h.

    de verzekeringsmaatschappij, waar de exploitant een aansprakelijkheids- verzekering heeft.

    • 4.

      Bij de inschrijving dienen te worden gevoegd:

  • a.

    een plattegrond, waarop de juiste afmetingen van de inrichting staan aangegeven, de juiste positie van de kassa’s en de hoogte van de inrichting alsmede de aanduiding voor welke kermis wordt ingeschreven;

  • b.

    voor zover van toepassing, de volmacht, als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

    • 5.

      Indien het inschrijvingsbedrag in letters afwijkt van het daarbij vermelde bedrag in cijfers,zal het bedrag in letters worden aangenomen als de geboden som;

Op een inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven.Inschrijvingen met een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrijvingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan.

7.Wanneer ten aanzien van een geboden huursom het voorbehoud “zonder concurrentie”of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbijnauwkeurig worden aangegeven:

  • a.

    welke inrichtingen de exploitant als van concurrerende aard beschouwt, en

  • b.

    of het voorbehoud betrekking heeft op het gehele complex kermisterreinen, danwel alleen op een gedeelte daarvan;

  • c.

    in dit laatste geval moet duidelijk worden omschreven welk gedeelte van het kermisterrein dan wordt bedoeld.

    • 8.

      Onvolledige en onduidelijke inschrijvingen alsmede inschrijvingen die voor meerdereuitleg vatbaar zijn, kunnen door de organisator als niet gedaan wordenbeschouwd. De exploitant zal hiervan zo spoedig mogelijk in kennis worden gesteld.

Voorwaarden inschrijving

Artikel 6

1.Inschrijvers geven door het inzenden van hun inschrijvingen te kennen dat zijbekend zijn en akkoord gaan met de voorwaarden en hun inschrijvingen daarophebben gebaseerd.

  • 2.

    Gecombineerde inschrijvingen van verschillende exploitanten zijn niet toegelaten.

  • 3.

    Als blijkt, dat onder een andere dan de eigen naam is ingeschreven of dat betrokkenebij vroegere gunningen hier of elders niet aan zijn verplichtingen jegens de gemeenteheeft voldaan of niet in het bezit is van een vestigingsvergunning kleinbedrijf, kan hetbetrokken inschrijvingsbiljet zonder meer ongeldig worden verklaard.

4.De inschrijvers moeten hun bod gedurende vier weken na de inschrijving

gestand doen.

5.Aan de inschrijver, aan wie een voorlopige plaats is gegund, wordt zo mogelijk binneneen week na beëindiging van de inschrijftermijn hiervan mededeling gedaan.

6.Voor alle kermissen in de gemeente Heusden gelden de volgende maximaleritprijzen:

  • a.

    voor alle kinderattracties geldt een maximale ritprijs van € 1,50;

  • b.

    voor de overige attracties een ritprijs van maximaal € 2.

  • c.

    voor één publiekstrekkende attractie op de kermissen mag een vrije ritprijs gehanteerd worden

    • 7.

      De ritprijzen worden vermeld in de advertentie in de kermisvakbladen en deexploitanten zijn hieraan gebonden.

Gunning en betaling huursom

Artikel 7

  • 1.

    De organisator beslist namens de gemeente omtrent de toewijzing van de standplaatsen. Bij het maken van zijn keuze houdt de organisator rekening met de soort van kermisinrichtingen, de afmetingen ervan en eventueel met de tarieven.

  • 2.

    De organisator heeft daarbij de bevoegdheid standplaatsen onderhands te gunnen onder door hem te stellen voorwaarden.

  • 3.

    Bij toewijzing van standplaatsen heeft de organisator de bevoegdheid om uit de inschrijvingen een keuze te doen, om standplaatsen al dan niet aan de hoogste inschrijvers of in het geheel niet toe te wijzen.

  • 4.

    Bij niet voldoende bezetting van het kermisterrein dan wel bij onvoldoende attractiviteit of diversiteit van inrichtingen op een bepaald terrein, kan de organisator onderhands standplaatsen toe wijzen voor alle inrichtingen die hij wenst toe te laten.

  • 5.

