Treasurystatuut 2010

Geldend van 26-01-2010 t/m heden

Intitulé

Treasurystatuut 2010

Begrippenkader

Artikel 1

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Administratie Het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens en het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de gemeentelijke organisatie en het afleggen van verantwoording hierover, ook omvattende de administratie en verantwoording aangaande de geldmiddelen.

  • -

    Administratieve het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot organisatie stand brengen en in stand houden van de goede werking van de administratie.

  • -

    Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;

  • -

    Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • -

    Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • -

    Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • -

    Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • -

    Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

  • -

    Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • -

    Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • -

    Nettingovereenkomst Een overeenkomst op grond waarvan de wederzijdse verplichtingen tussen partijen verrekend worden waardoor wordt bepaald wat de ene partij per saldo aan de andere partij verschuldigd is.

  • -

    Rating De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

  • -

    Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

  • -

    Renterisiconorm Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • -

    Rentevisie Verwachting over de toekomstige rente-ontwikkeling;

  • -

    Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • -

    Rentevisie Toekomstverwachting over de rente-ontwikkeling;

  • -

    Solvabiliteitsratio van 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

  • -

    Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

  • -

    Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Doelstellingen van de treasuryfunctie

Artikel 2

  • -

    De gemeente onderscheidt een vijftal doelstellingen van de treasuryfunctie:

    • 1.

      Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

    • 2.

      Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

    • 3.

      Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

    • 4.

      Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het Besluit financieringsstatuut.

    • 5.

      Waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op dit onderdeel duidelijk worden geregeld.

Risicobeheer

  • -

    Uitgangspunten risicobeheer

Artikel 3

  • -

    Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

    • 1.

      De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan officieel geregistreerde organisaties en waarbij vooraf advies van team Bedrijfseconomische control wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij;

    • 2.

      De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico.

    • 3.

      Tijdelijk overtollige middelen van aangetrokken geldleningen voor projectfinanciering worden uitsluitend uitgezet bij de financiële onderneming waar de geldlening is aangegaan.

    • 4.

      Artikel 3, vierde lid is niet van toepassing als met een financiële onderneming een nettingovereenkomst is afgesloten met betrekking tot het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen van aangetrokken geldleningen voor projectfinanciering.

    • 5.

      Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s.

Renterisicobeheer

Artikel 4

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 3.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie, de liquiditeitenplanning, de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 4.

    De rentevisie van de gemeente wordt jaarlijks opgesteld;

  • 5.

    Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de gemeente tevens naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen/uitzettingen, opdat ook in de toekomst geen overmatige blootstelling aan rentebewegingen optreedt.

Koersrisicobeheer

Artikel 5

  • 1.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van treasury, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en/of uitzettingen in vastrentende waarden;

  • 2.

    Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de meerjarenliquiditeitenplanning.

Kredietrisicobeheer

Artikel 6

  • -

    Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1.

      Het uitzetten van middelen en het aangaan van verbintenissen met betrekking tot financiële derivaten vindt uitsluitend plaats bij financiële ondernemingen die:

      • -

        zijn gevestigd in een EMU-land dat ten minste over een AA-rating beschikt.

      • -

        voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen ten minste over een AA-rating te beschikken voor uitzettingen met een looptijd van drie maanden of langer.

      • -

        voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen ten minste over een P1-rating te beschikken voor uitzettingen met een looptijd korter dan drie maanden.

    • 2.

      De ratings zijn door minimaal twee erkende ratingbureau`s afgegeven.

    • 3.

      Artikel 6.1 en 6.2 zijn niet van toepassing op uitzettingen tegen waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsratio van 0 procent geldt.

    • 4.

      Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden, zoveel mogelijk, zekerheden geëist.

Intern liquiditeitsrisicobeheer

Artikel 7

  • -

    De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning voor de komende 12 maanden. Tevens wordt een meerjarige liquiditeitenplanning opgesteld gelijk aan de in de meerjarenraming opgenomen periode.

    Valutarisicobeheer

Artikel 8

  • -

    Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de euro.

Gemeentefinanciering

Financiering

Artikel 9

  • -

    Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1.

      Financieringen worden uitsluitend aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

    • 2.

      Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

    • 3.

      Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen, commercial paper (CP));

    • 4.

      De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 3 instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken, welke bevindingen schriftelijk worden vastgelegd.

Langlopende uitzettingen

Artikel 10

  • -

    Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1.

      Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden;

    • 2.

      De gemeente vraagt bij minimaal 3 instellingen offertes op alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan, welke schriftelijk worden vastgelegd.

Kasbeheer

  • -

    Geldstromenbeheer

Artikel 11

  • -

    Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

    • 1.

      Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

    • 2.

      Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Saldo- en liquiditeitenbeheer

Artikel 12

  • -

    Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

    • 1.

      De gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;

    • 2.

      Indien een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

    • 3.

      Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;

    • 4.

      Toegestane instrumenten bij het extern uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn producten met hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en/of uitzettingen in vastrentende waarden;

    • 5.

      Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan;

    • 6.

      De gemeente vraagt bij minimaal 2 instellingen offertes op alvorens middelen worden aangetrokken of uitgezet met een looptijd korter dan één jaar, welke schriftelijk worden vastgelegd.

Verantwoordelijkheden

Artikel 13

  • -

    De taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente zijn in onderstaande tabel gedefinieerd. De uitvoering van de taken vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de concerncontroller, conform de financiële beheers- en controleregeling van de gemeente Heusden.

    Functie

    Verantwoordelijkheden

    Gemeenteraad

    ·Het bepalen van het treasurybeleid door het vaststellen van de Financiële verordening en de financieringsparagraaf bij de begroting.

    ·Het houden van toezicht op de treasuryfunctie, vooral via de financieringsparagraaf bij de jaarrekening.

    College van B&W

    ·Het uitvoeren van de treasuryfunctie en het afleggen van verantwoording hierover.

    Teammanager/budgethouder

    ·Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie over toekomstige geldstromen aan team Bedrijfseconomische control.

    Bedrijfseconomisch controller

    ·Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het Besluit;

    ·Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten;

    ·Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer;

    ·Aangaan van derivaten;

    ·Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W.

    Liqiditeitenbeheerder

    ·Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer en gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer).

    ·Het opstellen van de rentevisie;

    ·Het opstellen en bijhouden van de liquiditeitenplanning;

    ·Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;

    ·Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

    ·Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

    ·Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties;

    ·Het voorbereiden van beleidsvoorstellen en adviezen op treasurygebied;

    ·Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

    Kassier

    ·Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfunctie: kasbeheer.

    ·Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

    ·Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

    ·Het aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeentelijke administratie;

Bevoegdheden

Artikel 14

  • -

    In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde autorisatie.

    Bevoegd functionaris

    Autorisatie door

    Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

    1.Het uitzetten van middelen via callgeld, deposito en spaarrekening

    liquiditeitenbeheerder

    Bedrijfseconomisch controller

    2.Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld

    liquiditeitenbeheerder

    Bedrijfseconomisch controller

    3.Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

    Kassier

    Medewerker bedrijfseconomisch control

    Bankrelatiebeheer

    4.Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

    Kassier

    Bedrijfseconomisch controller

    5.Bankcondities en tarieven afspreken

    liquiditeitenbeheerder

    Bedrijfseconomisch controller

    Risicobeheer

    6.Het afsluiten van derivatentransacties

    Bedrijfseconomisch controller

    College van B&W

    Financiering en uitzetting

    7.Het vaststellen van kredietfaciliteiten

    Bedrijfseconomisch controller

    College van B&W

    8.Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf

    Bedrijfseconomisch controller

    College van B&W

    9.Het uitzetten van middelen via (staats)obligaties, CP’s, CD’s, onderhandse geldleningen zoals vastgelegd in de treasuryparagraaf

    Bedrijfseconomisch controller

    College van B&W

    10.Het beleggen van middelen in garantieproducten

    Bedrijfseconomisch controller

    College van B&W

    11.Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

    Bedrijfseconomisch controller

    College van B&W

    12.Het garanderen van middelen uit hoofd van de publieke taak

    Bedrijfseconomisch controller

    College van B&W

Informatievoorziening

Artikel 15

  • -

    Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient ten minste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

    Informatie

    Frequentie

    Informatie-verstrekker

    Informatie-ontvanger

    1.Liquiditeitenplanning;

    Jaarlijks

    liquiditeitenbeheerder

    Bedrijfseconomische controller

    2.Beleidsplannen voor de treasuryparagraaf bij de begroting;

    Jaarlijks

    liquiditeitenbeheerder

    Gemeenteraad

    3.Evaluatie treasuryactiviteiten in treasuryparagraaf van de jaarrekening;

    Jaarlijks

    liquiditeitenbeheerder

    Gemeenteraad

    4.Voortgang onderdelen treasuryparagraaf via de voor- en najaarsrapportage;

    Halfjaarlijks

    liquiditeitenbeheerder

    Gemeenteraad

    5.Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido;

    Jaarlijks

    liquiditeitenbeheerder

    Derden

Inwerkingtreding

Artikel 16

  • -

    Dit Treasurystatuut treedt in werking op 26 januari 2010.

    Met ingang van dezelfde datum vervalt:

    Besluit financieringsstatuut gemeente Heusden 2006