Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting ter zake van kabels, buizen en leidingen 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting ter zake van kabels, buizen en leidingen 2018

De raad van de gemeente Hilvarenbeek;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2017;

gelet op de artikel 228 Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting ter zake van kabels, buizen en leidingen 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. maand: een kalendermaand;

b. jaar: een kalenderjaar;

c. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare bestemde gemeentegrond mag hebben.

d. kabels, buizen en leidingen: kabels, buizen en leidingen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen bedoeld voor het transport van energie, water, gas of andere materialen/grondstoffen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van kabels, buizen en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

1. De precariobelasting wordt geheven van degene die de kabels, buizen en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van kabels, buizen en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting voor kabels, buizen en leidingen wordt niet geheven:

a. ter zake van het hebben van kabels, buizen en leidingen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst, een concessie of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

b. ter zake van het hebben van kabels, buizen en leidingen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels, buizen en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

c. ter zake van het hebben van kabels, buizen en leidingen, waarvan de provincie of Rijkswaterstaat genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels, buizen en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

d. van belastingplichtigen indien de gemeente op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst verplicht is de som van de geheven precariobelasting te vergoeden aan de belastingplichtige;

e. ter zake van het hebben van buizen die worden aangemerkt als werk ten behoeve van de landsverdediging.

Artikel 5 Tarief

Het jaartarief bedraagt voor kabels, buizen en leidingen per strekkende meter € 2,10.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.

Artikel 7 Belastingtijdvak

1. Het belastingtijdvak is gelijk aan een kalenderjaar.

2. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van kabels, buizen en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 50,00.

Artikel 10 Termijn van betaling

1. De aanslagen moeten worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De “Verordening precariobelasting ter zake van kabels, buizen en leidingen 2018”, vastgesteld door de raad van de gemeente Hilvarenbeek bij besluit van 15 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting ter zake van kabels, buizen en leidingen 2018”.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 9 november 2017.

de griffier, de voorzitter,

drs. G.J. de Ruiter de heer drs. R.F.I. Palmen