    Door exploitanten opgegeven plaatsbepalingen zullen uitsluitend als voorkeur wordenaangemerkt.

  • 6.

    De organisator behoudt zich het recht voor aan verschillende inschrijvers, standplaatsen voor een zelfde soort inrichting te gunnen.

  • 7.

    Bij gelijke omstandigheden zal door het lot worden beslist aan wie de standplaats wordt gegund.

  • 8.

    Aan elke inschrijver zal binnen 6 weken bericht worden gezonden of de standplaats(en), waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund.

  • 9.

    Indien de exploitant te kennen geeft dit te wensen, zal de organisator zijn beslissing omtrent het wel of niet gunnen van een standplaats aan de exploitant nader motiveren.

Artikel 8

  • 1. a. De inschrijver die bericht heeft gekregen van een voorlopige vergunning, is gehouden binnen 14 dagen na de datum van de verzending van de brief, 25% van de huursom die bij inschrijving voor een standplaats is geboden, te voldoen;

    • b.

      Nadat het betreffende bedrag op de bank- op girorekening van de organisator is ontvangen, wordt de voorlopige vergunning definitief. Hiervan zal de betrokken inschrijver bericht worden gedaan, waarna deze gehouden is het resterende gedeelte van de huursom te voldoen of de betaling daarvan naar genoegen van organisator voldoende zeker te stellen en wel 14 dagen vóór de kermis waarvoor een plaats is toegekend;

    • c.

      Zonder bewijs van betaling mag een zaak of attractie niet worden opgebouwd of geopend, tenzij de organisator hiertoe toestemming verleent.

  • 2. Als de huursom of de voorgeschreven gedeelten daarvan, niet betaald zijn binnen de termijnen in dit artikel bedoeld, zijn de huurders in gebreke door het enkel verloop van de termijn, zonder dat daarvoor een bevel of soortgelijke akte nodig is. Zij kunnen daardoor onherroepelijk het recht op de hen (voorlopig) toegewezen plaats verliezen. De organisator is bevoegd om alsnog aan een andere inschrijver dan wel onderhands de op deze wijze vrijgekomen standplaats te gunnen. De huurders verbeuren dan bovendien de sommen, die door hen al in mindering van de huursom zijn voldaan, onverminderd de bevoegdheid van de organisator om hen alsnog tot betaling van de door hen nog verschuldigde gelden te dwingen.

Innemen standplaats

Artikel 9

Geen standplaats mag worden bezet:

  • a.

    dan nadat deze eerst op het terrein is aangewezen;

  • b.

    tot een ander doel dan waarvoor zij is uitgegeven;

  • c.

    dan nadat aan de organisator, belast met de aanwijzing der standplaatsen, is aangetoond dat de huursom volledig is betaald;

d.dan nadat is aangetoond dat de inrichting, waarvoor is ingeschreven, door de exploitantzelf of door een bij deze in dienst zijnde bedrijfsleider wordt geëxploiteerd.

Artikel 10

Een eventueel bij de gunning gevoegde indelingstekening heeft geen rechtskracht en dient

slechts ter globale aanduiding van de standplaats. De definitieve plaats zal op het terrein door de organisator worden aangewezen.

Artikel 11

Indien van gemeentewege daarom wordt verzocht, dient de exploitant over te kunnenleggen:

  • a.

    een recente foto, waarop het uiterlijk aanzien van de inrichting kan worden beoordeeld;

  • b.

    de verzekeringspolis.

Artikel 12

  • 1. De exploitant mag de aan hem verhuurde standplaats alleen gebruiken voor de plaatsing en de exploitatie van de inrichting als waarvoor is ingeschreven;

  • 2. De exploitatie van de inrichting moet geheel in overeenstemming zijn met de daarvan in het desbetreffende door de exploitant ingezonden inschrijfformulier gegeven benaming of omschrijving;

  • 3. Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, dient de exploitant zijn inrichting voor het publiek open te houden en te exploiteren.

Artikel 13

  • 1. Afstand of overdracht van de huur aan een derde en ruiling of verwisseling van een standplaats met een andere exploitant mag alleen geschieden met voorafgaande schriftelijke toestemming van de organisator, uiterlijk tot een week voor de aanvang van de kermis.

  • 2. Indien tijdens het opbouwen blijkt dat een exploitant, waaraan een standplaats op een kermis is gegund, deze plaats zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de organisator heeft doorverpacht dan kan hem verboden worden zijn plaats in te nemen. De plaats vervalt dan aan de organisator en kan aan een ander worden toegewezen.

Artikel 14

  • 1.

    Met het opbouwen der inrichtingen mag niet eerder worden begonnen dan

    • a.

      3 dagen voor de aanvang van de kermis;

    • b.

      of indien speciale omstandigheden dat noodzakelijk maken op het tijdstip, medegedeeld in de aan betreffende exploitant verleende vergunning.

Na de aanvang van de kermis mag niet meer worden gebouwd, behoudens toestemming van de organisator.

  • 2.

    Met het afbreken der inrichtingen mag niet worden begonnen voor het sluitingsuur van de laatste dag van de kermis, behoudens toestemming van de organisator.

  • 3.

    Behalve voor opbouw- en afbraakactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermisterrein geen salon-, vracht-, en pakwagens staan, zulks met uitzondering van een kassawoonwagen, indien dit voor de exploitatie noodzakelijk is.

  • 4.

    Vracht- en pakwagens mogen alleen worden geparkeerd op de plaats zoals die is vermeld op de tekeningen die zijn opgesteld door de organisator.

  • 5.

    Gedurende de tijden dat de kermis voor het publiek is opengesteld, mag er geen proviandering plaatsvinden.

Artikel 15

  • 1. Een standplaats die 24 uur voor de aanvang van de kermis door de betreffende exploitant niet is ingenomen, vervalt aan de organisator en kan aan een ander worden toegewezen.

  • 2. Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden huursom onverlet.

Artikel 16

  • 1. Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt, dat de afmetingen ervan groter zijn, dan bij de inschrijving is opgegeven en daardoor plaatsing van de inrichting op de aangewezen plaats niet mogelijk is, verliest degene aan wie de standplaats is toegewezen het recht op de plaats en de huursom die door hem reeds is betaald.

  • 2. De exploitant zal binnen 24 uur, na constatering van de afwijking, de standplaats ontruimd dienen te hebben, opdat de organisator deze standplaats zo mogelijk aan een ander kan gunnen.

  • 3. Indien, ondanks dat de inrichting groter is dan bij de inschrijving opgegeven afmetingen, de inrichting toch geplaatst kan worden, wordt per extra ingenomen vierkante meter een bedrag in rekening gebracht gelijk aan de vierkante meterprijs van de inschrijving.

  • 4. Voor het bepalen van de vierkante meterprijs van de inschrijving wordt het bedrag van de inschrijving gedeeld door de opgegeven afmeting van de inrichting.

Elektriciteitsvoorziening en watervoorziening

Artikel 17

De exploitanten, aan wie een standplaats is toegewezen en die voor hun inrichtingelektriciteit dan wel water nodig hebben, moeten deze betrekken van de leverancierdie de organisator hiervoor ingeschakeld heeft.

Zorg voor het kermisterrein

Artikel 18

Op het kermisterrein, alsmede op het terrein waar de salonslaapwagens worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende wateraftappunten enstroomtoevoercontacten, naar behoefte zoals door de exploitanten bij inschrijving isaangegeven. De kosten van het verbruik van water en elektriciteit zijn voor rekening van deexploitant. De verantwoordelijkheid voor het plaatsen van containers ligt bij de organisator.

Artikel 19

Diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de inrichting dienen op een dusdanige wijze geplaatst te worden dat geluidshinder en stankoverlast voor omwonenden of nabijgelegen bedrijven te allen tijde wordt voorkomen.

Artikel 20

In de bestrating mogen geen pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen wordengeslagen, gedreven of op welke andere wijze ook ingebracht, noch gaten of kuilen wordengemaakt.

Artikel 21

Onder alle stoom- en elektrische machines, alsmede onder alle toestellen, werktuigen en/ofmachinerieën waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een voorzieningworden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem.

Artikel 22

De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is,alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich inof nabij de inrichting bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd.

Oplevering standplaatsen

Artikel 23

De standplaats moet vrij van alle opstallen, in oorspronkelijke staat, 24 uur na het einde vande kermis aan de gemeente worden opgeleverd.

Bijzondere verplichtingen

Artikel 24

  • 1. De inrichtingen voor kermisvermaak kunnen voor de opening door technisch personeel, in samenwerking met politie en brandweer, aan een strenge keuring worden onderworpen, waarbij met name op de geluidshinderaspecten en op de veiligheids- en zedelijkheidseisen wordt gelet. Geen inrichting mag voor het publiek toegankelijk worden gesteld, tenzij is voldaan aan de voorschriften door of namens het bevoegd gezag in het belang van de veiligheid van de bezoekers gegeven.

  • 2. De verhuurders zijn verplicht te allen tijden tot hun inrichting toe te laten burgemeester en wethouders van Heusden, de kermismeester, het politiepersoneel en de commandant van de brandweer, en de personen die door hem aangewezen zijn. De voorwaarden die door of namens burgemeester en wethouders, respectievelijk in het belang van de openbare orde, goede zeden en veiligheid zijn gesteld, moeten stipt worden nageleefd.

  • 3. De elektrische installaties van de kermisattracties, woonwagens en caravans moeten voldoen aan de ’Veiligheidsvoorschriften voor laagspanningsinstallaties (NEN 1010)’,.

  • 4. In geen van de inrichtingen, die op de kermis worden toegelaten, mag, zonder toestemming van burgemeester en wethouders, alcoholhoudende drank worden verkocht of als prijs beschikbaar worden gesteld. Vertoningen, welke in strijd zijn met de goede zeden, of gevaar opleveren voor de openbare orde en veiligheid, zijn verboden.

  • 5. Te behalen prijzen of premies mogen niet bestaan uit geld, of alcoholhoudende dranken, messen, (steek)wapens en alle voorwerpen die geschikt zijn voor bedreiging en afdreiging.

  • 6. Ritprijzen moeten op een voor het publiek duidelijk zichtbare plaats vanuit de kassa worden aangegeven. Hierbij mag niet zonder toestemming van burgemeester en wethouders afgeweken worden van vastgestelde ritprijzen.

Brandveiligheidsvoorschriften

Artikel 25

  • 1. De afstand van de attracties ten opzichte van de bebouwing dient minimaal 3,5 meter te zijn. Gezien de infrastructuur van de vesting Heusden geldt hier een minimale afstand van 2 meter.

  • 2. De bereikbaarheid van de tijdelijke inrichting moet zodanig zijn dat hulpdiensten het object tot op minimaal 40 meter van de toegang kunnen benaderen.

  • 3. De opstelling van alle tijdelijke bouwwerken en voertuigen op het terrein dient zodanig te zijn, dat deze door de hulpverlenende diensten onbelemmerd bereikt kunnen worden.

  • 4. Brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen moeten worden vrijgehouden en te allen tijde bereikbaar te zijn voor brandweervoertuigen. Rondom brandkranen moet altijd een obstakelvrije ruimte aanwezig zijn met een diameter van 1,8 meter.

  • 5. Ten behoeve van toegang van hulpverlenende diensten, moet een doorgaande verharde route met een breedte van 3,5 meter en een hoogte 4,2 meter te worden vrijgehouden

  • 6. Voor de opstelplaatsen van waaruit de inzet plaatsvindt, dient rekening gehouden te worden met de volgende afmetingen en gewichten: Tankautospuit: Een breedte van 4 meter, een lengte van 10 meter, een hoogte van 4,2 meter en bestand tegen een aslast van 10 ton en een totaal gewicht van 15 ton. Redvoertuig: Een breedte van 5 meter, een lengte van 10 meter, een hoogte van 4,2 meter, bestand tegen een aslast van 10 ton, een totaal gewicht van 25 ton en een stempeldruk van 100 ton/m2

  • 7. Op het evenemententerrein moeten de beplanting, de parkeerplaatsen, de laad- en losplaatsen en plaatsen waar goederen en afvallen worden opgeslagen of gedeponeerd, zodanig zijn gelegen dat bij brand het oprijden en opstellen van de voertuigen en andere hulpmiddelen van de brandweer niet worden bemoeilijkt of belemmerd.

  • 8. Aanwezige (straat)afzettingen dienen in een voorkomend geval direct verwijderbaar te zijn om zodoende de hulpdiensten een vrije doorgang te verlenen.

  • 9. Hekwerken die de route blokkeren moeten snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd. In deze route mogen geen losse goederen (zoals vlaggen, kledingrekken en overige) worden geplaatst.

  • 10. Het is verboden voorwerpen of stoffen in het bouwwerk of op het terrein op te slaan of neer te zetten indien daardoor het gebruik van blusmiddelen, vluchtwegen nood- en uitgangen bemoeilijkt wordt.

  • 11. Alle toegangen tot de gebouwen achter de tijdelijke bouwsels dienen bereikbaar te zijn en bereikbaar te worden gehouden.

  • 12. (Tui-)draden, elektriciteitskabels e.d. welke over de weg/terrein zijn gespannen dienen minimaal 4,5 meter boven het straatniveau worden aangebracht.

  • 13. Kabels en snoeren moeten in geval dat deze over de vloer moeten lopen met goede plakstrips worden afgeplakt, en wel zodanig dat struikelen en/of vallen wordt voorkomen;

  • 14. Rookvorming door bijvoorbeeld een rookapparaat, koudijs of op andere wijze gemaakt mag nooit een veilige en snelle ontruiming verhinderen.

  • 15. De elektrische installatie moet voldoen aan het gestelde in het normblad NEN 1010.

  • 16. Het gebruik van andere verlichting dan elektrische verlichting is verboden.

  • 17. Indien de inrichting in de avonduren wordt gebruikt moet in het publiekstoegankelijke gedeelten een nood- en transparantverlichting te worden aangebracht.

  • 18. Onmiddellijk boven elke voor ontvluchting bestemde doorgang moet een transparantverlichtingsarmatuur worden aangebracht met vluchtrouteaanduiding.

  • 19. De tekst moet voldoen aan het gestelde in het normblad NEN 3011.

  • 20. De transparantverlichting moet permanent te branden gedurende de aanwezigheid van personen.

  • 21. Voor het in gebruik nemen van bakwagens gelden aanvullende brandveiligheidsvoorschriften, deze zijn als bijlage aan de regeling bijgevoegd.

Geluidsvoorschriften

Artikel 26

  • 1.

    Het ten gehore brengen van muziek of ander geluid is uitsluitend toegestaan gedurende de openingstijden van de kermis zoals genoemd in artikel 2 van deze Verordening.

  • 2.

    Het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut (Leq,1 min), veroorzaakt door de inrichting en bij de inrichting betrokken toestellen en installaties, mag op 1 meter afstand van de luidsprekers niet meer bedragen dan 75 dB(A). Bij sirenes, hoorns en omroepinstallaties voor aankondigingen (stemgeluid) geldt een maximaal bronvermogen van 80 dB(A).

  • 3.

    Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999.

  • 4.

    In afwijking van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999, hoeft voor debeoordeling van het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut (Leq,1 min) van muziekgeluid geen verhoging van 10 dB(A) toegepast te worden, voordat getoetst wordt aan de normwaarde zoals genoemd in het tweede lid van dit artikel.

5.De luidsprekers van de inrichting dienen zodanig opgesteld te worden, dat de geluidproductie zoveel mogelijk van de gevels van de meest dichtbij de kermis gelegen woningen af gericht is.

Maatregelen en sancties

Artikel 27

1.Als aanmerkingen kunnen worden gemaakt op het gedrag van het personeel van eeninrichting of op de inrichting zelf, of als blijkt, dat door de exploitant van desbetreffende onderneming een strafbaar feit wordt gepleegd, of als deze voorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk, worden nageleefd, hebben burgemeester en wethouders de bevoegdheid de volgende maatregelen te treffen:

  • a.

    onmiddellijke stopzetting van de levering van stroom;

  • b.

    belemmering van de exploitatie van de kermisinrichting vanwege door burgemeester en wethouders nodig te achten maatregelen;

  • c.

    bevel tot sluiting van de kermisinrichting;

  • d.

    verwijdering van de kermisinrichting c.q. ontruimen van het kermisterrein;

  • e.

    uitsluiting van het verkrijgen van een plaats in de toekomst.

    • 2.

      Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om –afhankelijk van de ernst van de overtreding c.q. niet nakoming van de uit de voorwaarden voortvloeiende verplichtingen– één of meerdere bovengenoemde maatregelen, afzonderlijk en/of in combinatie, onmiddellijk ten uitvoer te leggen.

    • 3.

      Burgemeester en wethouders gaan hiertoe niet over voordat de exploitant op zijn verzuim is gewezen en hem alsnog een termijn is gesteld alsnog het verzuim te herstellen.

    • 4.

      Burgemeester en wethouders bepalen het tijdstip waarop tot ontruiming van het kermisterrein moet worden overgegaan. Als de huurder niet voldoet aan het door burgemeester en wethouders gegeven bevel tot sluiting en/of opruiming vindt de verwijdering op kosten van de huurder door de gemeente plaats.

    • 5.

      Bij toepassing van deze maatregelen hebben de exploitanten geen enkel recht op schadevergoeding of terugbetaling van de reeds betaalde huursom casu quo ontslag van de verplichting om de nog verschuldigde huursom te betalen.

    • 6.

      Dit artikel geldt bovendien, ingeval het inschrijvingsbiljet of de daarbij overlegde verklaringen onwaarheden bevatten, de inrichtingen niet overeenstemmen met de opgaven en/of omschrijving, vervat in de inschrijfbiljetten, voor wat betreft de oppervlakte, de aard van de vermakelijkheden en/of consumptieartikelen etc.

Niet doorgaan kermis of kermisdagen

Artikel 28

Wanneer als gevolg van overmacht de kermis niet doorgaat of ophoudt door te gaan, dan wel als gevolg van overmacht aan de zijde van de exploitant deze de gehuurde standplaats niet kan innemen, wordt de (gedeeltelijke) betaalde huursom teruggegeven, dan wel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen, waarop de standplaatsen niet kunnen worden gebruikt, gerestitueerd. Daarnaast kan geen enkele aanspraak op op schadevergoeding worden gemaakt. Alle te voorziene en niet te voorziene gewone en buitengewone toevallen nemen de huurders voor hun rekening en risico.

Aansprakelijkheid/vrijwaring

Artikel 29

1.De exploitant is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waarin begrepen zowelwettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen(daaronder begrepen het gehuurde), alsmede de daaruit voortvloeiende schade,direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, teverzekeren. De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijkvoor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij deexploitatie ingeschakelde derden.

2.De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 bedoelde aanspraken wegensgeleden schade, tenzij de schade het gevolg is van door of vanwege de gemeentevoor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

3.De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aanandere gemeentelijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook.

Bindende partijbeslissing

Artikel 30

De organisator is namens Burgemeester en wethouders gerechtigd jaarlijks de staanplaatsen te verhuren, met inachtneming van de bepalingen in bovenstaande artikelen, alsmede al dat gene te verrichten, wat uit deze verhuur voortvloeit. Bij verschil over de uitlegging van bovenstaande artikelen c.q. in de gevallen waarin deze artikelen niet voorzien, beslissen burgemeester en wethouders.

Voorbehoud tot wijziging regeling

Artikel 31

De gemeente Heusden behoudt zich het recht om de regeling tussentijds te wijzigen.

Citeertitel/Inwerkingtreding

Artikel 31

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2015’.

  • 2. Deze regeling treedt in werking onmiddellijk nadat zij is bekend gemaakt.

  • 3. Met inwerkingtreding van deze regeling komt de ‘Regeling voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden van 3 januari 2012’ te vervallen.

Bijlage bij regeling kermissen gemeente Heusden 2015